Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Kerstverhaal om (voor) te lezen : 'Een hart dat overkookt'

“Ik wil niet meer. Heb geen zin meer. Ik ben uitgekookt."

Madeleine heeft het gehad met het restaurant dat haar moeder runt en waar het – zeker rond de kerstdagen – een drukte van belang is. Maar durft ze er eerlijk over te zijn?

Deel:

“En nog is het donker. Waarom wordt het zo laat licht? Ik heb al in geen weken daglicht gezien”, moppert ze, terwijl ze zich langs Jet door het deurgat wringt.

“Wacht dan even buiten, als ik eruit wil”, bromt ze verder. “Ben je al wakker eigenlijk, je ziet me hier toch sjouwen?”
“Ook goedemorgen, Madeleine!”

Jet kijkt glimlachend naar haar dochter terwijl die stampend haar weg naar de container achter het restaurant vindt. Wanneer Madeleine de zware klep dicht laat vallen, weet de hele buurt hoe laat het is.

“Je bood zelf aan om vroeg te beginnen om alvast de tussengerechten te maken. En je weet hoe graag oma en opa willen dat ik het kerstontbijt rustig met hen eet. Hoe dan ook: geen tijd meer voor praatjes, aan de slag.”
Als mama nu “praatjes vullen geen gaatjes” zegt, is Madeleine er echt helemaal klaar mee voor vandaag.

“Waarom is Boris er nog niet?” vraagt Jet zich af.
“Omdat die probeert om wel iets van een normaal leven te hebben. Met zijn gezin bijvoorbeeld”, snauwt Madeleine.

“Dat proberen wij net zo goed. Jij was vanmorgen ook uitgenodigd voor het kerstontbijt. Arlette was er ook, samen met Lucas. Ze had zulke lekkere gevulde croissantjes gebakken. Met bramen-cranberrycompote. Perfect laagje banketroom eronder en een blaadje munt erop. Het waren kunstwerkjes. Ik zei nog: ‘Let, jij kunt vandaag wel in Au bain koken.’”

“Ja, wat extra handen zou wel fijn zijn”, hakt Madeleine er pinnig op in. “Zeker nu Boris weer eens laat is. Misschien dat het normaal is waar hij vandaan komt, maar hier hechten we aan op tijd komen. Of heeft hij zijn wekker daar in Rusland achtergelaten.”

“Madeleine!” roept Jet geschokt uit. “Schaam je. Je kunt wel chagrijnig zijn dat je met Kerst moet werken, maar dat hoef je niet op anderen af te reageren. Boris komt uit Oekraïne, dat weet je best. En hij kon op de vlucht met zijn gezin niets meenemen. Dus zeker geen wekker. Alsof dat gezinnetje al niet opgejaagd genoeg is. Trouwens, hij loopt hier stage, verdient daardoor bijna niets, terwijl wij enorm geholpen zijn. Een beetje begrip mag wel.”

“Sorry, mam, ik ben gewoon moe na zo veel drukke dagen. We zitten elke avond vol nu het kerstvakantie is. Ik wil op de bank, netflixen, net als iedereen tijdens de feestdagen.”

Jet hakt met laaghangende schouders een bos peterselie. Madeleine ziet dat haar moeder geraakt is. Binnen vijf minuten heeft ze haar alweer de oorlog verklaard op de dag dat iedereen elkaar vrede op aarde wenst.

“Ik begrijp het wel,” zegt Jet zacht, “maar we hebben nu eenmaal voor de horeca gekozen.”
“We?” herhaalt Madeleine veel te hard.

“Ik moest iets toen papa overleed. Zitten treuren is niets voor mij. Niet omdat ik niet intens verdrietig was, maar ik was bang dat ik nooit meer uit bed zou komen als ik het dekbed over me heen zou trekken en de deur naar de wereld dicht zou doen. Ik had geen opleiding afgemaakt omdat jij er iets sneller was gekomen dan gepland. En dan oma gehoopt had. Aangezien we een grote keuken hadden en ik in koken afleiding vond, ben ik dat gaan doen. Jij hielp me boerenkool plukken en met je kindermesje sneed je appels voor de appeltaarten, terwijl Arlette in de box lag. De eerste cateringopdrachten kreeg ik uit medelijden. Vooral van mensen uit de kerk, ze gunden me wat. Maar toen mensen proefden wat we maakten, ging het hard.”

