Marco en Joke doen mee aan 'Waar doen ze het van'?
23 september 2020 · 16:00
Update: 15 november 2024 · 08:48
Vier kinderen, zeven katten en een torenhoge hypotheekachterstand. Echtgenoten Marco (53) en Joke (27) De Vrind laten in het nieuwe EO-programma Waar doen ze het van? zien hoe zij rondkomen met 75 euro per week. “Het belangrijkste is dat we elkaar hebben.”
We ontmoeten elkaar in een huiselijk ingerichte vergaderruimte in het EO-gebouw. Het gezin woont in Capelle aan den IJssel, maar wilde graag naar Hilversum komen. Hun drie jongste kinderen (3, 6 en 7 jaar) zijn meegekomen en bekijken YouTube-filmpjes. “We hebben vakantie en maken er meteen een dagje uit van,” zegt Marco. “We zijn met de auto van oma; zij is een grote steun. Ze koopt ook fruit, vleeswaren en kaas voor ons.” Joke vult aan: “We hebben haar vorige week meegenomen op vakantie naar Zeeland, als bedankje.”
Naar een pretpark
Zo’n vakantie betalen ze niet zelf, maar krijgen ze van een stichting. Joke: “Er zijn zó veel stichtingen die hulp bieden. Daardoor kunnen wij dagjes uit, bijvoorbeeld naar een pretpark. Ook hebben we de Rotterdampas; volwassenen betalen vijf euro per jaar, de kinderen niks. Daarmee kunnen we gratis naar alle musea in Rotterdam en voor een klein bedrag naar bijvoorbeeld de dierentuin.”
Al die mogelijkheden waren voor Marco en Joke een reden om deel te nemen aan dit EO-programma. “We willen laten zien dat er veel leuke dingen te doen zijn, ook al heb je weinig centen,” benadrukt hij. “Die boodschap wilden we naar buiten brengen: verstop je niet, maar ga op zoek – er is zó veel te vinden. Je moet er alleen wel even wat moeite voor doen."
Hoe was zo’n opnamedag voor jullie?
Joke, grinnikend: “Bizar, stressvol en uniek. Zeker met de kinderen; zij moesten luisteren naar de aanwijzingen van de regisseur. Als we met de cameraploeg in de supermarkt liepen, keken mensen naar wat er gebeurde. En als we onze postronde liepen en gefilmd werden, vroeg iedereen waar het voor was.”
Een postronde: jullie hebben dus werk?
“Tijdens de opnames had ik een baan gevonden, maar ik ben ermee gestopt,” antwoordt Joke. “Het viel niet te combineren met de zorg voor de kinderen; ik zag ze nauwelijks.” Marco legt uit dat hij twintig jaar bij hetzelfde bedrijf heeft gewerkt, maar daar in december weg moet vanwege een reorganisatie. “Ik ga weer op zoek en pak alles aan, zolang het maar geen nachtwerk is,” licht hij doe. “En nu lopen we dus allebei een postronde.”
Foto op Facebook
Vonden ze het lastig om zich echt open te stellen tijdens de opnames? Beiden antwoorden met een stellig ‘nee’. “De schaamte heeft dat Facebookbericht al voor ons weggenomen,” zegt Marco. Joke legt uit: “We hadden een redelijke kerstboom, die vóór de kerstdagen al was doodgegaan. We beloofden de kinderen dat we ons best zouden doen voor een nieuwe, en kwamen vervolgens met een klein exemplaar thuis. Rond die tijd was er een melding bij de dierenpolitie gemaakt van geuroverlast van onze poezen.
De politie kwam bij ons binnenkijken en op dat moment vroeg onze oudste zoon: ‘Mama, we zouden toch een gróte boom krijgen?’ Dat raakte die agenten. Ze stonden binnen de kortste keren met een flinke kunstkerstboom op de stoep! Tijdens het optuigen werd er een foto gemaakt en op Facebook geplaatst, met ons verhaal erbij. Dat bericht werd verspreid via landelijke media, waaronder Hart van Nederland en het Algemeen Dagblad. Zodra ons verhaal openbaar werd, schaamden we ons niet meer. Sindsdien hebben we bij allerlei stichtingen aangeklopt, zoals de dierenvoedselbank.”
