Martha Groothedde woont met haar man en vier kinderen in Jeruzalem
'We weten dat God dit wilde in ons leven, anders hadden we dit nooit gedaan.'
Martha Groothedde (38), woont met haar man en vier kinderen in Jeruzalem, de plek waar God hen drie jaar geleden naar toe riep. Hoe is het om in Israël te wonen? Hoe was het voor de kinderen om te verhuizen naar het buitenland?
Martha en Albert Groothedde zijn in 2018 namens het Centrum voor Israël Studies (CIS) uitgezonden naar Israël. Albert werkt daar nu als Israël-consulent en samen met hun vier kinderen wonen nu ze in Jeruzalem. In een interview met Eva vertelt Martha hoe zij Gods aanwezigheid de afgelopen tijd hebben ervaren, hoe ze zegen op hun werk zien en hoe het is om een schakeltje te zijn in Gods Koninkrijk.
Hoe was het om te verhuizen naar Jeruzalem?
Martha: “De eerste jaren in Israël waren intensief. Verhuizen met jonge kinderen is niet niks. Je laat alles wat je kende los en begint compleet bij nul. Alle veilige dingen en vanzelfsprekendheden zijn er niet meer. Hoe is de buurt? Wat is een fijne school voor de kinderen? Naar welke gemeente ga je? En heel simpel: welke supermarkt is handig voor de boodschappen? Bovendien spraken we nog geen woord Hebreeuws.
Toen we nog in Nederland woonden, werkte ik in het basisonderwijs. Ik mag hier op mijn visum niet werken, maar eerlijk gezegd ben ik blij dat ik geen baan heb. Op die manier kan ik het emotionele proces van de kinderen goed begeleiden en daarnaast kan ik vrijwilligerswerk doen.”
Huppelend naar de kerk
“In het tweede jaar dat we hier woonden, hebben we drie keer een stevige lockdown gehad. Dat betekende: alle kinderen thuis en de scholen potdicht. Ik was blij dat ik er volledig voor de kinderen kon zijn. Dat we hier juist tijdens de coronacrisis zijn gebleven, was voor onze omgeving een teken dat we hier echt willen wonen.
Hoewel het ook wel intensief was, kijken we als gezin terug op een goede periode. Juist in het afgelopen jaar hadden we tijd om te investeren in lokale contacten. We krijgen steeds meer diepgaande contacten en nieuwe vriendschappen met mensen in onze omgeving. Onze overbuurman is bijvoorbeeld helemaal gek op de kinderen.
De kinderen gaan nu zelfs huppelend mee naar de dienst op Shabbath.
Inmiddels voelen we ons thuis. We wonen op een fijne plek en de organisatie zorgt goed voor ons. De Joods-Messiaanse gemeente waar we nu heen gaan is een fijne gemeente. Als je geen familie meer in de buurt hebt, wordt de band met je gemeente heel belangrijk. De kinderen gaan zelfs huppelend mee naar de dienst op Shabbat. Dat is prachtig om te zien.”
Hebben jullie veel gemerkt van het conflict?
“We merken wel dat er spanningen zijn, maar we wonen gelukkig in een rustige wijk. De recente opleving van het geweld was wel heftig. We zijn er zelf heel rustig onder, maar het raakt ons om te zien hoeveel het mensen in onze omgeving doet. De pijn en de dreiging van het conflict komt opeens heel dichtbij als je hoort dat kinderen van buren dag en nacht in de schuilkelder zitten en dat jongelui uit de kerk die in het leger zitten naar de grens van Gaza moeten. Ondanks het geweld en de spanningen zien we op kleine schaal dat mensen wel open blijven staan voor dialoog en dat is mooi.
Waarom zijn jullie naar Israël verhuist?
