Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Blog Elbert Smelt: 'Ik moet mijn beduusde dochter uit de sloot takelen'

Blog van Elbert Smelt

Na een ontspannen weekend is de maandag altijd even slikken. Niemand heeft zin om zijn bed uit te komen. En na wat heldere, koude dagen is het nu klassiek guur en nat. De wind jaagt om onze woonunit heen. Het is de zoveelste storm met een mensennaam. We horen het overal kletteren van de regen en Linda moet al vroeg weg. Met de auto. Dat wordt dus fietsen naar school met vier kids.

Deel:

Maar eerst havermout maken. Eenmaal aan tafel is Evita (8) niet te genieten. Of we haar niet ziek kunnen melden? Ze wil nog zo graag spelen. Zucht. “Nee, je moet je gewoon aankleden en dan gaan we fietsen.” “Wat?” roept Roan (10). “Fietsen? Met dit weer? Dat kan écht niet!” “Jawel, we heten dan wel Smelt, maar we zijn niet van suiker”, probeer ik met een zelfverzekerde blik.

Met dat ik m’n kop naar buiten steek, begint het harder te regenen. De twee jongsten moet ik luid jammerend in hun stoeltjes persen. Nu tegen de wind in. Als we het erf af rijden, worden we bijna omvergeblazen. We kijken uit over de polders waar de wind vandaan komt rollen. Nog geen honderd meter verder krijgen we een tegenligger. Evita stuurt naar de kant van de weg, precies met een windvlaag mee. Ik zie het misgaan. Met een gil verliest ze de controle over het stuur. Ze wordt richting een diepe slootkant geduwd. Tussen twee bomen door glipt ze zo de helling af. Benen van de trappers. Plons.

Ik stop, zet de fiets neer, en haal snel de kleintjes uit de stoeltjes, anders vallen ze nog om. Er komen meer auto’s aan. Gelukkig stopt er een meneer die m’n fiets overpakt. Ik takel de beduusde Evita uit de sloot. Tot haar nek toe kletsnat en koud. Eerst maar allemaal terug naar huis voor een warme douche en droge kleren.

Even later rijden we in de auto van de buren richting school. “Sorry dat we te laat zijn juf, maar Evita heeft wel een heel mooi verhaal waarom dat zo is…” Ik zie de fonkel in Evita’s ogen aangaan als ze naar haar plekje loopt. ’s Middags zegt ze: “Nu ben ik een echte Zalkenaar!”

Geschreven door

Elbert Smelt, gastauteur

--:--