Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Matthijn Buwalda: ‘Er is altijd een soort angst om het niet goed te doen’

Zanger, liedjesschrijver en verhalenverteller over optreden

Op het aambeeld van de taal smeedt Matthijn Buwalda (40) gelaagde luisterliedjes. Die brengt hij het liefst live voor publiek ten gehore. Een gesprek over bemoedigen, de angst door de mand te vallen én een lichtje dat altijd voor hem brandt. “Optreden? Fantastisch én verschrikkelijk.”

Deel:

Hij is er nog een beetje beduusd van. Zijn eerste solotournee ooit, ‘Matthijn in het klein’, bleek een schot in de roos. De afgelopen periode moesten er diverse zalen worden bijgeboekt, of grotere gereserveerd. Want er kwam beduidend meer publiek op af dan hij vooraf had ingeschat. “Het zijn uiteindelijk 37 optredens geworden”, zegt hij. “Vanavond de 35e, voor 450 man. Dat had ik vooraf nooit durven denken. Ik dacht zelf aan zalen van honderd, misschien maximaal tweehonderdvijftig personen. Want ik sta voor het eerst alleen op het podium, zonder band. Terug naar de basis, om mezelf uit te dagen: kan ik dit?”

In de kleedkamer

Op deze druilerige donderdagmiddag in januari bereidt Matthijn zich in stilte voor op het twee na laatste optreden, vanavond in Schouwburg Odeon, in de binnenstad van Zwolle. Terwijl het buiten al snel schemerig wordt, zit Matthijn op een stoel in de kleedkamer. Een dopper en een dik boek – Het verhaal van Scandinavië – binnen handbereik.

Het thema van deze ‘Visie’ is bemoedigen. Wat is jouw vroegste herinnering aan een bemoediging die je ooit hebt gekregen?

“Nou, ik kan me geen specifieke situatie voor de geest halen. Maar ik denk vooral aan mijn vader en moeder. Je hoort weleens mensen zeggen dat hun ouders nooit ‘Ik hou van je’ tegen hen zeiden. Mijn ouders deden dat wel – zij waren gul met hun complimenten. Ik had vroeger een soort bandje met mijn broertje en zusje, zo rond mijn 8e denk ik. En ik kan me voorstellen dat mijn ouders glimmend van trots naar ons keken, bijvoorbeeld als we iets op de zondagsschool deden, of in het kerstspel van de kerk. Er heerste een ‘ja-cultuur’ bij ons thuis, waarin je van jongs af aan werd aangemoedigd. In vriendschappen heb ik later zelf ook meer dan eens gezien dat het impact heeft als je anderen bemoedigt. Je merkt dat het mensen goed doet. En later deed ik dat met mijn liedjes. Heel veel mensen reageren met: ‘Het heeft me zo bemoedigd.’

Nu ik zelf vader ben, merk ik wat positieve woorden doen. Goede dingen zeggen tegen je kinderen is zo belangrijk.”

Posters van F-16’s

Hoewel hij altijd van muziek hield en opgroeide met de christelijke liedjes van Elly & Rikkert en later Michael W. Smith, droomde Matthijn in zijn jongere jaren nooit van een carrière als artiest.
Aan de muur van zijn tienerkamer hingen grote posters van F-16’s: hij wilde piloot worden. “Maar verder dan een open dag ben ik niet gekomen. Toen ik hoorde dat je goed in scheikunde en wiskunde moest zijn, wist ik: dit is voor mij te hoog gegrepen.”

Na zijn middelbareschooltijd stortte Matthijn zich dus op een rechtenstudie, in Utrecht. Maar in het derde jaar trok hij eigenhandig de stekker eruit, om zich volledig op de muziek te richten. “Ik geloof dat ik toen 21 was; ik had al verkering met Annemieke, mijn vrouw.”

Wie is Matthijn Buwalda?

Matthijn Buwalda (Smallingerland, 1983) is zanger, liedjesschrijver en verhalenverteller. Na zijn debuut Storm voor de stilte (2006) bracht hij nog negen albums uit, waaronder Straks als ik geen pijn meer doe, Hooggeëerd Publiek en Bang voor niks. Afgelopen najaar ging hij solo op tournee met ‘Matthijn in het klein’. Hij is getrouwd met Annemieke. Hun drie kinderen zijn 12, 10 en 8 jaar oud. Eind 2024 is hij te zien in een nieuw seizoen van het programma 'De Beste Zangers van Nederland'.

