Ga naar submenu Ga naar zoekveld

‘Ik zou dat nooit kunnen’ deelt ontroerende en eerlijke verhalen achter de pleegzorg

“Je kunt ook één dag in de week pleegouder zijn”

We kunnen ons wel iets voorstellen bij pleegzorg – maar toch niet helemaal. Het boek ‘Ik zou dat nooit kunnen’ deelt ontroerende verhalen achter pleegzorg. Auteur Alice ten Napel: “Heb je een beetje ruimte in je hart en in huis, doe het dan gewoon.”

Deel:

‘Het is best ver rijden totdat de auto eindelijk stopt. Ze brengen je naar een mevrouw in een vreemd huis. Alles ziet er zo anders uit. Je moet hier blijven, maar waarom? In dat huis is veel speelgoed en ze zijn best aardig tegen je, dus voor eventjes vergeet je alles helemaal. Totdat het eten op is en de vreemde mevrouw zegt dat je naar bed gaat. ‘Nee, nee!’ Heel boos roep je dat je naar mama toe wilt. Maar de mevrouw zegt dat dat niet kan.’

Gedeelte uit een column van pleegmoeder Grian in ‘Ik zou dat nooit kunnen’ (2023)

Pleegzorg: het hele plaatje

“Ik zou dat nooit kunnen” – zo wordt vaak gereageerd als het over pleegzorg gaat. Maar dat is niet zo, willen de initiatiefnemers van dit boek duidelijk maken. ‘Ik zou dat nooit kunnen’ deelt de verhalen van allerlei mensen die met pleegzorg te maken hebben. Pleegouders, pleeggrootouders, pleegkinderen, een biologische dochter van een pleeggezin. Zelfs een biologische vader die zijn zoons zelf niet kon opvoeden. Uit die verhalen blijkt: pleegzorg komt in alle soorten en maten. En het is ongelooflijk bijzonder om te doen.

Het boek is kleurrijk en staat vol interviews, gedichten, verhalen, columns, tekeningen en prachtige foto’s. “Het leest bijna als een tijdschrift”, vertelt auteur Alice ten Napel. Zelf is Alice geen pleegouder, maar ze draagt het een warm hart toe. Eerder schreef ze een artikel over pleegzorg, waarna ze werd benaderd door pleegmoeder Grian. “Er moest een boek komen over pleegzorg dat het hele plaatje laat zien, vond Grian. En dat vertelt dat je er niet alleen voor staat: om elke pleegouder staat een liefdevol netwerk.”

Netwerk van pleegouders

Grian kan het weten. Ze is een alleenstaande moeder van vijf kinderen, waarvan drie biologische, een adoptie- en een pleegkind. Ze biedt crisispleegzorg en heeft inmiddels meer dan tweehonderd kinderen opgevangen. En dan is een netwerk van andere pleegouders om je heen onmisbaar.

Als pleegouder sta je er niet alleen voor

“Haar moeder past vaak op”, vertelt Alice, die voor het boek nauw heeft samengewerkt met Grian. “Als Grian een nieuw kindje krijgt, doet ze in haar netwerk een oproepje voor kinderkleding in die maat. Wanneer een kind ziek is, brengt iemand een pannetje soep langs. En ze kan op bezoek bij mensen die niet opkijken als een kindje gek reageert. Zo’n netwerk is heel belangrijk. Die snappen waar je doorheen gaat, ze hebben aan half woord genoeg.”

Verschillende vormen

Bij pleegzorg denk je misschien aan een kind dat fulltime in een gezin wordt opgenomen, maar dat hoeft niet. Alice: “Je kunt ook alleen het weekend doen, vakanties, of twee weekenden per maand bijvoorbeeld. Het ligt eraan hoe je leven eruitziet. Je kunt het doen als single, als echtpaar, als grootouders. Veel mensen weten dat niet. Ik heb iemand gesproken die een kindje alleen op de maandag opving. Die ene dag in de week was net het zetje waardoor het kindje thuis kon blijven wonen. Voor een kind is het het fijnst als het bij de ouders opgroeit – mits de omstandigheden veilig en goed zijn.”

‘Niet alleen fantastisch en leuk’

In het boek komt ook de negatieve kant van pleegzorg naar voren. Dat is belangrijk, vindt Alice. “Pleegzorg is niet alleen fantastisch en leuk. Kinderen zijn beschadigd. Er zijn kinderen met een foetaal alcoholsyndroom, waardoor ze minder goed kunnen leren. Soms zijn ouders heel boos dat hun kind naar pleegouders moet – tot rechtszaken aan toe. Veel mensen kijken mee naar hoe je het kind opvoedt: de pleegzorg en de biologische ouders, want die hebben bezoekrecht. Daar moet je tegen kunnen.”

