Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Stef Bos over zijn nummer 'Papa': ‘Ze zeiden in het dorp over mij: Stef is goddeloos’

Een gesprek over waar Stef Bos wél in gelooft

Stef Bos is een zeer geliefd en veelzijdig singer-songwriter en verhalenverteller. In 1988 maakte Nederland kennis met hem door het ontroerende lied ‘Papa’ dat hij schreef toen zijn vader ernstig ziek bleek te zijn en wellicht zou komen te overlijden. Hij scoorde hier onverwacht een hit mee, maar werd tegelijkertijd door de christelijke gemeenschap afgerekend op één zin uit het liedje: ik geloof in niks.

Maar hoe zit het eigenlijk met het geloofsleven van Stef Bos? Gelooft hij inderdaad in niks, of iets anders? Wat had hij eigenlijk voor ogen met dit liedje? Stef: “Het liedje papa gaat natuurlijk maar over één zin: ‘papa ik hou steeds meer van jou’. Als het dan over songwriting gaat, technisch gezien, dacht ik de hele tijd toen ik aan het schrijven was: ik moet in contrasten denken. Dat hele liedje moet gaan over hoe we verschillen van elkaar en dan steeds dat zinnetje: ‘papa, ik lijk steeds meer op jou’ om dan uiteindelijk bij die zin te komen waar het om draait. En om die zin geloofwaardig te kunnen lanceren op driekwart van het liedje – zo interpreteer ik het nu hè, zo zit je het niet te schrijven – komt dat als een soort guts omhoog want ik wilde eigenlijk alleen maar vertellen dat ik van hem hield.”

Goddeloos

“Het toppunt van catharsis (red. loutering, reiniging) in mijn kringen is natuurlijk dat je op een gegeven moment tegen je vader zegt: ‘Jij gelooft in God en ik geloof in niks.’ Dat is het meest dramatisch, om de hele boel uit elkaar te scheuren en dan weer terug te komen bij ‘papa ik hou steeds meer van jou’. Mensen vatten dat dan letterlijk op, dat gebeurde natuurlijk ook. Ik vind dat niet erg. Bij ons in het dorp en bij mijn broer die in Nijkerk woont, werd gezegd: ‘Ja, de broer van de meester is goddeloos.’ Dan denk ik: dan hang je het op aan die zin, maar het gaat over de zin daarna.”

Het godsbeeld dat ik als jongetje meekreeg, heb ik nog steeds

Eigen beeld van God

“Toen ik ouder werd, dacht ik: ik geloof in niks, maar dat kon ik op den duur gewoon niet meer zingen. Niks is niks. Tuurlijk geloof ik, maar je verwoordt dingen op je eigen manier. Mijn vader zei altijd: ‘Jij moet je eigen beeld daarvan maken.’ Het godsbeeld dat ik als jongetje meekreeg, heb ik nog steeds: voor mij was het een hele lieve man die over de wereld waakt, punt. En dan dendert de theologie binnen. Zo van: ‘nee maar het is de Zoon van God.’ Naarmate ik ouder werd, dacht ik: doet het ertoe? Mijn vader zei altijd dat het om het handelen ging. Hij zei: ‘Wij gaan niet evangeliseren jongens. Men moet aan jou kunnen zien dat je ergens voor staat.’”

Te menselijk

“Voor mij bestaat de Bijbel uit twee delen. Het ene deel is een soort geschiedenis van de mensheid waarin we kunnen zien wat er allemaal verkeerd en goed kan gaan. En het tweede deel is een soort filosofie, dat is Christus – dit ligt heel dicht tegen boeddhisme en taoïsme aan – en Christus is mijn richtlijn. Altijd al zo geweest, nooit veranderd. Die richtlijn is voor mij veel belangrijker dan de vraag ‘is het de Zoon van God’. Ik weet dat het voor sommige mensen heel belangrijk is en als je dat in twijfel trekt, dan hoor je er niet meer bij. Maar ik kan me niet een God voorstellen die van mij vraagt: ‘Je moet in Mij geloven en op die en die manier!’ Dat is veel te narcistisch, dat is te menselijk.”