Veel ouders zouden in zo’n geval zeggen: ‘Haal toch in ieder geval je papiertje…’

“Sowieso zijn er genoeg vaders en moeders die bepaald niet staan te springen als hun kinderen aangeven dat ze voor de muziek willen gaan. Maar van mijn ouders kreeg ik een mooie bos bloemen op mijn studentenkamertje in Utrecht. Met een kaartje. Er stond iets op als: ‘We zien dat jij je hart volgt en gaat doen waar je in gelooft.’ Nou, over bemoedigen gesproken…”

Lachend: “Toen mijn omgeving hoorde dat ik met rechten stopte en voor de muziek koos, was dé vraag die iedereen stelde: ‘Maar wat vinden je ouders ervan?’ Nou, dit dus. Het is trouwens niet zo dat ik op één moment wist: ik moet voor de muziek gaan. Zoals veel dingen in mijn leven was het een proces. Ik groeide ernaartoe. En mijn ouders zagen waarschijnlijk ook wel dat mijn motivatie om te studeren langzamerhand minder werd.”

Je cijfers ook?

Hij knikt. “Vooral één vak, privaatrecht, vond ik vreselijk ingewikkeld.”

Waren er meer sleutelfiguren in je leven als het om bemoedigen gaat?

“Ja, dan denk ik aan andere mensen die dicht om me heen staan. Ik heb bijvoorbeeld een paar vrienden die veel voor me betekenen, in mij geloven. En wat ik ook als heel bemoedigend heb ervaren, is dat ik in onze evangelische kerk de kans kreeg om mee te doen. Ik mocht zingen en gitaarspelen in een jeugdbandje. Daar waren ook twee iets oudere gemeenteleden bij betrokken, net getrouwde eindtwintigers. Zij gaven mij die ruimte. Van jongs af aan was ik altijd met muziek bezig. In de schoolpauzes was ik heel vaak in het muzieklokaal te vinden. Ik heb er ook examen in gedaan, al kan ik geen noot lezen.”

Verwonderd: “En er is nooit iemand van al die mensen om me heen geweest die tegen me zei: ‘Matthijn, wat dénk je eigenlijk wel…?’”

Zo’n kritisch stemmetje kan wél in de echokamer van je eigen hoofd rondzeuren.

Met een zucht: “Nou en of… Elke avond, voordat ik het podium op ga. Zo van: wie zit hier nou in vredesnaam op te wachten?”

Ondanks het feit dat je tig uitverkochte zalen hebt?

“Dat neemt het niet weg.” Hij zakt wat onderuit. “Er is altijd een soort angst om het niet goed te doen. Om bepaalde verwachtingen niet in te lossen, door de mand te vallen. Zéker als ik nieuwe dingen doe, zoals deze eerste solotour met vanavond de 35e show. Gaandeweg groei ik er wel een beetje in. Maar mán, voordat je vrede sluit met je eigen stemgeluid, met je eigen liedjes...”

Dus ondanks al je ervaringen, prijzen en nominaties die je in de wacht hebt gesleept, kun je nog steeds denken...

“… zouden ze het wel leuk vinden vanavond? Dat is gek, ja. Afgaand op de kaartverkoop en de enthousiaste reacties na afloop zou je zeggen: er is geen enkele rationele aanleiding om dat te denken. Toch werkt het niet zo. Die spanning zit er heel vaak op. En dan ben ik niet de leukste versie van mezelf. Mensen die dicht bij me staan, kijken me soms wat meewarig aan. Zo van: ‘Gast, ik weet niet, maar... je doet nu 37 voorstellingen. Misschien, hè, zou je dit zelf óók eens moeten gaan inzien?’ En bij momenten doe ik dat. En soms ook niet. Zodra ik het podium op ga, is het gelukkig weg. Tegelijk denk ik altijd: ik ben benieuwd of de mensen het wel wat vinden, er iets aan hebben.”

Had je vroeger ook last van dat kritische stemmetje in je hoofd?