Pleegzorg is niet alleen fantastisch en leuk

Zo staat in het boek het verhaal van pleegmoeder Sjoerdina, die een ‘uitbuikplaatsing’ had: al voordat het jongetje was geboren, is besloten dat hij naar pleegzorg moest. Sjoerdina vertelt in het boek hoe ze dat heeft ervaren. Ze schrijft: ‘Ik wist dat de moeder op straat zwierf, een kraamvrouw met lege armen en een leeg hart. Dat was zo heftig. Ieder kind heeft recht op zijn eigen ouders. Maar Jayden was net geboren en lag al in mijn vreemde armen. In plaats van de vertrouwde stem van zijn eigen moeder hoorde hij stemmen die hij niet uit de zwangerschap kende.’

Biologische vader

Een van de meest aangrijpende verhalen vond Alice dat van een biologische vader. “Het was ontzettend dapper dat hij eraan mee durfde te werken”, vertelt Alice. “Je gaat met de billen bloot: het is fout gegaan in je leven. Maar hij is heel blij met het gezin waar zijn zoons terecht zijn gekomen, en zijn jongens logeren regelmatig bij hem. Als biologische ouder ben je geen buitenstaander. Als pleegouder is het goed om daar rekening mee te houden. Zo had een kindje tijdens een bezoekmiddag van zijn biologische ouders de kleren aan die zij voor hem hadden gekocht. Dat kleine stukje regie dat ze nog hebben, is zo belangrijk voor die ouders.”

Alle liefde van de wereld

Dat pleegmoeder Grian crisispleegzorg doet, betekent dat ze op ieder moment kan worden gebeld. “En een uur later kan er een kind op de stoep staan. Soms weet ze niet eens een naam, of dat het een jongen of meisje is. Dan wacht je maar af wat er komt. Zij mag ook buitenlandse kinderen opvangen. Sommige kinderen hebben nog nooit een wc gezien, lopen verbaasd rond in de supermarkt of verdwalen in huis.”

Als mishandelde kinderen in een gezin vol liefde komen, kunnen ze daar vaak niets mee

Bied je pleegzorg voor de lange termijn, dan kun je meer aangeven wat voor kind er bij jouw gezin past. “Als het uiteindelijk echt niet gaat, kun je dat ook zeggen. Sjoerdina heeft na een jaar een kindje in een opvanghuis laten plaatsen. Het voelt als falen. Je wil alle liefde van de wereld geven, maar als het kind er niet voor openstaat, houdt het op. Als mishandelde kinderen in een gezin vol liefde komen, kunnen ze daar vaak niets mee, omdat dat niet vertrouwd voelt.”

‘Ik gun je dat vertrouwen kleintje, want je verdient die rust en aandacht voor jou. Je verdient iemand die je schreeuwende stem begrijpt en je verdriet hoort. Iemand die verder kijkt dan je zien kan, omdat jij jij bent.’

Gedeelte uit een column van pleegmoeder Grian in ‘Ik zou dat nooit kunnen’

Glanzende oogjes

Hoe moeilijk het ook is: pleegzorg is prachtig om te doen. “Grian zegt dat je met hele kleine dingen al zoveel kunt bereiken. Bed, bad, brood. Stabiliteit, rust. De kinderen komen in een huis waar altijd eten is, waar ze mogen spelen. Dan zie je zo’n kind heel snel tot rust komen, dat de oogjes weer gaan glanzen. Dat kun je in paar weken tijd al bereiken. En dat is zo ongelooflijk mooi.”

“De pleegouders zeggen allemaal: realiseer dat het niet makkelijk is, maar je kunt fantastische resultaten boeken. Als je gewoon een beetje ruimte in je hart en in je huis hebt, doe het dan gewoon. Denk er wel over na, maar niet te veel. Je weet toch niet wat de toekomst brengt.”

Het boek ‘Ik zou dat nooit kunnen’ is te koop in de boekhandel en online.
Overweeg je pleegouderschap, of ben je er nieuwsgierig naar? Grian geeft de tip om eens een voorlichtingsavond te bezoeken, of bijvoorbeeld pleegouders te volgen op social media. Je kunt Grian zelf ook volgen via @gri_enzo.

Beeld: Claudia Kamergorodski

Geschreven door

Eline van Lindenberg

--:--