Ga naar submenu Ga naar zoekveld

‘Maak euthanasie bespreekbaar in de kerk’

Stelling rondom het nieuws

Is er onder christenen een verschuiving gaande als het gaat om euthanasie? Zijn we er minder verlegen mee, denken we er milder over? En, moeten we dit onderwerp niet bespreekbaar maken in de kerk? “Nee”, stelt ethicus Theo Boer. “Laten we er juist met de nodige voorzíchtigheid over praten.”

Deel:

Klopt het dat euthanasie in christelijke kring nu meer bespreekbaar is dan pakweg dertig jaar geleden?
“Nee, die trend herken ik niet. Het waren begin jaren zeventig met name hervormden en gereformeerden die pleitten voor euthanasie. Wie vooral bezwaar aantekenden, waren de orthodoxe protestanten. En dat is nog steeds zo. Ik zie zelfs ten dele een tegenovergestelde trend – dat zien we ook in de cijfers – namelijk dat in toenemende mate ook voorstanders zeggen: ‘Het gaat ons te ver.’ Met name wanneer er sprake is van euthanasie bij niet-terminaal zieke mensen, mensen met een handicap of met beginnende of gevorderde dementie.”

Zou het onderwerp meer bespreekbaar gemaakt moeten worden binnen kerken?
“Ik vind van niet. Protestanten in Nederland zijn voluit deel van de samenleving. En die samenleving praat zeer geregeld over euthanasie. In bepaalde delen van Nederland staat het bijna standaard op het keuzemenu. Regelmatig is er een documentaire op televisie waarin het gaat over hoe belangrijk euthanasie is, hoe fijn dat het mogelijk is en hoe goed het in Nederland geregeld is. Ik zou daarom bijna het omgekeerde zeggen: laten we er voorzíchtiger over praten. Met gepaste terughoudendheid. En dan ook pas als het water je aan de lippen staat. Niet als een optie die je ergens in je leven kunt overwegen.”

Omdat het steeds vanzelfsprekender lijkt te worden, zouden kerken zich er ook juist op kunnen bezinnen.
“Dat is waar. Ik word ook regelmatig uitgenodigd in kerken en gemeenten om hier lezingen over te geven. Het is goed dat kerken op hun eigen manier aandacht aan dit thema willen geven. Zonder het te veroordelen, maar ook zonder het als een redelijk alternatief te presenteren. In wezen is euthanasie een vorm van zelfdoding, met dit verschil dat je niet zelf degene bent die het doet, maar de dokter – maar wel op jouw verzoek. In de Bijbel wordt zelfdoding nooit goedgepraat, maar ook nooit veroordeeld. Dat zou ik kerken dan ook aanraden: spreek geen oordeel uit. Niet in positieve zin, maar ook niet in negatieve zin.”

Pleit u niet voor meer mildheid rond dit onderwerp?
“Ik vind dat je onderscheid moet maken tussen de regel en de uitzondering. Over de regel – namelijk dat je niet doodt – mogen we best strikt zijn. En over de uitzondering moeten we pastoraal zijn.”

Aan welke uitzonderingen denkt u dan?
“Dat vind ik een lastige vraag, omdat ik dan van die uitzondering weer een regeltje maak. Het kan gaan om mensen – uit welke patiëntengroep ook – voor wie ook palliatieve zorg geen soelaas biedt. In die uitzonderlijke gevallen past ons geen oordeel. Waarbij ik wel zeg: ook deze uitzonderingen bevestigen de regel. En over de regel moet je durven praten, in plaats van dat de mens de dood als het ware beheersbaar maakt. Want wij zijn niet de acteurs van ons sterven.”

Kun je stellen dat je als christen feitelijk niets over je eigen levenseinde te zeggen hebt?
“Gelukkig hebben we over ons eigen levenseinde heel veel wél te zeggen. Bijvoorbeeld over de vraag of je nog wel behandeld wilt worden. We gaan in Nederland vaak te lang door met behandelen. Waarom zou je iemand op hoge leeftijd en voor wie het genoeg is geweest, bij een longontsteking nog behandelen met antibiotica? Op dat punt vind ik dat we als christenen bezwaar mogen maken tegen die overdaad aan behandelingen.

Misschien is een van de redenen waarom wij zo veel over euthanasie praten, wel dat we patiënten te lang doorbehandelen. Het lijkt me dat we dan eerder moeten stoppen met behandelen, in plaats van euthanasie als de oplossing te zien.

Er is nog iets: ons land kent een uitstekende palliatieve zorg. Deze zorg voor mensen die niet meer kunnen genezen, heeft de afgelopen twintig jaar enorme vooruitgang geboekt. Dat soort regie moeten we met beide handen aangrijpen.”

Geschreven door

Mirjam Hollebrandse

--:--