“Toen ik jonger was, heb ik het grotendeels gemaskeerd met een soort jeugdige bravoure, en had ik voor mijn gevoel minder te verliezen. En het is geen diepe onzekerheid over wie ik ben. Wél over wat ik doe, en wat ik breng.”

Vind je het spannend om dit te benoemen?

Met opgetrokken schouders: “Nee. Het is wat het is. En het is niet ‘zielig’ of zo. Het hoort erbij. Misschien is het wel eigen aan mensen met creatieve beroepen?”

Stilte is voor mij het mooiste applaus

Tijdens ‘Matthijn in het klein’ zingt hij ook nieuwe liedjes, om uit te vogelen hoe die ‘landen’ bij het publiek. “Liedjes gedragen zich live altijd een beetje anders dan in een studiosetting. Soms merk ik bijvoorbeeld aan hoe de zaal reageert dat een nummer te weinig stiltes heeft. Dan weet ik: ik moet er nog aan sleutelen.”

Ook voor elk optreden geldt: of het goed was, weet je pas na afloop.

“Klopt. Ik geef alles, maar het zijn geen notulen die je naderhand kunt aanpassen. Het is wat het is. Tegelijk is dat natuurlijk ook de magie ervan.” Met een grote glimlach: “Het is fantastisch én het is verschrikkelijk.”

Bid je voor een optreden?

“Nee. Bid jij voor een interview?”

Altijd.

“Mooi dat je dat doet.” Grijnzend: “Ik verwacht nu wel een heel krachtige tekst van je, hè? Voor mij is het: ik ga aan het werk. Ik leef als christen, ben een diepgelovig mens. Het geloof is helemaal verweven met mijn leven. Daarom voel ik geen behoefte om vlak voor een optreden extra te bidden.”

Een piekmoment

Matthijn frummelt wat aan de veters van zijn witte sneakers en vervolgt: “Over een paar uur loop ik hier het podium op en zitten daar 450 mensen. Dan weet ik: het moet nú gebeuren. Het is steeds toeleven naar een piekmoment.”

Soms best een eenzaam vak?

“Van tijd tot tijd zeker. Het is niet altijd makkelijk om thuis uit te leggen hoe het is om in totaal voor meer dan duizend man in een weekend te spelen. Leg maar uit wat de adrenaline met je doet. Wat ‘het gewicht van de zaal’ met je doet.

In grotere zalen ben ik vermoeider na afloop. Omdat ik meer moet geven, mezelf als het ware over meer mensen moet verdelen. Moeilijk uit te leggen, maar collega’s herkennen het.”

Enorm eervol

Als Matthijn alles helemaal tot de kern moet afpellen, waarom schrijft en zingt hij dan liedjes? Voor het eerst in het gesprek blijft het wat langer stil. “Tja, waarom doe ik dat? Omdat ik… hóóp mensen iets mee te geven. Dat vooral, denk ik. En omdat ik het heel leuk vind. Die twee dingen. En zolang mensen naar mijn muziek en de verhaaltjes ertussendoor willen luisteren, blijf ik dat doen. Ik hoop dat mijn liedjes iets kunnen betekenen in het leven van mensen. Dat zou enorm eervol zijn.”

Zing jij ook jezelf als het ware weleens toe tijdens een optreden?

“Absoluut. En soms bemoedigt een liedje mijzelf ook. Dan zing ik iets, en is het moment ineens groter dan ‘ik alleen en dit liedje’. Want dan zijn al die mensen erbij. Bijvoorbeeld als ik ‘Zo wil ik leven’ zing. Een liedje van verlangen, maar ook een opdracht aan mezelf.”

Op welk nummer kreeg je tot nu toe de meeste reacties?

Peinzend: “Op ‘Zo wil ik leven’ zijn heel veel reacties gekomen. Maar ook op oudere nummers, zoals ‘Je draagt het niet alleen’, blijven mensen reageren. En bijvoorbeeld ‘Deze is voor jou’. Dat lied heb ik voor mijn kinderen geschreven en speel ik ook nu weer. Heel veel mensen hebben daar iets aan, kennelijk.”

Je schreef ook ‘Alles alleen’, over iemand missen. Was daar een concrete verliesaanleiding voor?