Even voelt het weer vertrouwd en gezellig, de herinneringen aan al die uren met haar moeder in de keuken. Eerst thuis, later hier in hun restaurantje met de naam ‘Au bain marie’. Kletsen, menu’s bedenken, nieuwe recepten uitproberen. Maar ook mama een schone theedoek geven als de tranen niet stopten terwijl er geen uien gesneden werden. Ze was, nee, ze is altijd in haar moeders keuken te vinden. Daarmee bevestigen deze herinneringen het gevoel dat ze vastzit. Ze heeft nauwelijks een eigen leven. Twee keer per jaar komt haar jaargroepje van de culinaire academie nog in Amsterdam, waar ze studeerden, bij elkaar. Dan logeert ze bij Arlette op haar studentenkamer. Madeleine kiest dan altijd de mooiste restaurantjes uit om daar uitgebreid als vrienden bij te praten. ‘Jouw bedje is gespreid,’ zeggen ze dan, ‘jij gaat Au bain marie overnemen.’

Madeleine probeert het onderwerp te veranderen: “Hoe was het met Letje vanmorgen? Toe maar, Lucas mocht bij het familie-kerstontbijt zijn? Niet in pyjama, hoop ik?”
“Nee, hij kwam keurig in pak. Hij is met opa, oma en Arlette mee naar de kerstdienst.”

Madeleine is al heel lang niet in de kerk geweest. Het werd altijd laat op zaterdagavond en na zes lange dagen tot laat werken was er niets lekkerder dan op zondag tot het middaguur uitslapen. Of beter gezegd: opnieuw in slaap vallen wanneer de kerkklokken uitgeluid waren. Irritant hoe dat ‘bim bam, kom dan’ blijft nadreunen in je hoofd.

“Rita en Jasmijn hebben echt weer hun best gedaan op de aankleding. Mooi hoe ze dat zo samen doen als moeder en dochter. Wij kunnen ook weleens zoiets samen doen voor de kerk. Ze zoeken altijd koks voor de open maaltijd voor de eenzame ouderen.”
“Nee, dank je, ik sta de hele dag al te koken, dan ga ik dat niet ook nog eens voor een stel bejaarden doen.”

En weer doet ze het. Opnieuw volgt een pijnlijke stilte. De teleurstelling maakt de lucht in de keuken zwaarder dan de weeïge geur van de ragout die staat te pruttelen.

De rivierkreeftjes zouden te schattig zijn om op te eten als ze niet zo lekker waren. Madeleine drapeert een rijtje op een mooi bord met wat rucola, een schijfje citroen en een likje pesto. Dan maakt ze een foto en post hem op Instagram. Als haar volgers haar creaties liken, geeft dat altijd weer wat adrenaline. Ze proeft een van de gekookte kreeftjes voor. Als kind wilde ze een tijd vegetariër worden, maar dat accepteerde oma niet en daar at ze altijd avondeten. Haar moeder was rond die tijd in het restaurant. Opa had de kippen en varkens met liefde verzorgd en op ons bord konden ze wat terugdoen, redeneerde oma. Daartoe had onze lieve Heer ze tenslotte geschapen. Ook voor haar moeder betekende dieren brood, of beter gezegd: vlees op de plank, dus liet Madeleine haar plantaardige idee maar varen. Net als het idee om interieurontwerper te worden. Het studieplan dat haar decaan opperde na een beroepskeuzetest die ze stiekem gedaan had, werd al gauw omgebogen tot de culinaire academie.

“Vrrrolijk kerstfeest”, schalt het door de keuken als Boris binnenstapt. Met de net opgegane zon in de rug maakt hij een verblindende entree.
“Goedemiddag, Borrris”, zegt Madeleine terwijl ze zijn rollende r nadoet.

Boris is zo iemand die de sfeer kan doen omslaan met zijn vrolijke persoonlijkheid. Madeleine en Jet zijn allebei opgelucht dat hij er is. Dan is er minder spanning. En werken dat hij kan! In Oekraïne had hij zijn eigen restaurantje.
“Even proeven”, kondigt hij aan terwijl hij telkens een schone lepel in een volgende pan steekt.

Bij de pan ragout stopt hij. Hij knijpt zijn ogen samen en denkt na.
“Net als kerstpakket!”
Madeleine staat als aan de grond genageld en vanuit haar ooghoeken ziet ze haar moeder naar Boris toe lopen.

“O ja, is de ragout lekker geworden? Die heeft Madeleine vanmorgen vroeg al gemaakt van die bouillon die je gisteren getrokken had.”
“Zelfde als in kerstpakket van kerk”, zegt Boris, triomfantelijk omdat hij de smaak van dit voor hem nieuwe gerecht herkent.

