Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Ruziënde broers: 'Als ik hem nu voor de auto heb, rij ik over hem heen’

Twee grote ego's in één bedrijf

Wie is de beste en wie neemt het bedrijf van pa over? Als een wig dreef die vraag de broers Sander en Arjan Hartman steeds verder uiteen. Op een dag gingen ze zelfs met elkaar op de vuist - in het bijzijn van hun kinderen. “We dachten allebei: ik leid dit bedrijf tien keer beter dan jij!”

Deel:

“Wat is er nú weer aan de hand?” vroeg zijn vrouw regelmatig als Arjan weer eens gefrustreerd thuiskwam. Dan schold hij op Sander, zijn broer, die deed of hij de baas was. Die dacht dat hij alles wist.  
Sander op zijn beurt kwam uitgeput thuis, terwijl zijn hoofd overuren maakte om te bedenken hoe hij Arjan deze keer schaakmat kon zetten. Want hij zou zijn jongere broer wel duidelijk maken waarom het voor iedereen goed was dat híj aan het roer van hun vaders bedrijf zou zitten.

Twee grote ego’s

Een handvol adviseurs hadden de twee al versleten. “Scheidsrechters waren het meer”, zegt Arjan nu. “Maar ze werden door ons omvergeblazen. Ze konden niet tegen zulke grote ego’s op.”
Op een winderige novemberdag zitten Sander (40) en Arjan (39) relaxed in de gespreksruimte boven de grote loods van Hartman Installatie op Urk. Op het eerste gezicht zou je niet denken dat deze broers knallende ruzie hebben gehad.

“Arjan en ik schelen anderhalf jaar en waren als kind heel hecht”, zegt Sander. “We sliepen samen in een stapelbed – vaker naast dan boven elkaar – en deden alles samen. Ondeugend waren we, en altijd op zoek naar avontuur. Met onze eigen voetbaltactieken hadden we een geheim wapen in handen hoe we van anderen konden winnen. We vormden maatjes door dik en dun, en konden op elkaar rekenen.”

Stressfactor erbij

Dat veranderde toen Arjan als monteur in het jonge installatiebedrijf van vader Ben ging werken. Daar kwam hij erachter dat het keihard werken was op de zaak. Kwaliteit en perfectie stonden voorop: wat niet goed was, moest over.

“Na drie, vier jaar realiseerde ik me ineens: dit is ook míjn business. Ik moet mee-ondernemen. Dat betekende een stress-factor erbij, ineens was ik zelf ook verantwoordelijk voor het succes van het bedrijf.”

Erg kritisch

In die tijd hield Sander zich bewust afzijdig van het werk van zijn vader en broer. Hij had in zijn tienerjaren een aversie gekregen tegen het samenwerken met zijn vader. In de schoolvakanties moest hij meewerken in de zaak, terwijl hij liever tijd doorbracht met vrienden. “Mijn pa was bovendien heel erg kritisch, waardoor ik besloot: ik wil nooit met hem samenwerken.”

Lange tijd wist Sander niet wat hij wilde worden, tot hij uiteindelijk tóch voor een opleiding installatietechniek koos. “Op een zo hoog mogelijk niveau”, adviseerde zijn vader, en dat deed Sander. Tot zijn verrassing pakte dit goed uit: hij mocht bij zijn eerste baan al contracten binnen-halen, rekenen, tekenen en de werkvoorbereiding doen van grote installaties. Heel wat anders dan hij bij zijn vader deed. En, hij kreeg veel waardering voor zijn werk, iets wat hij bij zijn vader miste.

Storingstelefoon

“Het moment”, zegt Sander, “waarop ik voor het eerst tóch kansen voor mezelf zag in het bedrijf van m’n pa, was toen ik tijdens een van de vakanties van mijn ouders de storingstelefoon bemande. Dat deed ik vaker, maar deze keer had ik mijn vaders bedrijf stiekem ingeschreven op een grote klus, en die haalden we binnen. Vervolgens ben ik daar de berekeningen voor gaan doen en langzaamaan rolde ik zo toch de zaak in.”

Vol gas

Terug naar Arjan. Want die was op z’n zachtst gezegd niet blij met de komst van Sander. “Ik had een eenvoudige kijk op het zakenleven: ik wilde de kosten zo laag mogelijk houden. Alles wat je zelf kunt doen, moet je zelf doen, want mensen op kantoor kosten alleen maar geld, vond ik. Nu kijk ik daar anders tegenaan, maar dat Sander op kantoor zou komen, zag ik toen totaal niet zitten. Als hij toch zou komen, moest hij zichzelf terugverdienen.”

Daarmee werd de lat voor Sander gelijk hoog gelegd: hij moest vol gas aan de bak. Daar kwam voor Sander nog iets bij: wie was hij voor zijn vader? Was zijn vader trots op hem? “Door keihard te werken, wilde ik laten zien hoe goed ik was.”

Twee hanen in één kippenhok

In de jaren daarna groeide het bedrijf als kool en kwamen steeds meer verantwoordelijkheden op het bordje van Sander en Arjan terecht. Arjan was inmiddels van de werkvloer naar kantoor verhuisd “en”, zegt Arjan, “toen zaten er ineens twee hanen in het kippenhok en rees de vraag: wie gaat dit bedrijf de toekomst in leiden?”

Sander: “In die fase vond ik echt: als ik het niet ga leiden, komt het niet goed.”
Arjan: “En ik dacht andersom.”