“Nee. Ik wilde graag iets schrijven waarin ik het gevoel van verlies probeerde te vangen. Hoe zou het zijn? Het gaat over kleine momenten waarin je overvallen wordt door gemis, door verdriet. Je dekt bijvoorbeeld de tafel nog steeds voor één persoon te veel.”

Stelde jij je bij het schrijven een concrete persoon voor?

“Annemieke… en daarom was het niet per se een leuk schrijfproces. Haar verliezen? Dat lijkt me verschrikkelijk. Ik hoop dat mensen die het écht doorleven iets aan dit lied hebben. Tijdens deze tour zing ik het iedere avond. Na elk liedje volgt applaus. Maar na ‘Alles alleen’ is het stil.”

Hoe onderga je die stilte?

“Het is voor mij het mooiste applaus. Want het betekent dat er echt iets is gebeurd in de zaal. Schitterend.”

Sta jij anders op de planken als je vrouw en jullie kinderen tussen het publiek zitten?

“Ja, daar geniet ik extra van. Dat is een hoogtepunt. Zij zijn mijn eregasten. Mijn lievelingsmensen. Ik kan liedjes schrijven, optreden, en touren wat ik wil, maar hoe groot het ooit mag worden, of hoe klein het mag blijven, uiteindelijk liggen mijn trouw en liefde bij hen. Mijn jeugdheld Michael W. Smith heb ik een keer horen zeggen: ‘Als ik ooit sterf en voor God verschijn, gaat Hij niet vragen hoeveel concerttickets ik heb verkocht, of hoeveel cd’s. Waarschijnlijk wel hoe het met mijn vrouw en kinderen gaat…’ Ik denk dat ik toen 15 was, maar ik ben het nooit vergeten. Hier draait het om.”

Oud en grijs

“Het is trouwens”, zegt hij er in één adem achteraan, “de kerngedachte van deze solotour: het allergrootste leven wordt geleefd in de allerkleinste dingen. Ook in die alledaagse, misschien wel vervelende routines, zoals broodbakjes klaarzetten voor de kinderen. In het houden van de mensen die God aan je gegeven heeft. Uiteindelijk is er niks groters dan dat.” Achterovergeleund: “Als ik ooit oud en grijs ben en ik zou me nog steeds omringd weten door mijn vrouw, kinderen en hopelijk kleinkinderen, dan ben ik een gezegend mens.”

Hoe bemoedigt Annemieke jou?

Matthijn denkt even na. “Nou, alle keuzes die we hebben gemaakt rondom mijn baan, zoals het opgeven van mijn studie… Dat ik koos voor een vak vol onzekerheden was ook voor haar spannend. Zij heeft in de beginjaren vaak meegemaakt dat we aan het eind van ons geld een stuk maand overhielden. Maar Annemieke heeft altijd gezegd: ‘Ik geloof hierin, we doen dit samen. Ik sta naast je.’ Dat is zoiets bijzonders.

Tijdens de coronacrisis ging ik mentaal helemaal kapot: alle geplande optredens werden afgezegd en mijn inkomsten verdampten plotseling. Niemand weet hoe ik echt ben als het tegenzit, behalve zij. En toch staat ze er.”

Wandspiegels

Er verschijnt een brede glimlach op zijn gezicht, dat wordt verlicht door de bolronde, brandende lampen waarmee de kleedkamerspiegels op de muur naast hem zijn omlijst.

“Als ik na de show ’s avonds laat thuiskom, brandt er thuis altijd nog een lichtje voor me. Dat laat Annemieke bewust aan als ze zelf naar bed gaat. En dan denk ik telkens: ja, we doen dit echt samen.” Zachter: “Dat ze een lichtje voor me laat branden, betekent voor mij: Matthijn, je wordt verwacht. Hoe mooi is dát?”

De weergave van deze video vereist jouw toestemming voor social media cookies.

Toestemmingen aanpassen

Matthijn Buwalda in nieuw seizoen De Beste Zangers

Hij is een van de deelnemers in het nieuwe seizoen van Beste Zangers. De opnames vinden deze maand nog plaats in Spanje. Uitzending volgt in het najaar van 2024.

De weergave van deze tweet vereist jouw toestemming voor social media cookies.

Toestemmingen aanpassen

Geschreven door

Gert-Jan Schaap

--:--