Ga naar submenu Ga naar zoekveld

'Wij gaan even loesoe'

Blog van Annemarie

Vanaf de drempel geef ik nog even een brul naar Oudste Zoon. “Hé, je bent een paar uur alleen thuis, want papa en ik...” “... gaan even loesoe,” vult Oudste Zoon aan. “Inderdaad,” echo ik, “wij gaan even loesoe.”

Deel:

Bespottelijk! Ik heb ‘loesoe’ gezegd, een woord afkomstig van een taal die ik hartgrondig verfoei. Oudste Zoon vindt het ook echt niet kunnen. ‘Als jij straattaal gaat praten, kap ik er direct mee.’ Daarmee geeft hij me ongewild een geniaal advies. Om mijn jongens weer normaal te laten spreken, hoef ik dus enkel een spoedcursus straattaal te volgen.

De basistheorie en een beginnersvocabulaire zijn via internet zo bij elkaar geharkt. Straattaal is een stamppot van onder meer Engels, Marokkaans en Turks, gekruid met termen uit de Nederlandse hiphop en een sausje van zelfbedachte woorden. “Gast, hoe ging je kibba?” vraag ik aan Tweede Zoon, want hij zit in de toetsweek. Hij is volslagen verbijsterd. “Ben jij gek geworden of zo?” Nee, integendeel, ik begin juist lekker op dreef te raken. Een dag later vraag ik aan Dochterlief of ze soms een ‘dampoe’ heeft gelaten. En betoog ik tegen Oudste Zoon dat een ‘barkie’ best veel ‘doekoe’ is voor een paar ‘ballie patta’s’. Het wordt me bepaald niet in dank afgenomen.

“Maham, dit zijn woorden voor stoere jongens en niet voor jou,” zucht de jongste vermoeid. “Zo zet je jezelf alleen maar voor gek.”
“Ja, kan je er niet mee kappen mam? Je haalt het bloed onder mijn nagels vandaan,” knarsetandt de oudste. “Hé, dat is moedertaal!” blaas ik verontwaardigd. “‘Je haalt het bloed onder mijn nagels vandaan’ horen ouders tegen hun kinderen te zeggen, en niet andersom.” 
“Zeg jij dan ook geen dingen die bij míjn taal horen,” pareert hij behendig.

Om een ‘fittie’ te voorkomen, heb ik me erbij neergelegd. Bij nader inzien is het best een creatief taaltje. Bovendien kunnen ze nog lang genoeg saai en gewoon en volwassen zijn. Deo volente. En dat, lieve lezers, is jargon speciaal voor Visie-abonnees.

Geschreven door

Annemarie van Heijningen

--:--