Waarom hebben jullie die dieren gehouden terwijl het financieel slecht ging?
“Je doet je kindjes toch ook niet weg?” reageert Joke. Marco: “We hadden onze huisdieren al toen het nog goed ging. Als het minder gaat, hoeven mijn beestjes daar niet onder te lijden. Ze horen bij ons gezin.
Uit huis geplaatst
Terug naar de genoemde geuroverlast. Die ontstond, leggen Marco en Joke uit, omdat de poezen het laminaat onder bleken te plassen. Het gezin woonde een jaar lang in een gezinshuis en moest de zeven poezen thuislaten. Eén keer per dag gingen ze terug om de beestjes te verzorgen.
Waarom woonden jullie in een gezinshuis?
Joke: “Ik heb twee dochters uit een vorig huwelijk. We woonden in België, maar mijn ex-man was zwaar drugs- en alcoholgebruiker. Alles kwam op mijn schouders terecht. Ik had zelfs suïcidale neigingen. Maar Marco sleepte me door de moeilijke tijden heen. Ik had hem leren kennen via een onlinespel. We skypeten vaak om gecoördineerd te spelen. Ons contact nam toe, waarna ik – samen met mijn ex-man en onze twee dochters – een bezoekje aan Nederland bracht. Daar werden de gevoelens tussen ons steeds sterker.”
Marco: “We hebben daarna nog hele nachten zitten skypen, totdat ik zei: ‘Morgen stap ik in de auto en kom ik naar België.’ Zo gezegd, zo gedaan. Haar dochters bleven bij haar ex-man wonen, omdat ze uit hun leefmilieu zouden worden getrokken als ze mee naar Nederland zouden gaan.”
Joke: “Op een dag werd ik gebeld: we moesten met spoed naar een rechtszitting in België komen. Er zou worden besloten dat de meiden naar een instelling of pleeggezin gingen. Toen dacht ik: wacht, waarom kunnen ze niet naar ons? We hadden alles voor ze! Gelukkig wonnen we de rechtszaak en mochten de meiden mee naar Nederland. Maar… we kregen twee zwaar verwaarloosde, verknipte kinderen. De oudste moest in Nederland vrijwel direct naar een gezinshuis.”
s Avonds zaten Marco en ik buiten te huilen: we trokken het niet meer
Niet haalbaar
Marco en Joke zochten hulp én moesten bewijzen dat ze voor twee kinderen – hun jongste dochter en hun zoon – konden zorgen. Ze besloten in gezinsopname in Barendrecht te gaan. Vier maanden voor de opname ontdekte Joke dat ze zwanger was van hun tweede zoon.
“Voor zijn geboorte gingen we tijdelijk weer naar ons huis in Capelle aan den IJssel,” blikt ze terug. “Na de bevalling gingen we terug naar het gezinshuis. Daar werd snel duidelijk dat het niet haalbaar was, met de baby. Hij huilde continu, sliep onrustig en wilde alleen maar bij mij zijn. ’s Avonds zaten Marco en ik buiten te huilen: we trokken het niet meer. In overleg met de gezinsvoogd mochten we terugkeren naar ons eigen huis, net voor de feestdagen. Enkele maanden later werd de ondertoezichtstelling van de kinderen opgeheven. We hadden bewezen dat we voor hen kunnen zorgen.”
Hoe zijn jullie in zo’n benarde financiële situatie beland?
“Ik had een leuk flatje gevonden,” vertelt Marco. “Ik zat bij Fortis Bank Nederland, maar was verplicht om voor de hypotheek een Rabobankrekening te openen. Dat heb ik gedaan. De eerste zes maanden hebben ze de hypotheek afgeschreven van mijn Fortisrekening, terwijl daar niks meer op stond. De Vereniging van Eigenaars deed hetzelfde. Zo kwamen we in de problemen.
