Ga naar submenu Ga naar zoekveld

'Op het sterfbed zijn alle bezittingen irrelevant'

Jurjen ten Brinke en ds. Arie van der Veer over nalatenschap

“Onze dertig jaar oude papagaai gaat na ons naar een van de kinderen”, vertelt ds. Arie van der Veer aan Jurjen ten Brinke. “Die dieren kunnen wel tachtig worden, dus daar hebben we het serieus met hen over gehad. Mag hij bij hen verder mee kraaien met Nederland Zingt, want dat doet hij!” De toon is gezet. Een afwisselend luchtig, dan weer diepzinnig gesprek tussen twee bekende EO’ers over nalatenschap en Gods erfgenaam zijn.

Deel:

Jurjen: “Uitgangspunt voor dit gesprek is de tekst in Romeinen 8:17: ‘En nu we Zijn kinderen zijn, zijn we ook Zijn erfgenamen, erfgenamen van God.’ "Wat betekent deze tekst voor jou, Arie?”

Ds. van der Veer: “In alle eerlijkheid, ik denk niet zoveel na over het nalatenschap dat ik in de hemel krijg. Oneerbiedig gezegd vertrouw ik er gewoon op dat God mijn salaris goed uitbetaalt. Jezus belooft in Mattheüs 5 immers dat we in de hemel rijkelijk beloond zullen worden. Maar daarnaast lees ik in de Bijbel dat we de aarde beërven. Een christelijk leven gaat dus ook om wat we nu doen met onze talenten en met wat ons gegeven is. Dankzij de Heilige Geest mogen we gelijkvormig worden aan Jezus, nu al een dienstknecht zijn. Dat houdt mij veel meer bezig.”

Arie_en_Jurjen2

Jurjen: “Ik herken dat wel. Mijn moeder was ernstig ziek en ik sprak daarover met een meisje uit mijn kerk dat nog maar net tot geloof gekomen was. ‘De situatie met mijn moeder is ingewikkeld, maar ook goed,’ vertelde ik haar; ‘we weten immers dat ze, als ze sterft, naar de hemel gaat.’ Waarop dat Amsterdamse meisje zei: ‘wat heeft de hemel met geloven te maken?’ Haar antwoord fascineerde mij. Ze had Jezus leren kennen en geloofde dat haar zonden haar vergeven waren, maar was totaal niet bezig met de eeuwigheid. Ik vond dat mooi. Zij deed mij opnieuw beseffen dat we nu al erfgenaam zijn, dat het gaat over leven met Jezus.”

Ds. van der Veer: “Dat was anders voor mijn moeder. Een belangrijke levensvraag voor haar was of zij een plek zou krijgen in de hemel. Zij leefde meer voor de hemel dan voor de aarde. Dat hoorde bij haar generatie. Ik strek me juist uit naar het onderpand op de eeuwige erfenis dat we nu al gekregen hebben, naar de Heilige Geest. We mogen nu al delen in Zijn Heerlijkheid, al is het nog onvolmaakt.”

Jurjen: “Maar is het verlangen naar de eeuwigheid niet ook een manier om staande te blijven?”

Ds. van der Veer: “Na het overlijden van mijn zoon is mijn verlangen naar de eeuwigheid wél groter geworden. Omdat het hier op aarde nu eenmaal niet allemaal goed komt. De laatste hoofdstukken van Openbaringen gaan vol over de rijkdom die hierna komt: eeuwig leven, verlossing van alle pijn en moeiten. Het leven nu is incompleet, straks compleet. Daar kan ik naar uitzien. En toch, als ik preek over Gods Heiligdom binnengaan, dan gaat het mij ook over het nu, over de weg mét God bewandelen. Gods weg is het heiligdom. Het is een heilige weg.”

Jurjen: “Ik gun iedereen een leven met Jezus Christus. Dat is wat mij drijft. Maar de mensen in mijn thuisgemeente Amsterdam worstelen niet zo met een schuldvraag; ze zijn daar minder mee opgevoed. Kijk, de ‘afgoden’ van deze tijd zijn vrijheid, ambitie en zelfontplooiing. Op zichzelf goede dingen, waar je tóch de mist mee in kunt gaan als je er teveel op bouwt. Er klopt regelmatig een buurman bij mij aan omdat hij het allemaal niet meer trekt. Wanneer ik tegen hem begin over Jezus, dan ga ik volgens hem te snel, al erkent hij wél dat ik een hoger doel heb in het leven. Oftewel: ik zoek telkens andere woorden om het evangelie vorm te geven. Ik heb geleerd het leven van de ander serieus te nemen, maar vragen te stellen bij zijn zekerheden en uitgangspunten.”

Ds. van der Veer: “Dat heeft alles te maken met een leeftijdsverschil. Tegen mijn kleinkinderen zeg ik ook niet meer zoals vroeger: 'bekeer je'. Maar ik zeg wel: 'ik wil als Christus voor je zijn'. Jezus voorleven is van grote betekenis in deze tijd. En het is nogal wat, namelijk: buigen, voeten wassen, een dienstknecht zijn. Ik die zin ben ik trouwens veel bezig met mijn geestelijke erfenis. Ik preek vaak in de hoop dat mijn kinderen en kleinkinderen de woorden zullen horen.”

Jurjen: “Het leven met Jezus is inderdaad wat ik mijn kinderen en de mensen uit mijn gemeente wil meegeven. Dat is wat ik hen gun. Al weet ik dat geloven zélf geen antwoorden geeft. Hoe hard ik ook geloof, er gaan nog steeds kinderen dood van de honger. De vrouw van Job gaf God de schuld van alle ellende. Job was immers een goed mens? De vrienden van Job gaan uit van een goede God en concluderen dat Job fout geweest moet zijn. Maar wanneer Job God aanklaagt, geeft God geen antwoorden en heeft het niet over schuld en onschuld, hij stelt alleen maar retorische vragen over wie Hij is. En dat vind ik troostend. God geeft daarmee namelijk veel meer, Hij geeft zichzelf, in al Zijn macht en majesteit.”

Arie_en_Jurjen5

Ds. van der Veer: “Vroeger dacht ik veel meer te weten. Ik heb eens iemand begraven met Psalm 77 waarin staat dat Gods weg dwars door de zee liep. Soms geeft Hij antwoorden in de storm, maar dan kun je ze niet horen. Ik denk dat je in het Heiligdom ook leert zwijgen. Mijn behoefte aan antwoorden is door het leven een stuk minder geworden. Mijn verlangen om helemaal met God bezig te zijn des te meer. In dat opzicht knaagt het vaak aan mij dat ik ook veel nadenk over de verdeling van mijn bezittingen. Ik geloof dat het mijn verantwoordelijkheid is dingen goed te regelen en dat wil ik ook, maar het leidt wel af.”

Jurjen: “Je gaat op je sterfbed niet meer discussiëren over je papegaai bedoel je?”

Ds. van der Veer: “Nee, dat soort dingen regel ik nu, maar wel met tegenzin. Op het sterfbed zijn alle bezittingen irrelevant. Dan gaat het om relaties met je geliefden en over het kennen van God. Dat is het allerbelangrijkste. En daarin is geen verschil met mijn moeder. Ze is 92 jaar oud geworden en was op het laatst doof, maar íedere dag las ze Psalm 73: ‘De rots van mijn bestaan, altijd en eeuwig, is God.’

Tekst: Martineke Poppe
Beeld: Nathalie van der Straten-Folkersma

Nalaten aan de EO

Arie_en_Jurjen4
--:--