Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Marleen Blootens stopte met haar werk als gemeentepredikant

‘Als ik eraan terugdenk, voel ik een soort liefdesverdriet’

Bijna tien jaar was Marleen Blootens (41) gemeentepredikant. Tot ze in 2021 besloot hiermee te stoppen en buiten de kerk te gaan werken. Ze is nu geestelijk verzorger in het Erasmus MC in Rotterdam. “Stoppen voelde als falen. Terwijl ik nu zoveel beter op mijn plek ben.”

Deel:

Het gaat niet meer, dacht Marleen in 2021. Ze kon haar rol als gemeentepredikant niet meer dragen. Misschien vooral omdat ze zelf veranderd was. Ze had een paar ingrijpende crises achter de rug: tijdens haar eerste zwangerschap kreeg ze kanker en ze verloor haar vader aan de dood en haar moeder aan dementie. “Het leven vroeg veel van mij. Ik heb me vaak ontheemd gevoeld, misschien nog wel het meest in mijn eigen lichaam.”

Het ene moment

In deze rubriek vertellen bekende en onbekende Nederlanders over dat ene moment dat hun leven voorgoed heeft veranderd.

“Ik was net begonnen in mijn tweede gemeente, Rotterdam Overschie, maar wist eigenlijk al heel snel: ik hoor hier niet. Maar ik had met mezelf afgesproken: als ik geen uitzaaiingen heb, ga ik gewoon door. Deze gemeente was immers mijn roeping.”

Ongetroost

Door de jaren heen had Marleen sombere periodes. Ze voelde zich verdrietig en boos. Dat had alles te maken met haar rouwproces, maar het maakte het predikantschap er voor haar niet makkelijker op. “De belangrijkste reden om uiteindelijk toch te stoppen? Als je predikant bent, word je makkelijk in de rol van trooster gezet. Maar ik voelde mezelf ongetroost. Begrijpelijk, want er ís geen snelle oplossing voor wat ik heb meegemaakt. Dat schuurde al die jaren, al voelde ik dat meer dan de gemeente. Je zou kunnen zeggen dat ik existentieel het ambt niet meer kon dragen.”

De weergave van Spotify vereist jouw toestemming voor social media cookies.

Toestemmingen aanpassen

In de week voor Pasen 2021 meldde Marleen zich ziek. Een pijnlijk besluit, maar ze kon niet anders. “Mijn man en ik wilden graag een tweede kindje, maar dat ging niet vanzelf. Ik kreeg daarom medicijnen, waardoor ik opnieuw somberder werd. In die Stille Week voelde ik heel sterk: er is geen evangelie in mij. Ik kan geen hoopvolle boodschap verkondigen. Ik denk dat je als predikant geroepen wordt met vreugde je werk in de kerk te doen, maar dat was ik helemaal kwijt. Ik dacht alleen maar: ik kan het niet meer en ik wíl het ook niet meer.”

Zoekers en twijfelaars

In die tijd ontdekte ik ook dat ik eigenlijk veel meer een zoeker ben dan een vinder. Ik kan mij beter identificeren met kerkverlaters dan met de mensen die zondags in de dienst voor me zaten. Veel van mijn energie ging bovendien naar, wat ik noem, het in stand houden van het instituut. Vergaderingen, dingen regelen. Maar daar haalde ik geen vreugde uit.”

“Of het voelde als falen? Totaal! Ik heb me vier jaar lang schuldig gevoeld. Ik had het gevoel dat ik meer moest doen, dat ik niet kon voldoen aan de verwachtingen. Ik was superkritisch naar mezelf, veel meer trouwens dan de gemeente naar mij was.

Tegelijkertijd genoot ik ook van het voorgaan en ik vond het mooi om mensen te spreken. Het lukte om nieuwe activiteiten op te zetten. Maar ik houd juist ook van contacten aan de rand, met mensen die níét in de gemeente zitten. Zoekers, twijfelaars, sceptici. Als ik eraan terugdenk, voel ik een soort liefdesverdriet. Maar ik heb het wel zelf uitgemaakt. Omdat dat wijzer was dan zo doorgaan.”

Dikke bonus

Desondanks heeft juist het predikantschap Marleens geloof gered, zegt ze. “De dikke bonus van dominee zijn is dat je wordt gedwongen elke week je bijbel in te duiken. Je kiest ervoor om toegewijd te zijn en kauwt en herkauwt op Bijbelteksten. Dat mis ik in mijn huidige werk het meest.

Tegelijkertijd ben ik niet bang om mijn geloof te verliezen. Of meer: ik heb er vertrouwen in dat áls het gebeurt, het wel weer terugkomt. Ons tweede kindje verloren we voor de geboorte en zelfs in die tijd dacht ik: er komt ooit weer een dag dat het licht wordt. Dat is ook iets wat je leert van rouw.”

Marleen wist één ding zeker: ze wilde wel verder als dominee of als geestelijk verzorger. Want dat ze in haar laatste gemeente niet zo gelukkig was, betekende niet dat ze het verkeerde vak gekozen had. “Ik wil heel graag met andere mensen optrekken, op zoek naar God. Niet in de kerk, maar midden in de samenleving. Het ziekenhuis stond al langer op mijn verlanglijstje, al wist ik ook dat dit werk soms als tweederangs wordt gezien. Maar het is precies andersom – als je hier werkt, sta je in de frontlinie. Hier komen alle vragen van onze tijd en alle vragen van het leven samen. Dan is het mooi om te ontdekken dat ik iemand ben die het ongeloof en de machteloosheid van patiënten goed kan verdragen. Ik begrijp het als mensen hun geloof verliezen. Daar heb ik geen oordeel over. Misschien ben ik wat ruimhartiger over God gaan denken. Hij verliest ons niet.”

Geschreven door

Mirjam Hollebrandse

--:--