Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Wat leert de Bijbel ons over nepnieuws en complottheorieën?

‘Een samenzweringstheorie is samenbindend’

Wat leert de Bijbel ons over nepnieuws en samenzweringstheorieën? Kunnen wij iets leren van profeten die het volk Israël en zijn koningen slecht nieuws moesten brengen? Coach en schrijver Reinier Sonneveld zocht het uit.

Deel:

In coronatijd heb ik een minioorlogje gevoerd met een onbekende buurtgenoot. Iemand hing overal op lantarenpalen stickers met de tekst “NOS = Fake News”, die ik er dan telkens keurig weer vanaf pulkte, waarna ze er een week later weer hingen. Ik heb uiteindelijk gewonnen, yes! Ik zal de factuur naar de NOS sturen. Althans, ze hangen er nu niet meer. Net als de stickers dat je bent ‘voorgelogen’ omdat de aarde ‘plat’ is. 

Wat ik al heel lang vreemd vind aan samenzweringstheorieën, is dat de aanhangers ze zelf zo weinig serieus lijken te nemen. Neem die platte aarde. Daarover worden dan duizenden video’s gepost, conferenties gehouden en internetfora over volgeschreven, maar het wordt vrijwel nooit getest. En als het eens wordt getest, gaat er telkens toevallig nét iets mis. Soms heel tragisch trouwens: stuntman ‘Mad’ Mike Hughes had zelf een raket gebouwd om te bewijzen dat de aarde plat is, maar die vloog op stoom en crashte bij de eerste vlucht.

Pizzagate

Nog typischer was het bij de zogeheten pizzagate. In 2016 ging plotseling het gerucht rond in extreemrechtse kringen dat in de kelder onder het pizzarestaurant Comet Ping Pong in Washington hoge Democratische leiders systematisch kinderen misbruikten en vermoordden. Uit onderzoeken bleek dat miljoenen Republikeinen dit geloofden. Maar het vreemde is: ze ondernamen geen enkele actie. Mocht je dit geloven, dan lijkt het me je morele plicht om er iets aan te doen. Bij zulke gruwelijkheden moet je alles doen om die te voorkomen, nietwaar? Uiteindelijk ging van al die miljoenen slechts één persoon met een geweer naar het restaurant. Hij loste één kansloos schot en werd direct opgepakt.

Vier eenzame mannen

Waarom bestaan de meeste samenzweringstheorieën vooral online, als onleesbaar lange berichten op fora, maar lijken ze verder zelden effect te hebben op het gewone leven? Omdat de aanhangers zelf al wel vermoeden wat de uitkomst van hun tests wordt? In elk geval omdat het ze niet werkelijk interesseert. Het is al vaker aangetoond dat als een samenzweringstheorie minder populair wordt, de aanhangers met het grootste gemak overstappen op een vrij willekeurige andere. Blijkbaar gaat het niet om de inhoud van de theorie, maar om het effect.

En wat is dan dat effect van een samenzweringstheorie? Daarnaar is veel onderzoek gedaan en het blijkt dat de aanhangers bovengemiddeld angstig en eenzaam zijn. Ze voelen zich miskend en buitengesloten. Een samenzweringstheorie geeft dan woorden aan die onrust en een beetje grip: je weet tenminste dat je je terecht angstig voelt en wie achter al je problemen zit. Daarbij komt ook trots, omdat jij meer weet dan al die anderen, die maar zo arrogant doen en op jou neerkijken. Maar vooral is het samenbindend. Een samenzweringstheorie heb je nooit in je eentje. Je deelt die met anderen. Dat is zelfs de essentie ervan.

Dat kwartje viel bij mij, toen ik vorig jaar de documentaire 'Vier vrienden op een platte aarde' zag. Vier wat oudere mannen zijn flat earther geworden en stappen samen in een busje om – uitzonderlijk – hun theorie te testen. Ze hebben een laser gekocht om van Calais naar Engeland te stralen en daarmee zouden ze aantonen dat de tussenliggende zee niet kromt. Uiteraard gaat dat mis, allemaal praktische gedoetjes, maar het punt is dit: deze vier mannen komen alle vier wat verloren over en hun partners bevestigen dat beeld. Ze zijn blij dat hun geliefden eindelijk een hobby hebben en iets om over te praten. Onderweg zingen ze bij een kampvuur zelfgeschreven liedjes over een platte aarde en als hun experiment mislukt, zijn ze toch tevreden, want het was zo gezellig. Wat boeide het eigenlijk of de aarde wel of niet plat is? Ze hadden tenminste een paar vrienden! En dat gun je ze natuurlijk ook van harte.

Aantoonbaar

Ik wil deze inzichten gebruiken als het gaat om nepnieuws in de Bijbel. De profeten worden daar vaak op aangevallen. Hoe kun je nu ooit zeker weten dat hun ideeën echt uit de hemel komen? Een scène die een paar keer terugkeert in de Bijbel, is een profeet die slecht nieuws meedeelt aan een koning, waarop diens entourage juist met geruststellend nieuws komt. Dat gelooft hij natuurlijk prompt, waarna de rampen vervolgens alsnog gebeuren. Want al vroeg in de Bijbel (Deuteronomium 18) is dat het criterium voor echt- en nepnieuws: of het uitkomt. Empirisch dus, aantoonbaar, aanwijsbaar.