Deurwaarders
Met de bank konden Marco en Joke een regeling treffen. Maar bij de Vereniging van Eigenaars (VvE) moest het volledige bedrag worden terugbetaald. “Dat konden we niet,” zegt Marco. “De VvE heeft loonbeslag opgelegd en toen begon de ellende. Ik moest kiezen; betaal ik mijn huis óf het eten voor de kinderen? Ik koos natuurlijk voor mijn gezin, maar daardoor kwamen we steeds dieper in de problemen.”
Joke haakt aan: “Er kwamen deurwaarders; we konden niks meer betalen. Een vereiste vanuit Jeugdzorg was gezinsondersteuning; er kwam één persoon om het gezin te begeleiden, en een ander voor financiële ondersteuning. Toen zij onze papieren zag, zei ze: ‘Dit kan niet meer.’ Ze heeft voor ons een bewindvoerder gezocht. Het was dat, of op straat belanden. Na anderhalf jaar bleek dat diegene er een nóg groter potje van heeft gemaakt. Sinds januari 2019 hebben we een andere bewindvoerder, die ervoor gezorgd heeft dat we nu in de schuldsanering zitten. Nog tweeënhalf jaar doorbijten, dan zijn we schuldenvrij.”
Over de vraag of er ook bepaalde voordelen aan hun situatie zitten, denken ze even na. “Ik denk dat onze kinderen het bijna beter hebben dan die van twee werkende ouders,” lacht Joke. “Vanwege de uitjes en het gratis speelgoed. Van Stichting Jarige Job krijgen ze voor hun verjaardag bijvoorbeeld een verjaardagsbox met cadeautjes, traktaties en versieringen.”
Geen gekke dingen
Leefde het gezin tijdens de tv-opnames van vijfenzeventig euro per week, inmiddels is dat honderd euro. Marco: “We zijn tegenover de kinderen altijd eerlijk geweest: we hebben niet veel geld. Als ‘het grote geld’ komt – zo noemen we de kinderbijslag – pakken we wat meer uit met eten en gaan we bijvoorbeeld naar een fastfoodrestaurant. Los daarvan hebben we liever dat zij een volle maag hebben; wij pakken wel een extra boterham.”
Verder zoeken ze leuke plekken op waar ze gratis of goedkoop naartoe kunnen, geef Joke aan. “In Capelle is een waterspeeltuin midden in het bos, vrij toegankelijk. Zoiets kost ons eten en drinken, maar dat heb je thuis ook. Ze hebben daar de tijd van hun leven.”
Maken jullie je nog zorgen om jullie situatie?
Joke: “Iedere week weleens; komen we uit met het weekbudget?” Marco: “Onze zorgen zijn niet meer zoals vroeger. Over het algemeen komen we uit met het weekbudget, en de bewindvoerder heeft ons alle grote taken uit handen genomen. We weten nu dat het over tweeënhalf jaar klaar is. Die zekerheid hadden we eerder niet.”
Nog tweeënhalf jaar doorbijten, dan zijn we schuldenvrij
Hoe kijken jullie naar de toekomst?
“Als straks onze schulden zijn kwijtgescholden, gaan we geen gekke dingen doen,” zegt Marco. “Dit willen we nooit weer meemaken. We zijn nu al bezig met het opbouwen van een buffer; per maand wordt er honderd euro apart gelegd.”
Joke: “Als we straks ons papiertje hebben, krijgen we nog een jaar begeleiding. Dan worden we langzaam losgelaten en moeten we het zelf gaan doen.” Marco: “Dat is nog wel even spannend, maar we zijn hoopvol. Het belangrijkste is dat we elkaar hebben.”
Tekst: Anouk van de Schootbrugge
Beeld: Jacqueline de Haas