Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Column Tomas Sjödin

Met de hand op het hart

Tomas Sjödin is voorganger, voorlezer en auteur en woont in Säve bij Göteborg. In Nederland is hij bekend als schrijver van boeken over rust en stilte. Onlangs verscheen zijn derde boek: Het geluid van de stilte.

Wij hebben twee van onze jongens aan een neurologische ziekte verloren.

Dat is een zin die gevolgd zou moeten worden door een lange stilte. Onze jongste, Ludvig, rouwde zich ziek, een rouw waar hij geen woorden voor vond, maar die je in zijn ogen kon aflezen. Ongeveer een jaar na het overlijden van onze oudste zoon, Karl-Petter, verslechterde Ludvigs gezondheid drastisch. Zijn fysieke pijn nam toe en zijn angst werd uiteindelijk zo groot dat we hem moesten verdoven zodat hij kon slapen. Tien dagen lang lag hij in een grensland tussen leven en dood. We ontdekten dat het enige wat zijn angst in die momenten deed verminderen, onze hand op zijn borstkas was. Op een dag kwam een arts zijn ziekenhuiskamer binnen, precies op het moment dat Ludvig geen adem meer kon krijgen. “Zagen jullie hoe rustig hij werd van die hand?”, riep de arts. Maar, zei hij: “Dat is niet raar. Het gaat rechtstreeks naar het hart, je zegt ook ‘met de hand op het hart’.”

Een hand kan iets zeggen wat woorden niet kunnen overbrengen.

Een hand kan iets zeggen wat woorden niet kunnen overbrengen. Daarom is het zo belangrijk om een gezonde kijk op, en een goede relatie te hebben met je lichaam, hoe je lijf er ook uitziet. Het lichaam is een taal. Het christelijk geloof leert dat we niet een lichaam hebben, maar een lichaam zijn. En dat lichaam spreekt; in het alledaagse, in het kwetsbare en in de relatie met God. Wat dat laatste betreft, is het waardevol om op te merken dat het lichaam het geestelijke leven niet in de weg staat, maar dat het daarvoor van onschatbare waarde is.

De christelijke kerk heeft tot vandaag de dag altijd geworsteld met de relatie tot het lichamelijke. Maar eigenlijk werd met het evangelie ook een kijk op het lichaam geïntroduceerd die destijds − en ook nu nog − zeer radicaal is. God heeft de materie geheiligd doordat Hij een lichaam is geworden. Jezus sprak: “U hebt Mij een lichaam gegeven” (Hebreeën 10 vers 5, red.). Het menselijk lichaam – het veelbesproken en als zondig bestempelde lichaam – wordt een tempel van de Heilige Geest genoemd. In geen andere religie heeft het lichaam zo’n gerespecteerde plaats in de schepping als in het authentieke christendom van de vroege kerk. Voor velen vormde dit een aantrekkingskracht van de christelijke gemeenschap, niet in de laatste plaats voor vrouwen. Daar vond men geborgenheid. Daar werd hun lichaam waardevol. Daar werden ze gerespecteerd, niet gebruikt.

Leef met de hand op het hart!

O, wat zou ik willen dat we konden vertellen aan de kapotgetrainde, opgeblazen mannen en tegen al die jonge vrouwen die het liefst een ander lijf zouden hebben: jullie zijn tempels! Jullie zijn mooi in jullie originele staat. Recht je rug en weet dat je je in deze wereld mag bewegen als een wandelend getuigenis. Zie elkaar, raak elkaar aan, zodat je voelt dat je genoeg bent. Of om het met de woorden van de arts te zeggen: “Leef met de hand op het hart.” Ook met jouw eigen hand op jouw eigen prachtige hart.