Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Margje Fikse: ‘Hattem is het mooiste plekje op aarde’

Zodra EO-presentator Margje Fikse (48) haar koffer met jeugd- en vakantieherinneringen openklapt, komen er verrassende verhalen uit. “Als student ben ik twee zomerweken au pair geweest in St. James’s Palace, een van de oudste koninklijke paleizen in Londen.”

Deel:

“Hier ben ik geboren en ik heb er tot mijn 12e gewoond. Dit was onze boerderij.” We staan op het door ruisende bossen en glooiende weilanden omzoomde landgoed Molecaten in Hattem, waar we hebben afgesproken. Margje wijst naar een smaakvol gemoderniseerd, wit gebouw met duifgrijze dakpannen. “Tegenwoordig is het een paardenhouderij en wonen mijn oudste zus en zwager er. Toen zij trouwden, was ik nog maar 3.”

Van adel

Tientallen meters verderop zien we – links ervan – een monumentale villa, met vier schoorstenen op het dak en dertien ramen in de voorgevel. “Daar woonde mijn beste vriendin, Agnes. Haar ouders deelden deze villa met de kinderloze broer van haar vader en zijn vrouw. Die broers waren van adel; dit was jarenlang het landgoed van de familie Van Heeckeren van Molecaten. Maar in mijn kindertijd was het wel een beetje armoe troef. Vanbinnen was de villa verouderd. ’s Winters was het er ijskoud; in mijn herinnering was er maar één kamer verwarmd.”

Stoffige wegen

“Zullen we doorrijden naar mijn huis?” stelt Margje voor. “Daar heb ik koffie. Let niet op de rommel, zeg ik er alvast bij; ik was vannacht pas rond middernacht thuis. Ik had opnames van Dit is de kwestie en het was een nogal hectische en lange dag.” Via deels stoffige kronkelweggetjes zetten we koers naar een voormalige boerderij, fraai gelegen aan een hoge bosrand. Daar woont de EO-presentator samen met echtgenoot Abel en hun drie kinderen. 

Tussen de koeien

Terwijl Margje koffie zet en warme melk opklopt in de nog ietwat rommelige keuken, vertelt ze dat ze hier als puber met haar ouders heeft gewoond. “Ze hadden vijf kinderen, ik was een nakomertje. Mijn broers en zussen waren al vroeg het huis uit. Zullen we zo lekker buiten gaan zitten?”

We strijken neer aan de lange houten picknicktafel die op het gras rust. De poes vlijt zich neer naast Margje, terwijl haar twee honden – moeder en zoon – verwoede pogingen doen om takken uit een nabijgelegen struik te trekken.

Jouw ouders hadden een paardenfokkerij?
“Eerst een gemengd bedrijf, dus ik ben opgegroeid tussen de koeien. Toen kwam in de jaren tachtig het hele melkquotum-verhaal en besloten ze verder te gaan met paarden. Mijn vader had ooit, samen met zijn broers, een hengst uit Frankrijk gehaald. Dat was voor die tijd – jaren zestig – heel modern. Duc de Normandie. Hun hengst werd een begrip in de paardenwereld. Er was nog geen kunstmatige inseminatie, dus mensen kwamen bij ons thuis om hun merrie te laten dekken.”

Wat vond jij als kind het leukste op jullie boerderij? 
“Ponyrijden: fantastisch. En verjaardagspartijtjes: ik nodigde hier altijd de hele klas uit. Niemand uitgezonderd.”

Gingen jullie als gezin weleens op vakantie?
“Nóóit. Omdat wij op een boerderij woonden, bleven we altijd thuis in de zomer.”

Je wist waarschijnlijk dat klasgenootjes wél op vakantie gingen?
“Jawel, maar heel lang heb ik daar volgens mij niet over nagedacht.”

Bleef Agnes in de zomer ook thuis?
“Volgens mij wel. Haar ouders waren niet straatarm, maar moesten wel een enorm landgoed beheren. Dat kost bakken met geld. Dus zij hadden het absoluut niet breed. Uiteindelijk hebben ze het landgoed – jaren later – moeten verkopen aan een verzekeringsmaatschappij. Agnes woont nu ergens bij Driebergen. Zij was vijf of zes jaar ouder, maar we hadden een enorme klik.”

