Ga naar submenu Ga naar zoekveld

EO-drieluik Oorlog is erfelijk

‘Doe normaal, ik heb toch zelf helemaal niks meegemaakt?

Journalist Natascha van Weezel is kleinkind van vier Holocaust-overlevenden. Op 23 april presenteert ze het EO-programma Oorlog is erfelijk. “Kinderen in oorlogssituaties raken niet alleen zelf beschadigd, maar hebben ook potentie om de volgende generatie te beïnvloeden.”

Deel:

Oorlogstrauma’s worden vaak van generatie op generatie doorgegeven. Daar gaat het EO-programma Oorlog is erfelijk over. Presentator Natascha van Weezel: “Er bestaat een mooi Joods gezegde: iemand is pas dood als je het nooit meer over diegene hebt. Door het over mijn grootouders en alle andere mensen in oorlog te hebben, worden ze niet vergeten.” 

Is oorlog in jouw familie inderdaad erfelijk?

“Oorlog speelt een grote rol in mijn familie. Ik ben kleinkind van vier Holocaust-overlevenden. Deze ervaring tekende mijn grootouders sterk. In sommige families praatten ze weinig over oorlog, maar in mijn familie werd er juist veel over de Tweede Wereldoorlog gesproken. Mijn opa en oma van vaderskant doken twee jaar onder. De ouders van mijn moeder vluchtten. Zo overleefden ze de oorlog. Hun ouders, broers en zussen zijn allemaal vermoord. Ik groeide op met het besef dat zoiets kan gebeuren in de wereld.”

Wat voor invloed hadden die gesprekken op jou?

“Toen ik jong was, dacht ik dat iedereen zulke familieverhalen had. Zelf heb ik een kleine familie. Als mensen het over weekenden met grote families hadden, dacht ik: waar heeft iedereen het over? Pas veel later ben ik gaan beseffen dat zo’n kleine familie niet normaal is. Toen ik een jaar of 6 was, werd ik bang om te gaan slapen, bang dat enge mannen me kwamen meenemen. Ik was een vrij angstig kind dat erg aan haar ouders hing. Ik dacht: de wereld is niet veilig en ik weet niet wie ik kan vertrouwen. Op mijn 14e uitte zich dat in anorexia, mijn manier om controle te krijgen over het leven. Ik ben daarvoor in therapie gegaan. De therapeut zei tegen me: ‘Maar heeft jouw familiegeschiedenis hier niet iets mee te maken?’ Mijn antwoord: ‘Doe normaal, ik heb toch zelf helemaal niks meegemaakt?’ Achteraf denk ik wel dat het invloed had.”

Heb je je problemen gedeeld met je grootouders?

“Mijn oma, die altijd over de oorlog sprak, leefde nog. Zij is een van de mensen die eraan hebben bijgedragen dat het weer beter met me ging. Toen ze hoorde hoe slecht het met me ging, schreef ze me een brief: ‘Lieve schat, je kunt in vrijheid leven. Dat kon ik niet. Ik wil jou niet kwijt. Ik hou van jou. Alsjeblieft, ga weer eten.’ Dat heeft veel voor mij betekend.”

Besprak je het met je ouders, broers of zussen?

“Ik heb geen broers en zussen. Mijn moeder wilde geen kinderen in een wereld waar Auschwitz heeft bestaan, al was ik uiteindelijk wel heel gewenst. Maar twee kinderen durfde ze niet aan, want ze wilde nooit voor de (theoretische) keuze komen te staan die sommige Joden in de kampen hadden moeten maken: wie van de twee wordt gered, wie gaat naar de gaskamer? Zo heftig speelde dat oorlogsverleden door. Later ben ik er veel met m’n ouders over gaan praten.”

Hoe ben je er weer bovenop gekomen?

“Ik heb veel therapie gehad. Het verleden kun je nooit uitwissen of vergeten, dat moet je ook helemaal niet doen, want het vormt je tot wie je bent. Ik leerde dat ik het leven wel eng kon vinden, maar dat er op dit moment geen direct gevaar voor mij was. Door de angst in perspectief te leren plaatsen, ben ik uiteindelijk genezen.”

Waarom blijft dit onderwerp belangrijk?

“In de eerste plaats heeft iedereen een eigen verhaal over familiegeschiedenis. Ik denk dat het altijd goed is om te kijken of jij daardoor beïnvloed bent. Het tweede is de actualiteit. Er is nog steeds oorlog, het is niet iets van het verleden. Op dit moment leven er 468 miljoen kinderen in oorlog. Ik schrok heel erg toen ik dat aantal hoorde. De kans is groot dat hun kinderen en kleinkinderen daardoor ook trauma’s oplopen. Wat nu gebeurt, heeft invloed op de komende honderd jaar.”

Wat hoop je dat het drieluik in gang zet?

“Ik geloof dat persoonlijke verhalen de wereld zachter kunnen maken. Dat geldt ook voor een programma over de oorlog. Mensen hebben zo veel vooroordelen over anderen. We praten veel en hebben allerlei meningen, maar ik denk: luister maar gewoon. Dat is mijn uitnodiging.”

--:--