Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Gerald Holtvlüwer: 'Door God kan ik het verschil maken'

Geen minuut meer hoeven werken en zo’n beetje alles kunnen kopen wat je wilt: voor Gerald Holtvlüwer (44) is dat – dankzij keihard werken – al tien jaar realiteit. Toch was dit niet het leven waar hij van droomde. Daarom steekt hij nu wekelijks zo’n veertig uur in zijn grote passie: arme gezinnen in Bangladesh aan een solide huis helpen.

Deel:

In de tuin rond zijn Assense villa (een voormalig kantoorpand) geniet Gerald van de vroege ochtendzon en vrolijk vogelgekwetter, dat oprijst uit bomen en struiken. Vijf dagen geleden kwam hij terug van een tiendaags werkbezoek aan Bangla- desh, een van de armste en dichtstbevolk- te landen ter wereld. Het contrast tussen ‘daar’ en ‘hier’ is gigantisch, en Gerald be- seft het terdege. “We doen thuis het licht aan, kunnen douchen, hebben fatsoenlijk sanitair, schoon drinkwater, elektriciteit en een solide dak boven ons hoofd,” zegt hij. “Daar denken we nooit over na, maar voor miljoenen mensen in Bangladesh – en trouwens in heel veel landen – zijn zulke dingen allesbehalve ‘gewoon’.”

Bedelend opgeheven handen

Zijn belangeloze inzet voor de armen – Geralds dagtaak, mag je wel zeggen – heeft alles te maken met een reis naar India. Als zakenman verdiende hij op 34-jarige leef- tijd in één klap een fortuin met de verkoop van een buitengewoon succesvol bedrijfs- concept, dat hij slechts drie jaar daarvoor had bedacht en in de markt gezet. “Op 28 december stond het geld op mijn bank- rekening. Nog diezelfde avond struinde ik – met m’n laptop in bed – het internet af om eens te kijken welke goede doelen er waren die ik zou kunnen steunen; daar had ik nooit eerder tijd voor genomen en ik verbaasde me over de enorme hoeveel- heid. Op 7 januari vloog ik naar India. Mijn toenmalige marketingadviseur, vrijwilliger bij stichting Wereldkinderen, had me namelijk uitgenodigd om er een project te bezoeken en dat idee sprak me direct aan.” Grijnzend: “En ik had opeens tijd genoeg.”

Vanaf het vliegveld namen ze een taxi naar hun hotel; bijna onmiddellijk zag de kersverse miljonair aan weerszijden van de auto tientallen mensen die allemaal op de ramen klopten en hun handen bedelend naar hem ophieven. Hij bijt op zijn onderlip. “Er stonden ook kleine kindertjes tussen... Dan weet je even niet wat je overkomt, hoor! Ik kwam uit een periode van alleen maar werk, werk, werk en zoveel mogelijk geld verdienen. In India drong het besef tot me door dat ik met de middelen, de expertise en de talenten die God mij heeft gegeven, een verschil voor arme mensen zou kunnen maken.”

Oorverdovende herrie

“Voor het eerst heb ik nu in Bangladesh een echte moessonbui meegemaakt,” zegt Gerald, terwijl hoge zomerwolkjes traag over Assen glijden. “Ongelofelijk, de oorverdovende herrie en de enorme hoeveelheid water die in korte tijd neerstort. Tot nu toe was ik altijd buiten het regenseizoen om in Bangladesh, maar deze keer niet. Als je je dan voorstelt hoe het is om in die lange moessonperiode als gezin met kleine kinderen in een lekkend krot te moeten wonen, met al snel letterlijk nergens meer een droog plekje... dat is écht verschrikkelijk. Funest voor je nachtrust, je welbevinden én je gezondheid.”

Overstromingen en cyclonen

Bangladesh is vijf keer zo groot als Nederland en telt ruim 150 miljoen inwoners, van wie maar liefst 90 procent onder de armoedegrens leeft. Zo’n 47 miljoen Bengalen moeten omgerekend zelfs van minder dan 1 dollar per dag zien rond te komen. Moessonregens, overstromingen en cyclonen zorgen jaarlijks voor heel wat extra ellende. “Veel Bengalen hebben wel een stukje land, maar weinigen bezitten een eigen huis,” zegt Gerald. “Daar kunnen de meesten alleen maar van dromen. Zij wonen in hutjes van bamboe en tin, golfplaten of andere zwakke bouwmaterialen.”

Je hebt niet veel fantasie nodig om te beseffen wat daarmee gebeurt als een stormwind opsteekt, of de regen met bakken uit de hemel klettert – wat helaas maar al te vaak het geval is. “Omdat het land zo dichtbevolkt is, wonen miljoenen mensen tot overmaat van ramp noodgedwongen op plekken die getroffen kunnen worden door overstromingen. Als hun huisjes instorten of wegspoelen, kunnen ze – terwijl ze geen cent hebben om iets beters te bouwen – weer helemaal opnieuw beginnen."