‘Voor mijn verjaardag nodigde ik altijd de hele klas uit’

Wanneer ging je voor het eerst echt op vakantie?
“Toen ik 11 was. Ik weet nog precies waar ik stond, achter het huis, toen de ouders van een ander vriendinnetje naar me toe kwamen en vroegen: ‘Ga je met ons mee naar Frankrijk?’ Dat hadden ze natuurlijk al met mijn vader en moeder overlegd. Die ouders gingen zelf vier weken naar een camping. Ik mocht twee weken mee, met een opa van dat vriendinnetje en haar tante. Heen en terug, in een klein autootje.”

En?
“Ik vond Frankrijk ge-wel-dig! In mijn beleving was ik echt op ontdekkingsreis namens de hele familie. Plus: elke ochtend wit stokbrood, voor de tent, met héérlijke jammetjes, en yoghurtjes… En dan zag ik dat de ouders van mijn vriendinnetje gewoon de hele dag lekker zaten te niksen.”

Terwijl jouw ouders…
“… áltijd aan het werk waren. Zelfs op zondag. We gingen met ons gezin naar de hervormde kerk in Hattem. Maar er was ook op zondag altijd het nodige te doen op de boerderij.”

Had je in Frankrijk last van heimwee?
“Totaal niet. Ik vond het er heerlijk.”

Heel romantisch

Ze gaat verzitten, trekt haar zomerjurkje strak en vervolgt: “Ik herinner me trouwens nog wel dat ik een keertje samen met mijn ouders een paar dagen in Brugge ben geweest. Niet in een zomervakantie, maar zomaar tussendoor. Een oom had daar een hotel. Ik vond het echt raar om met hen op vakantie te zijn.”

Waarom?
“Omdat ze – heel romantisch – elkaars hand vasthielden en zo. Had ik hen nog nooit zien doen! Daar opeens wel. Toen zat ik nog op de basisschool.”

Ging je als tiener weleens zonder je ouders op vakantie?
“Ja. Bijvoorbeeld met een vriendin treinen door Europa: heerlijk.”

Een plakje worst

Na het behalen van haar vwo-diploma volgde Margje, die nog niet precies wist wat ze met haar verdere leven wilde, een jaar aan de Evangelische Hogeschool in Amersfoort. Via via hoorde ze daar over een screentest voor een nieuw reisprogramma: Bjrrt! De EO zocht er vier jongeren voor, die vier weken op reis gingen.

Margje trok de stoute schoenen aan, meldde zich voor de screentest én werd gekozen. “Van alle reizen die ik ooit in mijn leven heb gemaakt, was die trip voor Bjrrt! toch wel de mooiste”, blikt ze terug. “Waarom? Alles kwam in die ene reis bij elkaar; ik vond een soort bestemming. Ik ben heel nieuwsgierig, vandaar dat ik ook journalist en verslaggever ben geworden. Tot dan toe had ik amper iets van de wereld gezien. Dankzij dit programma ging ik met een groepje jongeren en een filmploegje in een grote bus dwars door Finland, Zweden, Estland, Letland, Litouwen, Rusland... Onvergetelijk.”

‘Ik kan mijn leeftijd totaal niet rijmen met hoe ik me vanbinnen voel’

Als 19-jarige stond je al onbekommerd voor de camera? 
Met stralende ogen: “Ik dacht: dít vind ik leuk! In Sint-Petersburg stapte ik gewoon op een groepje oud-communisten af, die terugverlangden naar het communisme, om hen te interviewen. ‘Ze flirt met de camera’, zei de filmploeg – het grootste compliment van mijn leven, haha! En als programmamaker reis ik nu nog steeds veel voor de EO.”

We zijn inmiddels bijna dertig jaar verder. Ervaar je ouder worden als vervelend?
“Helemaal niet. Maar het past zó niet bij mij. Ik heb in de winkel altijd nog zoiets van: mag ik een plakje worst, mevrouw? Ergens voel ik me nog 13 of zo. Misschien omdat ik altijd de jongste was? Ik kan mijn leeftijd totaal niet rijmen met hoe ik me vanbinnen voel.”

