Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Drie deelnemers over de laatste Elfstedentocht van 1997

'Onvergetelijk, al die emoties'

In 1997 verreden ze de vooralsnog laatste Alvestêdetocht: Henk Angenent, Klasina Seinstra en Cees Meijers. Na die slopende tocht van bijna tweehonderd kilometer mochten de eerste twee zich de winnaars noemen. De derde kwam letterlijk als laatste - nét op tijd - over de streep. Hoe kijken ze terug op hun Elfstedentocht?

Deel:

Klasina Seinstra, winnares in 1997

EO Visie - Elfstedentocht - Klasina Seinstra
EO Visie - Elfstedentocht - Klasina Seinstra. Credits: Jelte Bergwerff.

“Het is inmiddels ruim 27 jaar geleden, maar voor mij voelt het – nog steeds – als de dag van gisteren. En ik besef dat ik het enorme geluk had dat er een Elfstedentocht kwam in de negen jaar dat ik schaatsmarathons reed.

Er zijn allerlei momenten die ik me nog levendig herinner. Bijvoorbeeld de start. We stonden al vanaf kwart voor vijf klaar in de Kooi in het FEC in Leeuwarden. Buiten was de gevoelstemperatuur minus vijftien of zo, want het was windkracht vijf, of zes. Om halfzes klonk eindelijk het startsignaal. Dames en heren marathonrijders renden naar buiten, het donker in, en het publiek maakte ontzettend veel lawaai… Dat is iets wat je bij geen enkele andere wedstrijd ervaart.

Je wordt gewoon door het publiek gedrágen. Als je over het ijs een nieuwe stad nadert en het geluid van al die mensen hoort aanzwellen: fantastisch.

Zo’n tocht is fysiek afzien, maar ook intens genieten. Bij de start gold ik als een van de topfavorieten, omdat ik de winnares was van de alternatieve Elfstedentocht op de Weissensee in 1995 en 1996. Maar ik voelde geen druk. Ik was er gewoon helemaal klaar voor en had er zó’n zin in. Nooit eerder een Elfstedentocht gereden, dus ik dacht: kom maar op, leuk! Uiteindelijk kwam ik als snelste vrouw over de finish, en stond ik naast Henk Angenent op het podium. Onvergetelijk, al die emoties.

Ik train nog steeds marathonschaatsers en geef les bij mijn eigen schaatsclub in Heerenveen. Zelf schaats ik ook nog wel, maar puur om het een beetje bij te houden. En ja, ik hóóp dat er nog eens een Elfstedentocht komt. In 2012 waren we er heel dichtbij. Toen ik gewonnen had, flapte ik er spontaan uit dat ik iedereen wel een Elfstedentocht gunde. Dat zeg ik nog steeds, want het is zoiets moois en bijzonders. Met niets te vergelijken.”

De Friese Klasina Seinstra (55) was tijdens de Elfstedentocht van 1997 de snelste vrouwelijke deelnemer.

Henk Angenent, winnaar in 1997

EO Visie - Elfstedentocht - Henk Angenent
EO Visie - Elfstedentocht - Henk Angenent. Credits: Jelte Bergwerff.

‘Bij Bartlehiem wist ik: deze dag is van mij’

“Op 4 januari 1997 had ik een topdag. Ik dacht al snel: ik kan de Elfstedentocht weleens gaan winnen. Ik voelde me fit en mijn benen waren sterk. Ik wist óók dat ik niet de publiekslieveling was, maar dat deed me niet zoveel. Ik was blij dat ik niet alle pers achter me aan had en me kon focussen op de wedstrijd.

Tijdens de tocht was ik volledig in vorm: ik werd niet moe, heb geen moment een inzinking gehad en écht zwaar had ik het niet. Eigenlijk ging er maar één ding mis. Precies datgene waar mijn ploegleider al voor waarschuwde: ‘Zorg dat je niet in een te kleine kopgroep komt.’ Want als schaatser weet je: dan vang je veel wind. Dat kost bakken aan energie tijdens het schaatsen. Bij Sloten kwam ik in een kopgroep van vijf, veel te weinig. Met drie man schaatsten we ook nog eens verkeerd.