‘Heb je hém weer’

De toon was gezet en de sfeer werd steeds grimmiger. Wilde Sander een secretaresse of een telefoniste aannemen om alle mails en telefoontjes te beantwoorden, dan dacht Arjan: heb je hém weer, nóg iemand erbij. Ik werk hier al vijftien jaar, jij gaat mij straks niet vertellen wat ik moet doen. Ik leid dit bedrijf tien keer beter dan jij.

Ze konden niet tegen zulke grote ego’s op

Sander: “En ik dacht: hou jij je mond maar, want van jou neem ik toch niks aan. Het werd een soort piramiderun, waarbij de vraag was: wie staat er straks bovenaan? Hij gunde het mij niet en ik gunde het hem niet. Dat heeft bijna twee jaar zo door gesudderd. Soms ging het even wat beter, maar bij het minste of geringste sloeg de vonk weer in het kruitvat en explodeerde de boel. We zijn bij heel wat vergaderingen boos opgestapt.”

Wat was het dieptepunt in die periode?
Arjan: “Op een middag waren we allebei met onze kinderen bij onze ouders thuis. Sander vertelde iets, waarbij ik de opmerking maakte: ‘Jij altijd met je vrome praatjes.’ Toen stond Sander op, liep naar me toe en greep mij bij de strot. Ik stompte hem terug. Uiteindelijk moest mijn moeder ertussen komen om ons uit elkaar te halen.”

Hoe kon deze ruzie bestaan terwijl jullie gelovige jongens zijn en zondags in de kerk zaten?
Sander: “Daar worstelde ik ook mee. Ik had jaren eerder Jezus leren kennen op een Alpha-cursus, maar worstelde tegelijkertijd op dit punt met God. Ik wist natuurlijk wel: dit is niet oké.”

Arjan: “Voor mij stond mijn geloof buiten deze ruzie. Ik trok dat van elkaar los. Bovendien zag ik mezelf altijd als onschuldig. Ik was het slachtoffer van deze ruzie.”

Vastgelopen in drijfzand

Omdat er slechts één goede optie leek – het bedrijf splitsen – probeerden Sander en Arjan onderling de zaken te verdelen. Maar ook de gesprekken daarover liepen uit op ruzie en onenigheid. “Toen we op een dag in 2019 onderweg waren naar weer een gezamenlijke praatsessie, ergens op een verlaten plek op de hei, merkte ik dat ik zó klaar was met Arjan. Ik had zijn praatjes al zo vaak gehoord. Ik dacht zelfs: als ik hem nu voor de auto heb, rij ik over hem heen. Zó diep zat ons conflict. Het is niet met woorden uit te drukken hoe erg je iemand kunt haten. We waren vastgelopen in drijfzand, waar we onszelf niet uit konden trekken.”

Geen zin in dat vrome geleuter

Tot ieders verrassing liep déze ontmoeting tussen Sander en Arjan totaal anders dan verwacht. Ze zaten samen op een grote bank, Sander aan de ene, Arjan aan de andere kant. “Zullen we de podcast Eerst Dit gaan luisteren?” vroeg Sander, in een poging het gesprek goed te beginnen. Maar Arjan zette zijn hakken in het zand en zei: “Ik heb geen zin in dat vrome geleuter.”

“Nou joh, dan toch niet,” bracht Sander geërgerd in, “waar wil je het dan over hebben?” Maar er kwam weinig zinnigs; de twee zaten als een stel uitgebluste figuren naast elkaar. Toen Sander opnieuw voorstelde eerst naar de podcast te luisteren, stemde Arjan er toch mee in. “Niet van harte, want ik vond het onzin. Die eerste paar minuten luisterde ik echt met tegenzin. Maar opeens, halverwege die podcast, was het: boem! Ineens zag ik het helder: de enige oplossing is Jezus. En ik barstte in huilen uit.”

Hij gunde het mij niet en ik gunde het hem niet

Ook bij Sander brak er iets, precies op datzelfde moment. “In die podcast sprak dominee Kees van Ekris over leiders in een bedrijf, en dat macht gedisciplineerd moest worden. Vooral dat tweede resoneerde bij mij. Want ik wist dat ik met een machtsstrijd bezig was. Maar die macht moest op het altaar, die moest gebroken worden. Het gekke was: na die acht minuten durende podcast ervaarden we allebei een innerlijke vrede. Ik kan het nauwelijks omschrijven, maar het was alsof we geketend zaten, en ineens alles mochten loslaten. We zaten allebei te snikken op de bank. Eindelijk waren we uitgevochten.”

Een wonder

De vraag hoe het bedrijf moest worden voortgezet, was niet meteen beantwoord, maar het herstel was ingezet. Veel mensen om de broers heen ervaarden het als een gebedsverhoring. De broers beamen dat. Arjan: “Dit is echt het werk van de heilige Geest geweest. Een wonder, iets anders is het niet.”

De broers geven nu gezamenlijk leiding aan Hartman Installatie. Sander als algemeen directeur, Arjan als commercieel directeur.

En nooit meer ruzie?
Arjan: “Dat misschien niet, maar we weten nu: samen een bedrijf leiden is leuker. En we zijn ons veel bewuster van wat macht met je kan doen.”

Sander: “In die periode van ruzie zagen we niet hoe wij in elkaars verlengde konden liggen. Maar we zijn aan elkaar gegeven; alle kwaliteiten die hij heeft, heb ik niet en andersom. Ook gaan we voor periodiek onderhoud naar een therapeut. Er ligt vaak een taboe op hulp vragen bij een therapeut, maar het is het grootste cadeau dat we onze gezinnen hebben kunnen geven.”

HAAS HARTMAN7 Cropped

Geschreven door

Mirjam Hollebrandse

--:--