Ga naar submenu Ga naar zoekveld

'Het heeft geen enkele zin om naïef te doen over bevolkingsgroei en immigratie'

Pieter-Jan vindt er wat van

Achttien miljoen. Zoveel inwoners telt Nederland ergens dit jaar. We bereiken dat record zo’n tien jaar eerder dan we dachten toen de teller op zeventien miljoen stond, in 2016. Het doet met heimwee verlangen naar de tijd dat Fluitsma & Van Tijn zo stoer zongen dat je de vijftien miljoen Nederlanders niet de wet voorschrijft maar in hun waarde laat.

Deel:

Pieter-Jan vindt er wat van

In deze rubriek geeft redacteur, muziekliefhebber, imker, pionier en amateurtheoloog Pieter-Jan Rodenburg ons elke week een stukje duiding bij min of meer belangrijke zaken uit de media of de (christelijke) actualiteit.

De clip voor ‘15 miljoen mensen’ is nog te vinden op YouTube. Het liedje – geschreven voor een reclamefilmpje van een grote bank – stamt uit 1996. Al kijkend werp je een blik op vervlogen tijden. Wat waren de winters streng (er rijdt zelfs een auto over het ijs)! Wat waren de mensen wit (er zit welgeteld één iemand met een andere huidskleur in het filmpje)! Wat waren de borsten bloot (de jaren negentig waren de hoogtijdagen van vrijheid-blijheid-blootheid)!

Voordat we in een vals sentiment schieten: de jaren negentig waren zeker de hemel niet. De criminaliteitscijfers lagen een stuk hoger dan nu, blootheid bleek heel andere effecten dan blijheid en vrijheid te sorteren, het drugsgebruik was een stuk hoger en problematischer en je moest in 1996 verplicht de ‘macarena’ dansen. Ook geen pretje.

Maar het blijft een feit dat het drukker dan ooit is in Nederland. En dat die groei voor een groot deel komt door immigratie – met name arbeidsimmigranten uit Europa, maar ook vluchtelingen uit allerlei plekken in de wereld. Het heeft geen enkele zin om naïef te doen over die groei en die immigratie: die raken ons land. We merken het aan het woningtekort, het straatbeeld is daadwerkelijk anders dan in 1996, en mede door vergrijzing groeit de druk op de zorg. Het samenleven met verschillende culturen is niet alleen een verrijking, maar ook een echte uitdaging.

De oplossing wordt vaak gezien in het weren van asielzoekers. We hebben net een nieuwe migratiedeal die daarbij moet helpen. Iedereen blij. Maar ook hiervoor geldt: het heeft geen enkele zin om naïef te doen. Immigratie is maar heel beperkt te beperken door grenzen te beschermen. En, bleek afgelopen jaren: afschrikbeleid werkt al helemaal niet. Dat is logisch. We horen nu eenmaal bij het welvarendste stukje wereld, en daarmee zijn we aantrekkelijk voor 99 procent van de wereldbewoners. Daar helpt geen afschrikken tegen.

Nu we op de grens van achttien miljoen staan, is de vraag die we ons moeten stellen geen praktische, maar een principiële. Gastvrijheid kost ons iets, maar we hebben veel te delen. We zijn, en dat is niet naïef maar realistisch, een buitengewoon rijk, veilig en goed georganiseerd land. Er zijn grote misstanden, maar in vergelijking met het overgrote deel van de wereld hebben we het belachelijk goed. Om met Fluitsma & Van Tijn te spreken: “Een land dat zorgt voor iedereen, geen hond die van een goot weet. Met nasiballen in de muur en niemand die droog brood eet.” Dus de principiële vraag op de grens van achttien miljoen is: willen we een nasibal minder eten, om die te delen met de mensen die hier aankloppen? Wat mag gastvrijheid ons kosten?

Geschreven door

Pieter-Jan Rodenburg

--:--