Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Column Wilfred: Moeizame relaties met vrouwen

'Ik kán het dus wel'

Wilfred (36) is getrouwd, vader van twee kinderen en freelance journalist en tekstschrijver. En hij heeft een moeizame relatie met vrouwen.

Deel:

Mijn hele leven heb ik al moeizame relaties met vrouwen. Dat begon in mijn vroege kindertijd. Ik heb drie zussen (dus ja, vier moeders, ha-ha-ha!) en twee van hen hebben door mijn toedoen bijna het leven gelaten, toen we nog met z’n allen thuis woonden. Ik zal een jaar of twaalf geweest zijn toen ik één zus tijdens een woordenwisseling bijna heb gewurgd; zij zat aan de eettafel, ik stond achter haar en had mijn arm om haar nek geklemd – tot een andere zus mij net op tijd een stevige pets verkocht. Nu ben ik helemaal niet moordlustig van aard, dus ze zal het bloed wel onder mijn nagels vandaan hebben gehaald, zoals alleen zussen dat kunnen.  

Opblaasboot

De andere zus heb ik – wederom om een reden die ik me niet meer kan herinneren – op het nippertje niet neergestoken. Ze zat in de tuin in een opblaasboot, terwijl er geen water te bekennen was. Wellicht had ze net als Noach een visioen gehad zonder dit met ons te delen, dat is natuurlijk vragen om problemen. Anyway, ik was nog steeds dat jonge jochie, had opeens een stanleymes in mijn hand en hield ’t dreigend omhoog. De zus in kwestie was er zo eentje die dan riep: ‘Durf je toch niet!’. En haar broertje was er zo eentje die het dan júist deed. Dus daar vloog het mes door de lucht, zwoesj, rakelings langs haar wegschietende hoofd, recht de boot in. Ruzie, tranen en een lekke boot. 

Het is nooit meer goed gekomen tussen die juf en mij

Het mag dus geen grote verrassing heten dat ik in mijn verdere leven vooral getroebleerde relaties met vrouwen zou hebben. Ik herinner me een basisschooljuf die het een goed idee leek mij iets te laten knutselen waarvoor logisch inzicht nodig was. Van die papieren kubusjes waarvan je eerst de plattegrond moest uitknippen om ‘m vervolgens op de juiste wijze in elkaar te vouwen. Niet te doen. Het zal in groep 2 geweest zijn. ‘Werken’ werd het altijd genoemd, dat knutseluurtje, en het is dan ook pas sinds kort dat het woord ‘werken’ iets positiefs bij me oproept.

Enfin, deze jongen ging die kubusjes niet vouwen, dat was al gauw duidelijk. Dus werd ik voor straf op de gang gezet. Dan kan ik net zo goed naar huis gaan, moet ik gedacht hebben, dus dat deed ik. Het is nooit meer helemaal goed gekomen tussen die juf en mij. 

Autoriteit

Veel later – ik volgde de opleiding journalistiek – kreeg ik gedoe met vrouwelijke stagebegeleiders. Eén van hen was te beroerd om ook maar één compliment uit te delen. Elke dag keek ze me aan alsof ik hoogstpersoonlijk verantwoordelijk was voor het wereldwijde klimaatprobleem, tot ik onvermijdelijk aan nekklemmen en stanleymessen begon te denken. Op een gegeven moment besloten we samen dat het beter was dat ze het begeleidersstokje overgaf aan een collega. Dat verliep super. Ik kán het dus wel…

Het kan ook zijn dat ik niet per definitie moeite heb met vrouwen, maar vooral met vrouwen die boven mij gesteld zijn en die hun autoriteitspositie misbruiken. Dat brengt mij bij mijn vrouw. Maar daarover later meer…

Lees ook: Zo overleef je moeilijke collega’s

Geschreven door

Wilfred Hermans

--:--