Ga naar submenu Ga naar zoekveld

'Dit staat niet in de Bijbel!'

Pieter-Jan vindt er wat van

Een grote groep theologen vroeg onlangs waarom de Protestantse Kerk geen statement maakte over het leed van de Palestijnse broeders en zusters. De Protestantse Kerk reageerde terughoudend. Het is tekenend voor deze tijd: we moeten statements maken.

Deel:

Pieter-Jan Rodenburg

In deze rubriek geeft redacteur, muziekliefhebber, imker, pionier en amateurtheoloog Pieter-Jan Rodenburg ons elke week een stukje duiding bij min of meer belangrijke zaken uit de media of de (christelijke) actualiteit.

Universiteiten, kerken, schoolgemeenschappen, verenigingen, muzikanten, BN’ers: iedereen vindt dat hij of zij in het openbaar iets moet vinden van het kwaad in de wereld. Want wie zwijgt, stemt toe. Ik moet altijd een beetje zuchten bij zo’n openbaar vertoon van moreel gelijk en bedenk dan hoe de Bijbel eruit had gezien als dit zo’n thema was geweest.

Daarna stelde de Heer tweeënzeventig anderen aan, die Hij twee aan twee voor zich uit zond naar iedere stad en plaats waar Hij van plan was heen te gaan. Hij zei tegen hen: ‘De oogst is groot, maar er zijn weinig arbeiders; vraag dus de eigenaar van de oogst of Hij arbeiders wil sturen om de oogst binnen te halen. Ga op weg, en bedenk wel: Ik zend jullie als lammeren onder de wolven. Neem geen geldbuidel, geen reistas en geen sandalen mee, en groet onderweg niemand.”

De 72 keerden vol verontwaardiging terug. Enkelen zeiden: “Heer, wij gingen naar het noorden en zagen een groot onrecht! Wij zagen de afgodentempels rond Caesarea. Hoe durven ze in het heilige land idolen te aanbidden! Wij vinden dat U een statement moet maken waarin U afstand doet van deze dwalingen!” Anderen kwamen terug en spraken: “Heer! Wij hoorden dat het Romeinse Rijk van plan is het eiland Brittannië binnen te vallen. Moeten we niet ons publiekelijk uitspreken tegen deze illegale inval?” Weer anderen keerden vol afkeer terug van hun tocht door het land en klaagden: “Heer! Het belastingstelsel in dit land is volledig corrupt. Op onze tocht ontmoetten wij ambtenaren die de armen uitpersten en de rijken voortrokken. Wij verwachten dat U, als Gezalfde van God, deze corruptie openbaar aan de kaak stelt.” Nog weer anderen hadden ontdekt hoe de Romeinen de rivier de Jordaan vervuilden door hun tomeloze bouwwerkzaamheden, waar bovendien slaven voor gebruikt werden. Zij verlangden van de Heer een krachtig getuigenis tegen dit dubbele onrecht. En nog weer anderen waren verontwaardigd door grove misstanden in de Romeinse kledingindustrie. “Waarom zegt U hier niets over, Heer?”, klaagden ze. “U bent toch gekomen om het kwaad in de wereld aan de kaak te stellen? Om schuldigen terecht te wijzen?”

En zie, de 72 togen vol rechtvaardigheidsijver aan het schrijven en zij maakten een prachtig, doorwrocht en overtuigend pamflet waarin zij de zonden van hun tijd haarfijn uit de doeken deden en de schuldigen beschuldigden en hun meeleven aan de slachtoffers betuigden. Toen zij klaar waren, schudden zij elkaar de hand en spraken vol vreugde: “Zo! Dat zal hun leren. Wij hebben onze taak volbracht!” En zij wasten hun handen in onschuld.

Maar toen zij zich omdraaiden om een handtekening van hun Meester te vragen, was Hij verdwenen. En zij zochten Hem naarstig, maar vonden Hem pas veel later, aan tafel bij hoeren en tollenaars. Hij dronk wijn en vertelde verhalen van een heel nieuwe wereld.

Geschreven door

Pieter-Jan Rodenburg

--:--