De afdeling 'zalig nietsdoen'

Voor de gemiddelde Nederlander, maar zéker voor deze straatarme Bengalen, moet Geralds leven wel een sprookje lijken. Sinds 2004, het jaar waarin hij zijn bedrijfsconcept verkocht, leeft hij van het rendement van zijn investeringen. Maar bij de afdeling ‘zalig nietsdoen’ zoek je hem tevergeefs. “Vóór de verkoop had ik met mijn vrouw Marjan duidelijk afgesproken dat we iets heel anders zouden gaan doen – iets met goede doelen – en dat we niet zouden doorgaan met nóg meer geld verdienen. In die valkuil wilden we niet trappen. Want wanneer is genoeg dan ook echt genoeg?”

Iets van de buitenkant

Gerald groeide op in een vrijgemaakt gezin, maar het geloof was jarenlang vooral iets van de buitenkant. Meteen na de verkoop van zijn bedrijfsconcept begon hij zich echt in de Bijbel te verdiepen (“daar nam ik eindelijk de tijd voor”). Al lezend ontdekte hij dat alles in zijn leven tot dan toe vooral om zichzelf draaide, en niet om God en zijn naaste. Dat wilde hij niet langer; hij beleed zijn zonden en gaf zich over aan God.

Liever dan ‘zomaar’ geld weggeven aan goede doelen, wilde hij na de verkoop van zijn bedrijfsconcept en de India-reis z’n ervaring en zakelijke talenten inzetten om (structureel) zélf iets voor de minderbedeelden te doen. Zo werd het idee voor Wereldfoundation geboren, waar hij en Marjan veel privégeld in hebben gestoken. Deze stichting wil zoveel mogelijk arme gezinnen aan een goed en veilig onderkomen helpen. “Eind van dit jaar zullen we, gerekend vanaf de start, al voor 3300 gezinnen – ruim vijftienduizend mensen! – een compleet huis hebben gerealiseerd. De woningen zijn voorzien van een toilet en gefilterd water. We werken daarbij samen met Woord & Daad en lokale hulp- organisaties. Als ik naar Bangladesh reis, neem ik altijd poolshoogte bij de bouw van nieuwe huizen en zoek ik contact met plaatselijke organisaties en personen die ons mogelijk verder kunnen helpen.”

Niet zomaar gratis

“Alleen gezinnen die er blijk van geven financiële verantwoordelijkheid te kunnen dragen, komen in aanmerking voor een woning; het is dus niet zo dat wij arme families zomaar gratis een huis geven,” legt Gerald uit. “Dat blijkt in de praktijk namelijk geen duurzame hulp te zijn. Daarom bieden wij deze arme gezinnen een betaalbare huizenlening aan, een microhypotheek, waarmee ze het leeuwendeel van de bouw kunnen financieren.” Bangladesh is hét land van de microkredieten, en dit systeem werkt uitstekend, benadrukt hij. “Zo’n microhypotheek van 1000 à 1500 euro heeft een looptijd van zeven jaar; vrijwel altijd wordt het geld keurig afgelost, en kunnen we daarmee weer nieuwe gezinnen helpen.”

Ongekende rijkdom

In welke ellende armoede mensen levenslang gevangen kan houden, heeft Gerald de afgelopen jaren telkens weer gezien tijdens zijn werkreizen naar Bangladesh (hij bezoekt het land gemiddeld drie tot vier keer per jaar). “Die confrontatie met armoede went nooit. Maar, en dat klinkt misschien gek, ik neem het niet mee naar huis. Ben ik weer hier, dan kan ik ook echt genieten van dit mooie huis en andere luxe.”

Niet dat het nooit ‘knaagt’. Gerald wijst naar de openslaande deuren achter hem. “Voor pakweg 1000 euro kun je in Bangladesh een degelijk huis laten bouwen: een ongekende rijkdom voor miljoenen Bengalen. Alleen al deze deuren kostten echt wel iets meer. En dan zo’n heel pand grondig laten verbouwen..."

Een groot nest

Die afweging was lastig, geeft hij aan. “Vinden we dit nu verantwoord, of niet? Daar hebben Marjan en ik best mee geworsteld. Maar als je helemaal in die gedachten meegaat, werkt dat verlammend. Dus uiteindelijk hebben we gezegd: ‘De realiteit is dat we hier leven en het geld hebben; het is een groot huis, laten we het dan ook gebruiken als uitvalsbasis voor ons gezin.’ We hebben drie kinderen; zij moeten iedereen kunnen meenemen die ze willen. Een stuk gezelligheid, waar ik vroeger thuis ook zo van kon genieten, willen we graag delen met anderen. Dus iedereen is hier welkom. En boven hebben we een ruimte ingericht waar mensen die het moeilijk hebben een tijd kunnen verblijven.” Gerald staart naar een ekster, die even door de tuin hupt. “Dit huis is een groot nest; mooi om naar terug te keren als ik op reis ben geweest."

