Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Kruiswoorden: "Ik heb dorst" (5)

Stilstaan bij Jezus' laatste woorden

In de Lijdensweek, ook wel de Goede Week genoemd, leven we toe naar het sterven van Jezus (vandaar: Lijdensweek) en naar de vreugde van Pasen (vandaar: Goede Week). Elke dag staan we stil bij woorden van Jezus, die Hij hangend aan het kruis, gesproken heeft.

Deel:

De meeste kruiswoorden zijn waarschijnlijk alleen gehoord door degene die dichtbij stonden. Johannes heeft ze opgetekend. Ze doen denken aan Psalm 22: Mijn kracht is droog als een potscherf, mijn tong kleeft aan mijn gehemelte.

Tijdens zijn leven had hij dorstige mensen uitgenodigd om bij hem levend water te drinken, waardoor ze nooit meer dorst zouden hebben. Ze zouden zelfs worden tot bronnen van levend water. En nu had hij dorst! Nogal logisch, gezien de inspanning die hij moest leveren en de ontberingen die hij onderging. Ieder mens zou smachten naar een druppel water.

Maar er is ook een diepere laag in deze uitspraak. In de Psalmen is dorst een illustratie van het verlangen naar God – mijn ziel dorst naar de levende God.

Jezus toont in zijn stervensuur dat het grote gebod, God liefhebben boven alles en de naaste als jezelf, in hem vervuld wordt. Hij had de mensen rond het kruis lief. En ook al had God, de bron van het levende water, zich voor hem afgesloten, hij bleef God boven alles liefhebben. Hij verlangde hartstochtelijk naar God, ook al voelde hij zich door God in de steek gelaten. Jezus' liefde was niet geknakt!

Jezus zelf gebruikte dorst ook als illustratie van het verlangen naar gerechtigheid. Hij aanvaardde het kruis om alles wat krom is recht te maken. Om te troosten wie onder onrecht gebukt gaan, om bedrijvers van onrecht vergeving te schenken en te maken tot strijders voor het recht. Jezus leed gruwelijk, maar de liefde vond een weg om recht en gerechtigheid te brengen!

Zou ik in mijn omgeving kromme dingen recht kunnen maken? Hoe zou ik anderen kunnen helpen om 'nieuw' te worden?


Ik heb dorst
(Johannes 19:28).

--:--