Na dat jaar aan de Evangelische Hogeschool ging je politicologie studeren in Leiden.
“In 1994. In 1998 ben ik afgestudeerd, op mijn 23e. Tijdens mijn studie leerde ik tijdens een liftwedstrijd – een studentengrap – Abel kennen, mijn man. Je wist niet met wie je ging én het was een wedstrijd: wie het eerst in Brussel was.”

Enorme onrust

Sinds Bjrrt! bleef Margje “als een soort freelancer” actief voor allerlei EO-programma’s en -activiteiten. Na haar studie kwam ze in dienst als Twee Vandaag-verslaggever. ”Voor dat actualiteitenprogramma heb ik ook veel gereisd. Dat lag wel in het verlengde van Bjrrt!: het waren reizen met een duidelijk doel. Het begon met Mozambique, kort na de watersnoodramp daar. Daarna ging ik met VN-vredesmissies mee naar Congo, Ethiopië en Eritrea. Later volgden nog veel meer buitenlandse bestemmingen. Ik weet van gekkigheid niet meer waar ik allemaal ben geweest. Nepal, Soedan en tig keer Amerika, voor de verkiezingen. Dus wat ik in mijn jeugd niet deed, heb ik duizend keer ingehaald. Ik ben me helemaal suf gaan reizen. Maar toch… op mijn 25e heb ik onbetaald verlof opgenomen, omdat ik een enorme onrust bleef voelen: is dit nu wat ik met mijn leven wil?”

Wat deed je om die onrust te bezweren? 
“Ik besloot drie maanden naar Midden-Amerika te gaan, om zo veel mogelijk landen te zien. Ik wilde alles inhalen wat ik dacht in mijn jeugd te hebben gemist. In mijn eentje, als backpacker. Nu denk ik: pfff, dat moet wel heftig zijn geweest voor mijn ouders… Ik begon in Costa Rica. Daarna Nicaragua, Honduras, Guatemala, Mexico en daarna door naar de VS. Daar ben ik ook nog op een filmset beland.”

Dat meen je niet.
“Echt. In een figurantenrol. Via Cuba vloog ik daarna weer terug. Nou, toen had ik het wel even gezien.”

Wat hebben die reiservaringen je gebracht?
“Het alleen reizen zorgde ervoor dat ik in elk land héél veel in contact kwam met lokale mensen, en dat ik met meer zelfvertrouwen terugkwam.”

‘Ik kan mijn leeftijd totaal niet rijmen met hoe ik me vanbinnen voel’
‘Ik kan mijn leeftijd totaal niet rijmen met hoe ik me vanbinnen voel’. Credits: Jacqueline de Haas.

Hartje Londen

Ze recht haar rug. “Er schiet me iets te binnen wat ik net vergat te zeggen: als student – rond m’n 21e – ben ik zelfs nog twee zomerweken au pair geweest in St. James’s Palace in Londen.”

Serieus?
“Jazeker! Een vriendin van me had hetzelfde gedaan, en dat leek me ook wel wat. Dus we wisselden elkaar af: allebei twee weken. Bij een klusjesman van de Britse koningin, die drie jonge kinderen had. Hartje Londen, in een van de oudste koninklijke paleizen in Groot-Brittannië: fantastisch.”

Hebben jij en Abel na jullie huwelijk samen ooit verre reizen gemaakt?
“Met onze oudste zijn we in Patagonië geweest, met een camper. En toen we twee kinderen hadden, zijn we – ik had de jongste aan de borst in het vliegtuig – naar Sri Lanka gegaan. We zijn zelfs bijna naar Ethiopië verhuisd. Abel overwoog daar, samen met iemand anders, een melkbedrijf op te zetten. Hij zat daar drie maanden, en ik ben er met twee kinderen naartoe gevlogen. Toen er een derde op komst was, besloten we toch in Nederland te blijven.”

Vinden de kinderen het lastig dat je soms een tijdlang op reis bent voor je werk?
“Ja, dat vonden ze vroeger al vreselijk. Nu nog. Ik vind reizen zelf ook verschrikkelijk – én geweldig.”

Verschrikkelijk?
“Volgende week ga ik voor opnames van Oases in de Oriënt tien dagen naar Madagaskar. Vooraf denk ik bij zo’n reis vaak: ik ga dood; ik kom niet meer levend terug. Waarom doe ik dit? Terwijl ik er ter plekke volop van geniet. Heel dubbel.”

