Roelien zingt in Het Groot Omroepkoor: 'zingen is topsport'
Aan de vooravond van een concert in het concertgebouw, zoekt Gerja Wolf voor de podcast De Stem Het Groot Omroepkoor op. Het is het enige Nederlandse beroepskoor voor het groot symfonisch repertoire. Het Groot Omroepkoor zingt regelmatig werk van hedendaagse componisten, die ook hun werk zélf dirigeren. Hoe is het om de maker zelf op de bok te hebben? En hoe kun je als zanger fit blijven tot aan je pensioen? Gerja gaat op pad met Roelien van Wageningen, alt in het koor.
Voorliefde voor koren
Roelien kreeg het zingen al jong mee: ‘Mijn moeder zong altijd thuis - en hoewel ze zelf geen opleiding heeft gedaan - heb ik het van haar gehoord en geleerd. Daar is de liefde voor het zingen ontstaan. Later nam ik ook zangles, deed audities. In eerste instantie wist ik niet dat koren mijn voorliefde had. Maar het is fantastisch; vooral de interactie met mensen vind ik heel leuk.’
Afwisseling
'Wat ik leuk vind aan dit koor is dat je de grote werken hebt óf de kleinere werken óf de a-capella werken', vervolgt Roelien. ‘Die afwisseling is enorm leuk. Het zingen vraagt wel wat van je. Het is niet zo makkelijk om door te gaan tot je 67ste, het is topsport. Daarom is zelfzorg en je stem op peil houden heel erg belangrijk.’
Adem
Gerja ontmoet Roelien op de avond dat ze in het koor Le Grand Inconnu van James MacMillanzingt, waarbij MacMillan ook dirigeert. Roelien: ‘Macmillan neemt het voor deze avond over van onze dirigent, Benjamin Goodson. Dat is altijd spannend, maar we hebben gisteren al met hem gewerkt. Het bijzondere is dat het zijn eigen stuk is waardoor je door zijn flow ook echt het gevoel hebt: het zingt anders. Dat heeft er me te maken dat hij weet wat hij met het stuk wil. Hij geeft het stuk adem. Het is mooi als een dirigent dat kan overbrengen. Het is fantastisch om dan uiteindelijk op het podium te staan van het concertgebouw, dan heb je toch wel echt een topbaan.’
Geschreven door
Esther Tims-Van Helden
