Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Doe mij maar een zonnepil! Waarom ik kies voor een antidepressivum

'Ik had mezelf beloofd nooit meer te beginnen'

Neem je wel of niet een antidepressivum in mentaal zware tijden? Daarover zijn de meningen verdeeld. Maar Gerrianne vindt dat een klein pilletje een groot verschil kan maken. “Het duister in mijn hoofd trekt op als een rolgordijn aan een touwtje.”

Deel:

Piepklein is 'tie. Mijn meeste gehate vriendje. Onschuldig ogend als een reistabletje. Ik laat hem even door mijn hand rollen en voel het symbolische gewicht van deze stap echoën door mijn zijn. Het is weer tijd. Tijd voor mijn antidepressivum.

‘Langzaam leg ik het pilletje op mijn tong. Ik slik. Huil’

Na een lange periode waarin ik met vallen en opstaan mijn weg vond door het oerwoud dat depressie heet, is het weer tijd voor pillen. Toen ik de laatste keer stopte, heb ik mezelf stiekem beloofd dat ik nooit weer zou beginnen. Dat ik nu, deze keer écht, de leugens zou bevechten met de waarheid en de zon zou oproepen met mijn lach.

En oh, ben ik ze te lijf gegaan. Als een woeste leeuw vocht ik mijn weg door de jungle van knagende, vretende onwaarheden van zinloosheid en alleen zijn. Ten hemel schreiend hief ik mijn hoofd omhoog om een glimp te zien van de blauwe ruimte. Ik schreeuwde om de zon, lachte mijn tranen weg. Maar nu lig ik gevloerd in de modder terwijl het ongedierte aan mijn beenderen knaagt. Ik kan niet meer. Ik ben weer eens gevallen, maar opstaan gaat hem deze keer niet worden. Het licht is langzaam uitgegaan en ik wil alleen nog maar mijn ogen sluiten.

En dus. Tijd voor pillen.

Langzaam leg ik het tabletje op mijn tong. Ik slik. Huil. Belijd dat het niet is gelukt en dat ik me schaam, ook al weet ik dat ik weet dat dat niet moet, en dat ik toch zo had gehoopt dat Zijn waarheid genoeg was. En dat het me spijt van het zwaard van geloof en die helm die toch heilzaam zou moeten zijn, en dat ik niet stand kan houden, en of antidepressiva betekent dat ik de volheid van het leven niet leef. Al weet ik dat mijn depressies uiteindelijk een fysieke oorzaak hebben, ik huil mijn gebroken tranen om pijn die zo dicht bij mijn ziel lijkt te zijn. Ergens in de verte hoor ik een kleine echo van hoop. Van een God die mens is geweest. Van de zon die heus nog ergens schijnt. Maar ik ben te moe om omhoog te kijken.

‘Mijn boze stofjes zijn getemd door het antidepressivum, de waarheid drijft weer boven’

Een paar weken later is het zover. De zon gaat aan. Ik merk het als ik 's ochtends wakker word. Het begint met één verlegen zonnestraal. Wanneer ik er naar kijk duikt hij alweer weg. Maar een paar dagen later zijn het er twee. En vijf weken na de eerste pil sta ik tot mijn verrassing weer op mijn benen. En terwijl ik de laatste restjes modder van mijn benen schraap en de schrammen van mijn val verbind, kan ik eindelijk weer zien. Het duister trekt op als een rolgordijn aan een touwtje. Mijn gekneusde hart komt langzaam uit de plooi.

Diep adem ik in en hef mijn hoofd. Nog wat wankel neem ik mijn eerste stappen. Een beetje voorzichtig, om het evenwicht niet te verstoren. Maar dan, na weken, steeds sneller tot daar waar de hemel de aarde raakt en ik proef en smaak dat God goed is. Mijn boze stofjes zijn getemd, de waarheid drijft weer boven. Mijn hart, hoewel getekend en voor altijd wat hervormd, dankt in al zijn zo gebroken schoonheid. Dankt voor Zonnepillen.

“Het was alsof mijn gedachten de baas over me werden en continu riepen: ik wil dit niet!" Lees hier een artikel waarin verschillende vrouwen vertellen over hun depressie.

Geschreven door

Gerrianne

--:--