Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Onzinnige fietstocht

Blog van Corien Oranje

Het is de warmste dag van het jaar, er staat geen zuchtje wind en er is in de verste verte geen schaduw te bekennen. Mijn echtgenoot en ik zwoegen op onze fiets mét tent onder de brandende zon tussen de maisvelden door naar een camping die nog oneindig ver weg lijkt.

Deel:

Op een erf is een boer bezig zijn oprit opnieuw te bestraten met een trilapparaat waarop hij op ingenieuze wijze een parasol heeft bevestigd, zodat hij in de schaduw loopt. Wat slim. Bestond er maar een paraplu voor op de fiets. Wat zou het heerlijk zijn om nu even in de schaduw te kunnen rijden. Ik denk aan Elia. Aan dat wolkje als eens mans hand. O, een wolkje. Een klein wolkje maar, Heer.

En dan, uit het niets, is er een wolk. Een wolkje, zomaar in die verder strakblauwe lucht, en vijf minuten lang fietsen we in de schaduw. Wonderbaarlijke, heerlijke koelte. Ik dank God. Maar tegelijkertijd vindt er in mijn hersenen een soort kortsluiting plaats.

Is dit gebedsverhoring? Denk ik nou echt dat het zo werkt? Ik ga op vakantie omdat ik zo rijk ben dat ik vrij kan nemen van mijn werk én erop uit kan gaan. Ik zou met een boek in de schaduw van een boom kunnen gaan liggen. Ik zou in een meer kunnen gaan zwemmen. Maar nee, ik ben samen met mijn echtgenoot een onzinnige fietstocht door Nederland aan het maken, op een veel te hete dag. En dan vraag ik om schaduw, en de Schepper van het heelal stuurt een wolk? En al die akkerbouwers dan, die
al maanden bidden om regen die maar niet komt? De mensen in Jakarta, die alles kwijtraken tijdens het regenseizoen, als hun huis overstroomt? De mensen in Afrika, die hun oogst zien verdorren?

Blijkbaar zit er diep in mij nog een soort magisch peutergeloof. Het idee dat de wereld om mij draait, en dat God er is om in al mijn behoeften te voorzien.

We rijden de zon weer in. Het asfalt zindert. Mijn benen zijn verzuurd. Ik heb geen idee hoe het zit. Maar ik heb tienduizend redenen om de Heer te danken. En dat wolkje is er een van.

Geschreven door

Corien Oranje

--:--