Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Mattias Rouw stapte over naar de Oosters-Orthodoxe Kerk

‘Wel een bommetje, in positieve zin’

Mattias Rouw groeide op in de pinksterbeweging, maar maakte afgelopen januari – na twintig jaar studie en onderzoek – de overstap naar de Oosters-Orthodoxe Kerk. “Ik had geen flauw benul van het bestaan ervan.”

Deel:

De zoektocht van Mattias (51) begon toen hij rond zijn 20e gevraagd werd een Bijbelstudie te houden voor een jeugdavond. Hij dook dieper in de Bijbel en vroeg zich ineens af: hadden de leerlingen van Jezus eigenlijk ook leerlingen? Toen ontdekte hij dat dit inderdaad het geval is en dat zij zelfs de apostolische vaders worden genoemd. Mattias: “Zij hadden de apostelen gekend en – net als de leerlingen van Jezus – brieven geschreven. Die bleken op internet te staan. Toen ik die las, ontplofte mijn evangelische hoofd. Want ik dacht dat de kerk pas ontstaan was met de Azusa Street Revival, begin twintigste eeuw. Heel onnozel natuurlijk, maar ik was nooit uitgedaagd me daar verder in te verdiepen.”

Beluister hier de podcast 'Het ene moment'
Beluister hier de podcast 'Het ene moment'

Mattias Rouw

Een bommetje

Mattias las de brieven van kerkvaders als Polycarpus en Irenaeus en dacht: het is net alsof ik Paulus hier hoor. En Johannes. “Ik las dezelfde taal en dezelfde dingen als waar de apostelen mee bezig waren. Waanzinnig! Zo ontdekte ik stukje bij beetje de vroege kerk. Dat was wel een bommetje, in positieve zin. Natuurlijk kende ik de Rooms-Katholieke Kerk wel, maar daar hadden wij protestanten niets mee. Dus voor mij was die zoektocht een verrijking.”

Allergische reacties

Al snel kwam Mattias op het spoor van de Oosters-Orthodoxe Kerk. “Die kerk bleek van ver vóór de Reformatie te zijn, van vóór alle splitsingen. Daardoor kon ik het er in mijn omgeving over hebben, zónder allergische reacties op te wekken – niemand verweet mij dat ik met het rooms-katholicisme aan het flirten was. Voor mij is de vroege kerk de basis waar we elkaar kunnen vinden.”

Toen ontplofte mijn evangelische hoofd

In eerste instantie was Mattias totaal niet van plan over te stappen. Hij voelde zich prima thuis in zijn pinkster- en later baptistengemeente. Wel ging hij boeken schrijven met de creatieve vriendengroep Monk Collective, onder meer over de woestijnvaderbeweging uit de derde eeuw. “Dit waren mensen die zich terugtrokken in de woestijn en God zochten. Daar werd ik helemáál door geraakt. De woestijnvaders waren heel experimenteel met het geloof bezig. Niet vanuit hun hoofd, maar vanuit hun hart. Dat type theologie kende ik nog niet. Ik verloor me erin.”

Volledig in het Grieks

Het kantelpunt in Mattias’ zoektocht was de coronapandemie. In die tijd mochten gelovigen alleen in kleine groepen bij elkaar komen. Mattias sloot daarom een paar keer aan op de achterste bank van een oosters-orthodoxe kerk in Nijmegen. “Ik kwam er als zolderkamergelovige – want dat was ik natuurlijk als het om deze kerk ging – ineens écht mee in aanraking. De diensten waren volledig in het Grieks, en dat hielden de protestantse vezels in mij niet lang vol. Uiteindelijk koos ik voor een orthodoxe kerk met een Nederlandse liturgie.”

De rol van Maria

Mattias is zich bewust van het feit dat de rol van Maria en de plaats van iconen in de Oosters-Orthodoxe Kerk voor veel protestanten gevoelig ligt. “Ik heb dit moeten leren waarderen. Maar hoe meer ik over de theologie las, hoe meer het mij aansprak. Die vond ik zo mooi, dat ik rond m’n 28e theologie ben gaan studeren. Toen explodeerde het opnieuw, maar dan op theologisch vlak. Want ik ontdekte hoe liefdevol de theologie van de vroege kerk is. Veel warmer dan de protestantse.”

Rechter of dokter?

Mattias legt uit: “God wordt in de orthodoxe liturgie altijd de menslievende genoemd. Nu ben ik heel voorzichtig om geloven tegenover elkaar te zetten, want ik wil respectvol blijven. Verschillen wil ik niet per se negatief benoemen. Maar er zijn wel accentverschillen. In de reformatorische theologie wordt God vaak gezien als een rechtvaardige rechter. Natuurlijk is Hij ook een liefhebbende Vader, maar Hij wordt vaak beleefd als iemand die zonde ziet als een overtreding. En bij een overtreding hoort straf. Wat ik ontdekte bij de vroege kerk is dat zonde primair wordt gezien als een ziekte, iets waaraan je lijdt. En wat doe je als je ziek bent? Dan ga je naar de dokter, waar vervolgens een gesprek plaatsvindt. Als je een overtreding begaan hebt, wil je niet graag naar een rechter. Maar als je zíék bent, wil je wél graag naar een dokter. Die dynamiek vind ik zo mooi, zo heilzaam.”

Zaterdag 6 januari 2024 was de dag waarop Mattias officieel overstapte naar de Oosters-Orthodoxe Kerk. “Het voelt of ik twee maanden geleden christen ben geworden, zo fris en nieuw is het.” Is zijn liefde voor de evangelische theologie nu bekoeld? “Zeker niet! Vroeger was ik een pinkstergelovige met een voorliefde voor vroegchristelijke theologie. Nu ben ik een orthodox christen met een voorliefde voor evangelische theologie.”

Geschreven door

Mirjam Hollebrandse

--:--