Wegzakken in de modder

Jeremia is het meest uitgebreide voorbeeld (vooral Jeremia 37 en 38). Hij kondigt een grote ballingschap aan, maar klaagt er vaak over dat hij wordt bespot en dat de omstanders hem nabauwen met: “Overal paniek! Overal paniek! Roep het, dan vertellen wij het verder” (Jeremia 20 vers 10). Ze houden in zijn ogen maar de schijn op dat alles naar wens gaat, maar nee, schreeuwt hij: “Niets gaat naar wens!” Als Jeremia een uitvoerige profetie laat bezorgen bij de koning, gooit hij deze telkens als er drie of vier kolommen zijn voorgelezen in het vuur: “Niemand schrok van wat hij hoorde, niemand scheurde zijn kleren.” En uiteindelijk wordt Jeremia in een kerker gesmeten, waar hij langzaam in de modder wegzakt.

Jeremia werd ongetwijfeld ook aangezien voor een wappie

Zoals gezegd, bij veel hedendaagse ‘profeten’ hebben hun theorieën nauwelijks consequenties voor het gewone leven. Zie de pizzagate – alleen maar grote woorden. Ze verliezen vast een paar vrienden, maar winnen er ook veel bij en verder worden ze goed beschermd door onze staat en kunnen ze vrijuit hun onzin beweren. Hoe anders was dat voor Jeremia. Die werd ongetwijfeld ook aangezien voor een wappie, maar dat had nogal wat consequenties – die modderkerker was een trage executie. En hij laat zich – in tegenstelling tot hedendaagse ‘profeten’ – controleren. Hij beweert niet iets over oppermachtige, geheime elites die alles verbergen. Nee, Jeremia kondigt heel nabije rampen aan, vol details die zijn tegenstanders kunnen checken. En prompt komen ze nog uit ook.

Jezus en de gouden koets

Ik noemde al dat samenzweringstheorieën niet om de inhoud gaan, maar om hun effect. Bij Jeremia merk je dat ook. De adviseurs die hem in de kerker laten gooien, praten dat goed met: “Door zulke dingen te zeggen ondermijnt hij het moreel van de laatste inwoners en soldaten hier. Hij wil onze ondergang!” Het gaat erom eensgezind te blijven, bóven de waarheid. Precies wat de critici tijdens de coronacrisis onze regering verweten. Maar wat ze toen vergaten, is dat zij dat zelf het meest deden. Hun leven was onzeker geworden en daarom begonnen zij juist zelf alles te geloven om maar iets van saamhorigheid te ervaren.

Bij Jezus zie je dit nog het sterkst. Hij kondigt aan dat Hij goed nieuws komt brengen: evangelie. Dat is een nogal opvallend woordje in het Grieks: euangèlion (spreek uit als: ui-jan-gè-lie-jon). Er is een inscriptie gevonden die de verjaardag van eerste keizer Augustus precies met dit woord herdenkt. Op dat moment begon het Romeinse Rijk, dat vrede en verlossing zou brengen aan alle mensen. Er werd zelfs een nieuwe jaartelling ingezet. Die startte echter 31 jaar eerder dan de onze. Het is nu 2023 na Christus en niet 1992 na Augustus. Het ene evangelie had een langere adem dan het andere.

Euangèlion is dus een woordje waarbij je in die tijd meteen allerlei associaties had. Zoals we dat in Nederland hebben met een woord als Koningsdag. Je ziet meteen allerlei plaatjes voor je. Jezus kun je vergelijken met een straatprediker die iets roept als: “Vandaag is de echte Koningsdag! En deze fiets is de gouden koets!” Jezus sluit heel bewust aan bij woorden die voor de keizer worden gebruikt en zet zichzelf daarvoor in de plaats. En dan rijst dus de vraag: wie brengt het echte nieuws? Wie is de echte baas hier? Die keizer in Rome, of deze wonderlijke timmerman?

Vriendjes zoeken

Het antwoord heeft nogal wat consequenties. Iedereen was afhankelijk van het Romeinse Rijk, ten goede of ten kwade. Als iemand dan beweert dat Hij zelf de echte hoogste baas is, zet dat alles op z’n kop.

De weerzin tegen Jezus was vooral sociaal. Het was heel samenbindend om tegen Hem te zijn. Dat merk je in al die verschillende achtergronden die toch samen roepen dat Hij gekruisigd moet worden. De Romeinen, de sadduceeën, de schriftgeleerden, de herodianen en de farizeeën vlogen elkaar eerst in de haren, maar nu opeens zijn ze eensgezind. Je proeft de opluchting. Een van de wonderlijkste details die hierover verteld worden, is deze: “Op die dag werden Herodes en Pilatus vrienden, terwijl ze altijd elkaars vijanden waren geweest” (Lucas 23 vers 12).

Als we roepen dat iets nepnieuws is, zeggen we vaak eigenlijk iets als: “Ik hoor bij deze groep”, of: “Ik wíl bij deze groep horen.” Wie postten over de pizzagate, interesseerden zich geen klap in die mogelijke kindjes onder dat restaurant – anders waren ze daar wel zelf naartoe gegaan – maar ze wilden vooral communiceren dat ze tegen Hillary Clinton waren en bij de andere tegenstanders wilden horen. Ook als het minder extreem is, is dit een vraag aan jezelf: als ik ergens voor of tegen ben en ik wil dat vertellen, gaat het me dan echt om de inhoud? En hoe blijkt dat dan uit mijn concrete daden? Heeft het echt consequenties voor mijn dagelijks leven of gaat het me er vooral om te laten zien bij wie ik wel en niet hoor?

Geschreven door

Reinier Sonneveld

--:--