De helft uit eigen zak

“Zelf groeide ik op in een modaal gezin; we woonden in Hardenberg. Mijn ouders betaalden lang niet alles ‘automatisch’ voor me. Vroeger bezat ik nooit een stuiver; als ik bijvoorbeeld een nieuwe fiets wilde, moest ik de helft uit eigen zak betalen. Nou, dan leer je wel goed omgaan met geld!”

Na een korte stilte vervolgt hij: “Alles heb ik zelf verdiend, samen met Marjan (zij is kinderrechter en als een van de beheerders ook nauw betrokken bij Wereldfoundation, red.). Maar ik heb mezelf altijd voorgehouden: we moeten ook weer helemaal terug kunnen naar af. Stel je voor dat ik – om wat voor reden ook – alles kwijt zou raken, dan zou ons leven echt gewoon doorgaan. Geld draagt absoluut bij aan een stukje geluk, maar ik wil niet van geld laten afhangen of ik gelukkig ben. Telkens als ik in Bangladesh ben, zie ik hoe betrekkelijk alles is. Dat houd ik mezelf ook steeds voor ogen.”

Weer een kwestie van hard werken

“Ik heb een passie voor Jezus, voor andere mensen, maar ook – nog steeds – voor ondernemen: het verschil maken,” zegt hij even later, de handen achter het hoofd ge- vouwen. “Ik geniet ervan om betekenisvolle initiatieven te ontplooien, waar anderen weer bij kunnen aanhaken. En ook al heb ik dan veel geld verdiend, ik begin feitelijk opnieuw. Want ik moet nog steeds hard werken en creatief zijn om iets te bereiken. Hét grote verschil is dat ik nu meer bezig ben vanuit de focus die Christus mij heeft geleerd: barmhartig zijn voor hen die zich in vaak uitzichtloze situaties bevinden.” Niet dat ‘succes’ hem als een gebraden kip in de mond vliegt.

Na twee jaar intensieve voorbereiding lanceerde hij in 2007 Wereldhypotheek; een uniek concept (‘Een huis voor een huis’), waarmee Gerald destijds zelfs het Journaal haalde. “Mijn idee was om de bouw van huizen in de derde wereld te financieren met de provisies op deze hypotheek. Maar in augustus vielen de eerste Amerikaanse banken om, wat niemand kon voorzien. Ons hele idee werd opeens van tafel geveegd.” Maar Gerald is er de man niet naar om dan de handdoek in de ring te gooien. “Het was pijnlijk om met Wereldhypotheek te moeten stoppen, maar via Wereldfoundation kunnen we ons nog steeds inzetten voor de armen. Want die passie drijft ons. Lukt het niet linksom? Dan maar rechtsom."

'Fiets voor een Huis'

Voortdurend zoekt hij nieuwe manieren om méér mensen te motiveren hun steentje bij te dragen voor arme gezinnen in Bangladesh. Zo lanceerde hij vorig jaar de succesvolle acties ‘Fiets voor een Huis’ en ‘Loop voor een Huis’. Het doel: fietsend of (hard)lopend de top bereiken van de Galibier, bekend van de Tour de France. De 34,5 kilometer lange klim geldt als een van de zwaarste Alpencols. “Deelnemers moeten minimaal duizend euro sponsorgeld bijeenbrengen, waarmee voor één gezin in Bangladesh een degelijk huis kan worden gebouwd,” zegt Gerald, die zelf ook meedeed aan de afmattende fietstocht. “Het evenement bracht een fantastisch bedrag op, 350.000 euro. Dit najaar hopen we op nog meer deelnemers en dus een nog hogere opbrengst. Ik ben trouwens superblij dat profwielrenner Bouke Mollema onze ambassadeur is. Met zijn bekendheid en inzet hebben we een veel groter bereik. Inmiddels ben ik zelf ook fanatieke fietser geworden, dus ik hoop dit jaar weer van de partij te zijn.”

Dromen verwezenlijken

Dat hij een paar keer per jaar naar Bangladesh reist, helpt hem om de bezieling vast te houden die nodig is om veertig uur per week met Wereldfoundation bezig te zijn en nieuwe ideeën te ontwikkelen om het werk uit te breiden. “Omzien naar de armen is simpelweg een opdracht die God ons heel duidelijk in de Bijbel heeft gegeven,” benadrukt hij. “En die moeten we – allemaal op onze eigen manier – uitvoeren. Iedereen kan een verschil maken voor de ander. Ontwikkelingswerk is geen hobby voor rijke mensen. Of je nu miljonair bent of niet, met Wereldfoundation willen we elke Nederlander in staat stellen om zich concreet in te zetten voor arme mensen. Kleine kinderen verkopen bijvoorbeeld spulletjes op de rommelmarkt; scholen organiseren sponsorlopen; bedrijven zamelen geld in via een gala en ondernemers delen hun kennis. Allemaal om dé grote droom te verwezenlijken van arme gezinnen in Bangladesh: een dak boven hun hoofd.”


Tekst: Gert-Jan Schaap
Beeld: Ruben Timman
Bron: Visie 2014, nr. 27/28

--:--