Ga naar submenu Ga naar zoekveld

'Ik kreeg op mijn 32e een herseninfarct.'

Van hulpverlener naar patiënt

Jennienke (32) is fanatiek hardloopster en runt daarnaast een gezin met twee kinderen van 4 en 7. Dan zet een herseninfarct haar hele wereld op zijn kop. De kleinste dingen kosten Jennienke nu heel veel moeite. “Ik zie 2020 als het jaar waarin ik een nieuw ‘normaal’ wil vinden.”

Deel:

“Mijn leven was eigenlijk alles wat ik nodig had: lieve vrienden en familie om me heen, een fijne baan als hulpverlener en ik kon mijn hart ophalen aan pianospelen en hardlopen. Vorig jaar kreeg ik last van wat vage klachten. Ik was een keer flauwgevallen en als ik ging hardlopen had ik soms geen gevoel in mijn voet. Bezoekjes aan de huisarts leverden niets op. Op 11 april 2019, toen we middenin de verkoop van ons huis zaten en die dag een bezichtiging zou zijn, voelde ik me helemaal niet lekker. Ik had last van ondraaglijke hoofdpijn en was misselijk. Het zal wel een griepje zijn, dacht ik. Ik ben toen wel uit bed gekomen, maar ben op de overloop ingestort. Mijn man kwam meteen naar me toe en zag dat het helemaal niet goed ging: mijn mond hing scheef en ik sprak met een dubbele tong. Hij heeft direct de ambulance gebeld. In het ziekenhuis werden allerlei scans gemaakt en bleek dat ik een herseninfarct had gekregen, net zoals mijn broertje op zijn zestiende.”

Zware operatie

“Voor mijn gezin was het heel heftig toen ik in het ziekenhuis terecht kwam. Ik verkeerde in kritieke toestand, omdat de twee stolsels in mijn hersenen niet verwijderd konden worden. Het ging van kwaad tot erger toen ik een zwelling in mijn hersenen kreeg. Ik raakte bijna in coma en moest een gevaarlijke operatie ondergaan, zodat de druk op mijn hersenen minder zou worden. Mijn kinderen vonden het vreselijk dat mijn lange haar daarvoor werd afgeschoren. Met mijn kale hoofd vol hechtingen zag ik er natuurlijk heel anders uit dan ze gewend waren. Achteraf heeft deze operatie wel mijn leven gered dus daar ben ik wel dankbaar voor. Nadat ik een maand in het ziekenhuis had gelegen, ging ik voor vier maanden naar een revalidatiecentrum.”

Mijn kinderen vonden het vreselijk dat mijn lange haar werd afgeschoren.

Lijden en verlies

“Door het herseninfarct is mijn hele wereld ingestort. Ik raakte halfzijdig verlamd en mijn cognitieve functies werken niet goed meer door het niet aangeboren hersenletsel. Dat betekent dat ik geen overzicht kan creëren en moeite heb met plannen, aandacht en energie verdelen en prikkels verwerken. De regie over mijn gezin heb ik los moeten laten. Altijd was ik hulpverlener, maar nu heb ik ineens zelf hulp nodig. Ik dacht dat mijn halfzijdige verlamming het ergste zou zijn, maar eigenlijk vind ik de cognitieve problemen – die vaak niet zichtbaar zijn – nog veel erger. Gelukkig heb ik een geweldig netwerk waarop ik altijd kan rekenen. We wonen nu tijdelijk bij mijn schoonouders en ik krijg heel veel bezoek en kaarten. Het was wel gek dat het leven gewoon doorging tijdens mijn revalidatie. Toen ik thuiskwam waren mijn kinderen enorm gegroeid en kon mijn oudste opeens klokkijken! Ik heb veel van hun ontwikkeling moeten missen. Ook al gaan de scherpe randjes er wel af, toch word ik elke dag geconfronteerd met lijden en verlies.”

Ik was hulpverlener, maar door mijn herseninfarct heb ik nu zelf hulp nodig.

Houvast

“Hoe mijn leven nu is vind ik best zwaar, maar ik heb nooit waaromvragen gekend. We leven immers in een gebroken wereld. Het belangrijkste is dat ik weet dat God degene is die altijd naast me loopt. Het lied Just be held van Casting Crowns heeft voor mij heel veel betekenis. Na het herseninfarct was het heel stil van Gods kant: ik zat echt in de overleefstand. Maar later kwam ik erachter dat God er toch altijd bij was. Dat is nu echt een houvast geworden. Ik kan me niet voorstellen hoe ik zou kunnen leven zonder in God mijn hoop te vinden.”

(On)zekere toekomst

“Iedereen die te maken heeft gehad met een herseninfarct weet dat artsen geen garanties kunnen geven op het gebied van herstel. Al kan ik nu wel weer veel meer met de linkerkant van mijn lichaam, toch weet ik niet hoe dat zich in de toekomst gaat ontwikkelen. Uiteindelijk wil ik graag een boek schrijven om anderen te bemoedigen met mijn verhaal. Daarnaast heb ik ook de droom om ooit weer te kunnen hardlopen en pianospelen, maar omdat de medische wereld me geen zekerheid kan bieden, ben ik gedwongen om me helemaal over te geven aan God. Ik zie het jaar 2020 als een jaar waarin ik een nieuw ‘normaal’ wil vinden; wetende dat God naast me loopt en mijn hand vasthoudt.”

Geschreven door

Ruth Blankesteijn-Petri

--:--