Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Assertiviteit: hoe je jezelf kunt liefhebben als je naaste

'Nu heb ik eigenlijk spijt dat ik mijn mond nooit heb opengetrokken'

Karin vraagt zich af of assertiviteit wel bij het christendom past. ‘Ik heb ontelbaar veel preken gehoord over hoe ik andere mensen kan helpen, maar nooit over hoe ik kan opkomen voor mezelf.’

Deel:

Jaren geleden ging iemand in de kerk vervelend met mij om. Het was niet iets heel ernstigs (geen #metoo), en waarschijnlijk was hij zich van geen kwaad bewust. Maar het stoorde me wel. En toch zei ik er niets van.

Waarom? Als ik er nu over nadenk, kwam het deels omdat ik ergens diep in mijn hart geloofde dat dat niet christelijk was. Onbewust dacht ik: Ik moet mijn naaste liefhebben, dus ik wil die man niet kwetsen door iets te zeggen. En wie ben ik om stampei te veroorzaken in de kerk?

Toch bleef ik het voorval vervelend vinden. Het bewuste kerklid ging ik voortaan liever uit de weg. Nu heb ik eigenlijk spijt dat ik mijn mond nooit heb opengetrokken.

Assertiviteit is toch gezond?

In mijn blogs zoek ik naar meer eigenwaarde, maar dat het soms lijkt alsof dat haaks staat op op het christelijk geloof. Dat komt deels doordat christenen leren dat we zondig zijn, schreef ik in mijn vorige blog. Nu wil ik ingaan op een andere reden: het christendom heeft me geleerd dat ik anderen moet dienen en dat mijn eigen gevoelens en verlangens minder belangrijk zijn.

Van kinds af aan ken ik teksten als ‘acht in alle bescheidenheid de ander belangrijker dan uzelf’ (Filippenzen 2:3) en ‘Wie zichzelf verhoogt zal vernederd worden, en wie zichzelf vernedert zal verhoogd worden’ (Lucas 14:11). Ik heb ontelbaar veel preken gehoord over hoe ik andere mensen kan helpen, maar nooit over hoe ik kan opkomen voor mezelf.

Zoals mijn voorbeeld laat zien, kan dat echter leiden tot vervelende situaties. Niet voor niets zeggen veel psychologen dat opkomen voor jezelf, assertiviteit, gezond is. Past dat dan niet bij het christendom?

Lees de hele blog van Karin op Lazarus.nl

Tekst: Karin de Geest

--:--