‘Waarom niet naar Ibiza?’

Ze leunt voorover op de picknicktafel, terwijl de honden achter haar rusteloos in de zon ravotten. “Als gezin gaan we niet veel op vakantie. Straks een weekje naar Denemarken, in een huisje. En nog een weekje in een huis op het strand in Katwijk. Maar ja, de kinderen vragen: ‘Mama, in Denemarken is het toch niet warm? Waarom gaan we niet naar Ibiza?’ Wat ik vroeger had, hebben mijn kinderen nu. We kunnen hier moeilijk langere tijd weg: we hebben twee paarden, een pony, twee honden… Vind maar eens iemand die hier vier weken de boel wil overnemen. En het milieuaspect weegt voor mij ook mee.”

Lastig, op dit punt nee zeggen tegen je kinderen?
“Ja, nou… Gezien mijn eigen reisverleden, voelt het ergens heel oneerlijk naar hen toe. Maar we weten nu allemaal hoe belastend vliegreizen zijn.”

Kom je hier thuis, ver van de Hilversumse hectiek, het beste tot rust na zo’n drukke werkdag als gisteren?
“Ja. Hattem, dat is het mooiste plekje op aarde. Ik zou nergens liever willen wonen dan hier, waar ik vroeger met mijn ouders heb gewoond.”

Eén krabbeltje

Na een korte stilte, de blik op de openstaande deur: “Mijn vader sprak met iedereen die bij ons over de vloer kwam vrijmoedig over het geloof. Als mensen bijvoorbeeld hun merrie brachten om haar door Duc te laten dekken, vroeg hij, in plat Veluws: ‘Hej ‘ie wel ‘es van Jezus eheurd?’ Hij had iets innemends; niemand stoorde zich eraan.”

En je moeder?
“Ook heel gelovig, al uitte zich dat bij haar meer in daden dan in woorden. Beide kanten herken ik ook wel bij mezelf.”

Jouw vader overleed in dit huis, las ik?
“Klopt, op zijn 77e. Na een val van de trap. Toevallig zei hij de week ervoor nog tegen mijn moeder: ‘Er ligt een briefje in het bureau.’ Het bleek slechts één krabbeltje te zijn: ‘Zonder God red ik het niet. Zonder God red jij het niet.’ Prachtig... Mijn moeder was een heel sterke vrouw; twaalf jaar jonger. Ze is 86 geworden en heeft hier nog jarenlang gewoond. ‘Ik ben nooit alleen,’ zei ze, ‘want God is altijd bij me.’ Voor mij is zij een voorbeeld van kinderlijk vertrouwen op God.”

Roodbruine boom

Margje kijkt even peinzend naar de hoge, roodbruine boom naast het huis, die haar vader nog heeft geplant. Rondom ons zingen de zomervogels. “Toen mijn moeder nog leefde, zat ik als volwassene naast haar in die oude hervormde stadskerk, en dacht ik weleens: hier zat ik vroeger ook, met mijn ouders… Nou, dan kon je me wel wegdragen, hoor... De gedachte dat je – ook wat het geloof betreft – ‘in de lijn van de geslachten’ staat, kan me ontroeren.”

Tante Marri

Een paar tellen later vraagt Margje plotseling, met een Gelderse tongval: “Ben je weleens in Zalk geweest?” Lachend: “Dat vroeg mijn tante altijd als het over vakanties ging. Mijn moeders lievelingszus, naar wie ik vernoemd ben: tante Marri. Veel mensen vinden dat ze ‘weg moeten’; dat heb ik zelf ook een tijdlang gedacht. Maar zij was boerin en ging nooit weg. Het liefst was ze, net als mijn moeder, in haar tuin bezig. Als mensen enthousiast over hun vakantie spraken en foto’s lieten zien, reageerde tante Marri: ‘Mooi, hoor. Maar… ben je weleens in Zalk geweest?’ Met andere woorden: heb je wel oog voor al het moois in je eigen omgeving? Zeker rond de zomervakantie moet ik daar eerlijk gezegd nog wel vaak aan terugdenken.”

Geschreven door

Gert-Jan Schaap

--:--