Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Filosoof Emanuel Rutten: 'God bestaat'

Als hij niet oppast, laat hij zijn soep koud worden. Zo bevlogen vertelt filosoof Emanuel Rutten (40) in een eetcafé in zijn buurt in Amsterdam-West over wiskunde en filosofie, hoe hij tot geloof kwam en nieuwe argumenten voor het bestaan van God ontwikkelde. "Ik las over de zondige mens en dacht: 'Dit gaat over mij!'"

Deel:

Soms lijkt het gesprek door zijn woordenwaterval een privécollege, waarin modellen, theorieën en filosofen over elkaar heen buitelen. Een van de Godsargumenten waarop Rutten in 2012 als filosoof promoveerde, heeft twee uitgangspunten: 'Alles wat mogelijk waar is, is kenbaar' en 'Het is onmogelijk te weten dat God niet bestaat'. De conclusie die eruit volgt: het is onmogelijk dat God niet bestaat. Dus moet God bestaan.

Je bedacht dit Godsargument nadat je tot geloof gekomen was. Hoe ging dat?
"Ik ben katholiek opgevoed, maar doorleefde het geloof niet. Het hoorde gewoon bij de cultuur van mijn jeugd. Toen ik een jaar of 12 was, verdween ik geruisloos uit de kerk. In de jaren daarna speelde het geloof geen rol in mijn leven. Toen ik wiskunde ging studeren, dacht ik dat ik de diepe grondstructuren van de wereld onderzocht; de eeuwige waarheid. Bovendien, de schoonheid en elegantie van meetkundige figuren maakten diepe, diepe indruk. Nu weet ik: dat was een quasireligieuze ervaring. Aan het einde van mijn studie realiseerde ik me dat wiskunde altijd gaat over vormen, maar niet over de inhoud. Ik ervoer een tekort en dacht: 'Er moet meer zijn.'"

Dacht je toen al aan een religie?
"Totaal niet! Ik vond religie onzin. Ik vond geloof zelfs niet relevant genoeg om atheïst te zijn. Het was geen thema. Na mijn wiskundestudie kreeg ik het aanbod om te promoveren, maar dat sloeg ik af. Mijn professor reageerde geschokt: 'Emanuel Rutten die níet wil promoveren in de wiskunde?' Maar na acht maanden afstuderen in zuivere wiskunde, wilde ik ook wel eens iets anders. En ik was dus op zoek naar meer inhoud."

Kerkvaders

Daarom volgde Rutten een filosofiecursus, waarin hij ontdekte dat je ook rationeel kunt nadenken over immateriële zaken als liefde, schoonheid en zingeving – de inhoud die hij bij de wiskunde miste. Enthousiast geworden, schreef hij zich in voor de bachelor Filosofie op de Vrije Universiteit (VU). "De énige reden dat ik voor de VU en niet voor de Universiteit van Amsterdam – UvA – koos, was omdat de VU dichter bij mijn huis was. Maar wat bleek? De VU besteedt ook aandacht aan de kerkvaders en de UvA niet. Toen ik een boek van Augustinus las, veranderde er iets in me. Dat maakte een diepe indruk."

Wat las je?
"De Griekse filosofen vinden dat de mens moet streven naar perfectie. Maar bij Augustinus las ik dat mensen imperfect, onvolledig en zondig zijn. Ik dacht: 'Dit gaat over mij!' Ik voelde me bevrijd, want ik wist dat ik imperfect ben. Er werd een bevrijdende weg gewezen: naar Jezus. Ik las over God Die mens werd in Zijn Zoon, Die onder ons leefde, maar Die we niet hebben aangenomen. Die tekst maakte een verpletterende indruk. Ik was gemangeld in de wiskunde en wijsbegeerte, maar wat ik hier las, was voor mij iets volstrekt nieuws. Het stond maximaal in contrast met álles wat ik daarvoor gelezen had. Augustinus verwees naar de evangelisten uit de Bijbel. Die ging ik ook lezen. En ja, toen werd ik echt bevangen door het christendom. Ik werd aangesproken door de persoon van Jezus, en voelde: 'Dit is het!' Het was dus geen rationele gedachte, maar een existentiële ervaring."

Eerder vond je geloof niet de moeite waard om überhaupt over na te denken. Bracht deze ervaring je niet in conflict met jezelf?
"Door mijn filosofiestudie was ik al een ruimer en milder denker geworden. Jezus' uitspraken vond ik prachtig. Zoals 'Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij.' Het was een sublieme ervaring; Jezus kwam als een bijzondere natuur bij mij binnen. Op een zeker moment dacht ik (Rutten steekt een hand in de lucht): 'Ik wil christen zijn! Dit is wat ik wil zijn!' Tot mijn verbijstering kwam ik er daarna pas achter dat er ook heel logische, rationele argumenten zijn voor het bestaan van God. Als wiskundige en filosoof vond ik het heel goede argumenten. Ik was bijna geiïrriteerd dat ik ze zo laat ontdekte. Ik had het eerder willen weten! En dat terwijl ik al naar de kerk, Crossroads, ging. Ik vond dat de argumenten bekendheid moesten krijgen. Daarom ben ik er op gepromoveerd en heb ik er enkele nieuwe argumenten aan toegevoegd, waaronder het argument dat in de media zoveel aandacht kreeg."

Debatavonden

Dit laatste Godsargument haalde zelfs The New York Times. Inmiddels wordt hij regelmatig uitgenodigd voor debatavonden. Maar geen enkel argument haalt hem van zijn overtuiging, zegt hij. "Alleen de vraag hoe een goede God het lijden kan toestaan, is erg lastig. Maar die vraag zegt meer iets over Zijn karakter, niet over Zijn bestaan."

Stel dat een andere slimmerik jouw argument onderuit haalt. Valt jouw geloof dan in duigen?

"Als dat gebeurt, is dat jammer, maar zal mijn geloof er minder van worden? Natuurlijk niet. M'n geloof is niet gebaseerd op rationele argumenten, maar op mijn levenshouding. Stel dat iemand kan aantonen dat Jezus níet is opgestaan uit de dood, dan kan ik van mijn geloof vallen. Maar ik ben ervan overtuigd dat dit niet zal gebeuren. Gelovigen moeten niet bang zijn voor de wetenschap. Nieuwe wetenschappelijke inzichten kunnen alleen maar meer zicht op de Bijbel geven, in plaats van dat het in tegenspraak zal zijn met de kern van het christendom. Godsargumenten helpen christenen om zich zekerder te voelen als ze voor hun geloof uitkomen.

Tekst: Sjoerd Wielenga
Beeld: Ruben Timman
Bron: Visie 2013, Visie 45

Gaan geloof en wetenschap samen?

Is God een hersenspinsel? Is de oerknal een feit? En: gaan geloof en wetenschap wel samen?
Op EO.nl/geloven geven christenwetenschappers, onder wie Emanuel Rutten, antwoord op deze en andere vragen
in de videoserie 'Zin in wetenschap', een samenwerking tussen de EO en Forum C.

--:--