Niet te vatten

“Dat Opperwezen denkt op een manier die wij ons helemaal niet kunnen voorstellen. Het mooiste verhaal daarover in de Bijbel is het verhaal van Mozes die voor die brandende braamstruik staat, waarbij het Goddelijke zegt: ‘Ik ben degene die geen naam heeft’, waarmee eigenlijk wordt gezegd: ‘denk niet dat je mij in woorden kunt vatten.’ Ja, dan wordt het pas interessant, want wij willen waarheid, maar wij kennen de waarheid helemaal niet. Wij kunnen ernaar raden.

Ik zeg altijd tegen mijn kinderen: ‘Stel vooral vragen.’ Dan lees ik ze verhalen voor uit de Bijbel en dan komt de vraag: ‘Maar papa, met Noach, waarom moesten de baby’s dan ook dood? Die hadden toch niks verkeerds gedaan?’ En dan vertel ik dat het daar niet om gaat in het verhaal. Het gaat om het idee van het verhaal. Daar gaat het vaak fout, want het moment dat je alles letterlijk gaat nemen, dan kom je in de problemen en dan begin je allerlei menselijke uitleg te geven aan een verhaal, waar het uiteindelijk niet om gaat.”

Ik zeg altijd tegen mijn kinderen: ‘Stel vooral vragen.’

Liefde

“De christelijke boodschap die ik van huis uit mee kreeg, was: het gaat om de liefde. En dat is voor de meesten van ons al een heel moeilijk traject. Om jezelf in de ander te durven zien. Hoe ouder ik word, hoe meer ik besef dat we God allerlei eigenschappen toedichten die we zelf graag zouden willen hebben of zouden zien. Als ik op het zuidelijk halfrond onder de sterren sta en het heelal zie, dan voel ik het Goddelijke. Ik kan het niet benoemen, het is eindeloos, hoeveel wetenschap er ook op losgelaten wordt. Of in de woestijn of onder de mensen, dat je dingen van schoonheid ziet gebeuren. Het is één grote Energie en ik ben daar deel van. Er zit in ons allemaal een diep verlangen. Je merkt dat we in deze tijd stuurloos zijn omdat we niet meer in een groter geheel leven. En dan ga je navelstaren en ben je op jezelf gericht en dat genereert een enorme leegte.”

Ruimte om te geloven

“De kerk in Veenendaal, waar ik ben grootgebracht, hadden ongelooflijke dominees. Ze gaven mij het gevoel dat er magie in de lucht hing, mystiek. Dat hebben we nodig om onszelf te verhouden ten opzichte van dat eindeloze. Ik voel dat zelf ook. De essentie van geloof is de mens het gevoel geven dat we deel zijn van alles. Wij zijn als het ware de blaadjes aan de boom, maar het gaat om de boom. Iemand zei tegen mij ‘ik ben atheïst’ hopend daarmee thuis te komen bij mij, maar ik zei: ‘Goh wat oninteressant. Dan ben jij bezig met iets waar je niet in gelooft.’ Ik voel me dan meer betrokken bij de agnost die het niet weet. Daar zit veel meer ruimte om te geloven dan bij mensen die zeggen ‘ik geloof het niet’, of bij mensen die zeggen ‘ik weet precies hoe het in elkaar zit’. Ik hou van het midden.”

Meer lezen over Stef Bos? In de nieuwste Eva met het thema 'Blijf dromen' gaat Stef in op een aantal spreuken uit de Bijbel en lees je hoe hij zichzelf een ‘soort doorgeefluik’ noemt van generaties. Word abonnee of bestel een los nummer!

Tekst: Jeannette Coppoolse
Fotografie: Nienke van Denderen