Column Martine over de kracht van aanraking: ‘Daar kunnen geen duizend woorden tegen op’
Martine is getrouwd met Erwin en moeder van drie zonen in de jongvolwassen en puberleeftijd. Ze is werkzaam bij Spectrum: een therapie-, trainings- en opleidingsinstituut. Voor Eva schrijft ze over wat haar opvalt en bezighoudt in het leven.
“Mag ik je wat vragen? Ik heb zo’n buikpijn dat ik bijna het gevoel heb dat ik moet kotsen, is dat normaal?”
We zijn op het christelijk kunst- en cultuurfestival Graceland waar ik samen met mijn collega’s een aantal dagen lang allerlei workshops geef. Eén van die workshops is de ‘innerlijk kind’ meditatie. Een lijfgerichte meditatie om de verbinding met het kind in ons te zoeken. Na de meditatie komt ze naar me toe. Overvallen door de lijfelijke reactie die het bij haar teweeg heeft gebracht. Enigszins bezorgd vraagt ze me of dat wel normaal is.
In haar ogen zie ik een klein meisje dat zoekt naar geruststelling. Weliswaar verpakt in een (ruwe schatting) 60-jarig lijf, maar springlevend. Ik praat een poosje met haar en stel haar gerust. Lijfelijke reacties op onafgemaakte zaken in ons zijn heel normaal en zelfs gezond. Kennelijk is er iets wat om aandacht vraagt en wat weer een beetje in beweging aan het komen is. En terwijl ik haar een poosje in de ogen kijk, streel ik zachtjes langs haar arm en zeg: “Misschien heb je in je leven iets te veel geslikt, dan wordt het tijd om eens wat uit te kotsen.”
Hoe een klein gebaar van streling op een arm zo’n diepe geraaktheid geeft
Uren later stapt ze opnieuw onze tent binnen en zoekt me op. Ze was geraakt door de manier waarop ik haar deze ochtend had aangeraakt. Ze vond het heel fijn, maar hoe weet je nu hoe je iemand aan moet raken? In haar eigen leven is ze daarin zoekende omdat aanraking ook besmet terrein is geworden. Ze is nieuwsgierig naar mijn kijk hierop en hoe ik dit doe. Wat een prachtige vraag. En wat een prachtige ervaring. Hoe een klein gebaar van een streling op een arm zo’n diepe geraaktheid geeft. Daar kunnen geen duizend woorden tegen op.
Of en hoe ik iemand aanraak, is een kwestie van afstemming. Als eerste afstemming op mezelf. Als ik mezelf niet kan voelen, kan ik ook niet afstemmen op de ander. Aanraking vraagt om verbinding met mijn eigen lijf en mijn eigen grens. Daar begint het mee. Een bekwame begeleider, therapeut of trainer maakt werk van zijn eigen thema’s en bewoont zijn lijf.
Van daaruit kan ik de afstemming met de ander zoeken. Tja en hoe je dat doet? Kennis van en ervaring met lichaamswerk. Leren hoe een lijf in elkaar zit en hoe het reageert. Leren over karakterstructuren, blokkades en oefenen met lijfinterventies. Lichaamswerk werken is een vak, een prachtig vak. Waarin je je lijf als middel tot ontmoeting, heling en groei leert kennen en kunt inzetten.
Zó bang voor grensoverschrijding dat we het contact op de grens – want dat is aanraking – liever uit de weg gaan
En het vraagt ook om vrijmoedigheid. In een maatschappij die bang is geworden voor alles wat ook maar enigszins bij een grens in de buurt komt. Zó bang voor grensoverschrijding dat we het contact op de grens – want dat is aanraking – liever uit de weg gaan. En daarmee ook weggaan bij ons belangrijkste middel tot nabijheid en heling. Die tegemoetkomt aan een diep, menselijke behoefte om aangeraakt en daarmee gekend te worden.
Ik bedank de vrouw voor de moeite die ze heeft genomen om naar me toe te komen en moedig haar aan om met aandacht bij haar buikpijn te blijven in het vertrouwen dat de weg zich aandient. Met een speelse zwier zet ze haar hoed op en ik zwaai haar uit.
Wat weer een mooie ontmoeting.
Geschreven door
Martine Luchies