Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Column Mama Mirjam #48: ‘Waarom zou je bij voorbaat al zeggen dat ze anders is?’

Mirjam is getrouwd met Chris en heeft vier prachtige kinderen. De jongste, Livia (4), heeft het syndroom van Down, wat een verrijking is voor hun gezin. Over Livia schrijft ze voor Eva.

Deel:

‘Livia is anders.’

Het zou de titel van een kleuterboekje kunnen zijn. Er bestaat namelijk een boekje met zo’n titel, alleen dan met een jongensnaam. Het boekje gaat over een kleuterklas waar er binnenkort een jongetje met downsyndroom bijkomt. ‘Hij is anders dan wij’, vertelt de juf. Ze legt uit wat het jongetje allemaal anders doet, waarop de klas zegt: ‘Wij zullen heel goed voor hem zorgen.’ Hoe goedbedoeld het boekje is; mijn haren gingen overeind staan. Om eerlijk te zijn al bij het zien van de titel. Maar zeker na het lezen van wat hoofdstukjes. Ik ben natuurlijk niet onbevooroordeeld. Als moeder van een meisje met down, ben ik vast kritischer dan de gemiddelde lezer. Dit druist zo in tegen mijn gevoel. Het gaat zo in tegen hoe ik wil dat er naar Livia gekeken wordt. Waarom zou je bij voorbaat al vertellen aan een kleuterklas dat ze anders is? Dat ze minder goed kan praten en er anders uit ziet, maar wel erg lief en soms ondeugend is?

Waarom zou je bij voorbaat al vertellen aan een kleuterklas dat ze anders is?

Hiermee creëren we in de kleuterklas al een stigma. Een kind met down is anders en daar moeten we met elkaar voor zorgen. Weet je wat je daarmee bereikt? Dat de klas een soort huisdier krijgt. Je kijkt er met elkaar naar, je helpt waar nodig, je ruimt plasjes op, aait het over de bol en vertelt elkaar hoe schattig en leuk het toch wel niet is.

Het kan anders. Nee, het moet anders! De wereldwijde slogan binnen de downcommunity rond werelddownsyndroomdag was: ‘Assume that I can, so maybe I will’. Ga ervan uit dat ik het kan, en misschien doe ik het dan ook.

Dit begint al in de kleuterklas. Laat een kind met downsyndroom onderdeel zijn van de groep. Ga ervan uit dat het dingen kan. Spreek vertrouwen uit. Misschien gaat hij of zij het dan gewoon doen. Ik zeg erbij, ‘misschien’, net als in de slogan ook klinkt: ‘maybe’. Niet ieder kind met downsyndroom ontwikkelt zich hetzelfde. Maar er zijn zoveel stapjes te maken!

Laat een kind met downsyndroom onderdeel zijn van de groep, ga ervan uit dat het dingen kan

Livia zit op school in de kring, ze hangt haar jas op aan de kapstok, ze zet haar eten en drinken in de daarvoor bestemde bak, ze ruimt haar boekjes op en loopt hand in hand met een klasgenootje mee naar buiten. Waarom? Omdat haar juf ervan uitgaat dat ze het kan en de klas haar als ‘gewoon’ klasgenootje ziet. Als deel van het geheel. En ja, ze krijgt externe begeleiding; dat is niet omdat ze anders of dom is, maar omdat die juffen Livia andere dingen kunnen leren.

‘Livia heeft potentie.’

Een heel andere titel. Te moeilijk voor een kleuterboekje, maar zij hebben zo’n boekje helemaal niet nodig. Als wij het als volwassenen nu eens allemaal ter harte nemen, dan wordt het leven van mensen met een verstandelijke beperking een stuk mooier!

Geschreven door

Mirjam Kooijman

--:--