Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Column Victor | ‘De blije vluchteling’

5 december 2023 | Leestijd 3 min

Het zou zo een scène uit een slechte speelfilm kunnen zijn: een wrakke ezelskar met daarin een stuk of 10 kleine kinderen, twee vrouwen en wat grotere kinderen die erachter lopen. En een oude man met een waterketel in z’n hand. Voorop loopt een graatmagere lange jongeman met baard.

Met z’n tulband van doeken heeft hij wel wat weg van Lawrence of Arabia. Hij stelt zich voor. Ali heet hij. Hij was boer, en niet onbemiddeld. Hij had 45 koeien en 50 geiten. Maar één voor één gingen ze dood. Door droogte. Het regent al vier jaar niet meer in het gebied waar hij vandaan is getrokken. Achttien dagen trokken ze door de woestijn. Onderweg pikten ze een weduwe met 6 kinderen op. In kleine dorpjes vroegen ze om eten. “Alleen drinken was ook goed,” vertelt hij met grote armgebaren. Als hij begint te vertellen, licht zijn hele gezicht op.

Opgelucht

Het is een opluchting, begin ik langzaam te begrijpen. “Het leven daar was ondraaglijk. Nu heb ik voor het eerst het gevoel dat ik niet achtervolgd word. En dat er niemand achter mijn kinderen aanzit. En dat gevoel is weergaloos.” Ik ben verbijsterd. Hier staat een man die bijna drie weken ontberingen heeft doorstaan met zijn gezin om aan te komen in een troosteloos vluchtelingenkamp. En nu zegt hij dat hij uitzinnig van vreugde is!

Jongetjes met geweren

Dan vertelt hij de reden van zijn vreugde. “Het waren de mensen van Al Shabaab,” zegt hij. Dat is de IS van Somalië. “Ze slachten mensen af en martelen; ik heb het met eigen ogen gezien.” Jongetjes met machinegeweren kwamen zijn erf op. Ze hadden de leeftijd van zijn oudste zoon, een jaar of 12. Ze sloegen hem met hun geweren en eisten zijn vier zoontjes op. “Ze brainwashen die jochies en je ziet ze nooit meer terug. En als je later navraag naar ze doet, martelen ze je.”

In het paradijs

Ali moest 100 dollar per zoon betalen om ze uit handen van Al Shabaab te houden. “Maar dat geld had ik niet. ‘Als je niet betaalt, vermoorden we je,’ was het antwoord. Ik heb gesmeekt, maar ze waren niet te vermurwen.” Zijn complete oogst moest hij brengen. Die werd gewogen, maar het was niet genoeg. Voor Ali het signaal om in het holst van de nacht met zijn hele gezin te vluchten. En vandaar de opluchting. “Alsof ik in het paradijs ben aangekomen,” verzucht hij nogmaals. En hij maakt zich klaar om een tent te bouwen.

Wil jij bijdragen aan voldoende voeding, medische zorg, schone sanitaire voorzieningen én meer veiligheid binnen en rondom vluchtelingenkampen in dit land?

Geef nu

Geschreven door

Victor Rosier

Meer over het project

--:--