“O ja, daar zaten ook blikjes ragout in. En van die pasteitjes. Maar deze is vers gemaakt, dat is toch wel een ander niveau.” Jet dipt een houten lepel in de pan met ragout en proeft. Ze kijkt vol ongeloof naar Madeleine zonder iets te zeggen. Vervolgens loopt ze naar de koelcel en komt terug met de zware bak vol runderbouillon.
“Mijn bouillon…?” vraagt Boris verbaasd.

Ze kan wel janken. Betrapt. Ze schaamt zich kapot en wil stampend wegrennen. Maar haar benen willen niet. Ze gaat op de grond zitten en breekt. Haar hoofd zakt tussen haar knieën.
“Die vroege vuilnis, laat me raden, dat was blik?” zegt Jet.
“Ja”, fluistert Madeleine, nauwelijks verstaanbaar door het zoemen van de grote afzuigkap.

Jet zet behalve de oven alle pitten uit en het wordt stil in de keuken. Ze gaat naast Madeleine met haar rug tegen de afwasmachine zitten. Ze geeft haar een theedoek voor de tranen en verzucht: “Waarom, meisje? Je kunt zo goed koken. Hoe dacht je ermee weg te komen?”

“Tegen de tijd dat het tussengerecht aan de beurt is, proeven mensen door de wijn toch niet meer goed. Ik was zo moe en wilde meer slaap. Daarom had ik gisteravond al blikjes bij de supermarkt opgepikt.” Een lange, haperende snik volgde.
“Maar zo’n actie is niets voor jou. Zo ken ik je niet. Waar is je passie gebleven?”

Madeleine haalt schokkend haar schouders op.
“Ik wil niet meer. Heb geen zin meer. Ik ben uitgekookt. De gedachte dat ik dit de rest van mijn leven moet doen, verstikt me. Ik doe het voor jou, mam. Het is zo belangrijk voor jou en je hebt jezelf gegeven. Aan ons en het restaurant. Maar ik kan het bijna niet meer opbrengen. Ik stel je alleen maar teleur: ik wil niet hier zijn. Ik heb geen leuke vriend, zoals Let. Ik ga niet met je mee naar de kerk. Op z’n verjaardag nog wel. Ik weet het niet meer.”

“Ik weet het wel. We gaan jouw ragout met wat brood bij het azc brengen. Lekker”, zegt Boris en hij tilt haar aan haar arm overeind.
“Rijd jij met het busje?” zegt hij tegen Madeleine terwijl hij zijn jas weer aandoet.

Jet is inmiddels ook opgekrabbeld en zegt: “Goed idee, Boris. Maak ik ondertussen nieuwe ragout. Neem ook de cheesecake mee die nog in de koelcel staat. En een paar doosjes frambozen. Die gebruiken we vandaag toch niet.”
“Maar mam, ben je niet boos?” Madeleine durft haar niet aan te kijken en duikt met haar hoofd de koelcel in.

“Je bent altijd goed geweest in het zoeken van creatieve oplossingen, maar die van vandaag verdient geen schoonheidsprijs. Maar als God ons iets leert met Kerst, dan is het wel omdenken. Hij draait alles om. Ik ben blij dat het hoge woord eruit is. Eerlijk gezegd was ik hier al een hele tijd bang voor, maar ik durfde niets te vragen. Ik wil je niet verliezen. Maar ik moet je wel laten gaan en een eigen weg gunnen. Wil je me vandaag en morgen nog wel helpen? Daarna red ik het wel met Boris. Als ik jou niet meer uit de zaak hoef uit te keren, kan ik Boris in dienst nemen. Als jij tenminste wel wilt blijven, Boris?”

“Bedoelt u een baan? Dat aan Oxana vertellen is mooiste kerstcadeau. Echt waar?”
Jet kijkt Madeleine vragend aan.
“Echt waar”, zegt Madeleine. “En mam, jij gelooft toch in nieuwe kansen?”
“Ja, als je mij kunt vergeven dat ik je…”

Madeleine laat haar niet uitspreken: “Shhhh, kunnen we dan morgenochtend thuis een tweede kerstontbijt doen?”
“Ik doe niets liever. Boris, komen jij, Oxana en de kinderen dan ook?” vraagt Jet.
“Alleen als Madeleine ragout maakt”, grapt hij.

Tekst: Eline de Boo

--:--