Maar als je goed getraind bent, raak je op dat soort momenten niet in paniek. Sterker nog, het pakte goed uit. Toen we de juiste route vonden, belandden we namelijk in een grotere groep van vijftien man. Het gat tussen ons en de schaatsers erachter werd in no time heel groot.

Bij Bartlehiem – zo’n 60 kilometer voor de eindstreep – wist ik: deze dag is van mij. Dat klinkt arrogant, maar ik kende mijn concurrentie door en door. Ik wist precies wie z’n dag had en wie niet.

Levendige herinneringen heb ik verder niet veel aan de tocht. Je schaatst in de roes van de wedstrijd, met je doel voor ogen. Natuurlijk herinner ik me nog een paar kippenvelmomenten. Bijvoorbeeld het moment dat we Franeker binnen schaatsten over de grachten. Het geluid van al die mensen langs de kant, het voelde als een arena. Onvergetelijk.

Ik zou de tocht nog weleens opnieuw willen beleven – en dan bewust, zonder die wedstrijdroes. Daarom schaats ik in de winterperiode nog twee keer per week en fiets ik het hele jaar door. Gewoon omdat ik het fijn vind, maar vooral om er klaar voor te zijn als er weer een Elfstedentocht komt. Dan wil ik de Friese steden bedanken. Ze hebben mijn leven op z’n kop gezet op die ene dag in 1997.”

Henk Angenent (56) uit Woubrugge schaatste in 1997 als eerste over de finish.

Cees Meijers kwam in 1997 als laatste over de streep

EO Visie - Elfstedentocht - Cees Meijers
EO Visie - Elfstedentocht - Cees Meijers. Credits: Jelte Bergwerff.

“Die ochtend stap ik om vier uur uit bed. Ontbijt: macaroni en yoghurt met muesli. Dan lopend vanaf m’n gastadres naar het FEC. Batterijen voor m’n mijnwerkerslamp op mijn rug. Naar de startersvakken. Wachten.

Ons vak is tegen tienen aan de beurt. Ik had me voorgenomen het eerste gedeelte rustig aan te doen. Maar met windkracht vijf vol in de rug vlieg je vooruit. Na het Slotermeer via Balk naar Stavoren.

Tegenwind! Stavoren-Hindeloopen: lastig stuk. Maar eenmaal in een plaatsje aangekomen word je telkens overspoeld met gejuich – de mentale drijfveer om door te kunnen gaan. Nu van Bolsward naar Harlingen, langs Witmarsum, Arum en Kimswerd.

Die deinende en zingende massa op de wal, wat een feest. Harlingen, prachtig. Franeker? Nog uitbundiger. Dan de donkere, stille polder weer in. Op de Blikvaart. Over ijs vol scheuren, zichtbaar in de lichtbundel van mijn mijnwerkerslamp, door een stikdonker niemandsland.

Onderweg naar Bartlehiem. Last van m’n ogen. Dan maar met twee bevroren ogen, Dokkum zal ik halen. En jóngens, wat doet m’n rug pijn! Dokkum, gehaald. Na de stempelpost zie ik een bekende trimschaatsster uit Woerden. ‘Kom op Cees,’ zei ze, ‘het moet kunnen, we hebben nog vijf kwartier, Leeuwarden is nog maar 24 kilometer voor de wind.’ Bij Oudkerk kan ik haar niet meer bijhouden. Ik vecht en bid tot God om kracht. Uiteindelijk hoor ik een helikopter boven me: felle lichtbundels tasten het ijs af naar achterblijvers. Heb ik zo veel tijd verloren?

Daar, in de verte, de sterke lampen van Leeuwarden. Feestgedruis. Het publiek schreeuwt me toe: ‘Nog vijftienhonderd meter en nog ongeveer vier minuten vóór twaalf uur!’ Die afstand nog sprinten als je zó stuk zit?

Ik geef álles. Enkele meters voor de streep laat ik me vallen, bang om op de massa in te rijden. Twee vrijwilligers tillen me op, trekken me over de streep. De beelden halen het journaal. Op mijn stempelkaart: 23.59 uur! Goddank dat ik dit mocht meemaken.”

Cees Meijers (68) uit Kamerik kwam tijdens de Elfstedentocht van 1997 als allerlaatste rijder – nét binnen de tijd – over de finish.

--:--