“We weten dat God dit wilde in ons leven, anders hadden we dit nooit gedaan. Al snel nadat we getrouwd waren, merkten we dat God ons duidelijk maakte dat Hij wilde dat we op een specifieke manier in Zijn Koninkrijk zouden komen werken. Zelf vind ik dat je overal in Gods Koninkrijk kan werken, of je nou voor de klas staat, als verpleegkundige aan een ziekenhuisbed staat of dat je een journalist bent. Het is niet zo dat mensen die uitgezonden of specifiek geroepen worden door God, God meer dienen. Je kan God overal dienen.
Ik zei altijd tegen God: ‘Ik wil U best dienen, maar dan wel in Nederland. Ik hoef niet naar het buitenland’. Ik weet nog precies wat het kantelpunt was: ik hield stille tijd toen er een gedachte op me afkwam. Als ik bleef zeggen ‘Prima God om Uw weg te gaan, maar alleen in Nederland’, dan was ik niet bereid om Hem echt te volgen. Dat kwam binnen. Toen ik me dat realiseerde, kon ik zeggen: ‘God, wat U ook wil, het is goed. Hier is mijn leven, doet U maar wat U wilt’. Dat gaf me rust.
'Hier is mijn leven, doet U maar wat U wilt’
Precies die dag kwam mijn man thuis van zijn werk en ik zag aan hem dat er iets was. In alle drukte met de kinderen kwam hij naar me toe. Hij vertelde over een advertentie voor werk in Israël die hij had gezien in de krant. Hij zei: ‘God heeft vandaag tot me gesproken en ik geloof dat dit Zijn wil is’. Op dezelfde dag dat ik mijn leven in Gods handen legde, sprak God ook tot Hem. We ervaarden dat God duidelijk sprak en dat dit Zijn plan was voor ons.
We hebben veel rust over de keuze gehad, maar natuurlijk is het ook wel eens spannend geweest. Tijdens het proces ga je je steeds meer realiseren waar je eigenlijk aan begint. We belden met mensen die al in Jeruzalem woonden. Zij schetsten best een heftig beeld. En wij zouden daar gaan wonen met vier kinderen?! Ik wist niet hoe we dat ooit moesten doen.
We wisten samen dat het Gods wil was.
Ik heb dat soort dingen biddend bij God gebracht en diezelfde avond, toen we samen de Bijbel en een dagboekje opendeden, lazen we de tekst van de dag waarin Jezus tegen zijn discipelen zegt: ‘Zie wij gaan naar Jeruzalem’. Ook al zien wij leeuwen en beren, als God het wil, dan is het goed en dan komt het goed. Dan moeten wij gehoorzamen. Zo’n intensief proces brengt je dichterbij God. En we hebben echt gemerkt dat God erbij is, dat Hij antwoordt geeft en elke dag voor ons zorgt.”
Hoe merken jullie dat God erbij is?
“Je hoeft niet in het buitenland te wonen en te werken om te voelen dat God betrokken is bij je leven. Ook als je in Nederland werkt en een gewone baan hebt, is God erbij. Ik heb zelf geleerd om heel concreet te bidden voor mijn kinderen. Het is hier lastig om vriendschappen op te bouwen, en als moeder kun je je daar erg zorgen over maken, en die pijn van eenzaamheid voelen. Doordat biddend bij God te brengen, blijkt dat God daarin voorziet. Zo ontmoetten we in de speeltuin leuke kinderen die in dezelfde straat bleken te wonen, en opeens telefoon ging voor een uitnodiging om te komen eten.
Op veel momenten heb ik geleerd dat ik mocht zeggen ‘Heere, het ligt in Uw handen. Ook al maak ik me zorgen, dat hoeft niet.’ God heeft ons elke dag de kracht en de wijsheid om goede beslissingen te nemen. Ik ben dankbaar dat God laat zien dat Hij voor ons zorgt.”
Hoe merken jullie zegen op je werk?
“Wat is zegen? Als je doel is dat mensen tot geloof komen, dan past dat niet echt bij het werk hier. We zijn dienstbaar onder Gods volk. Wij vinden zelf dat het ons past om een nederige en luisterende houding aan te nemen.
We zijn dienstbaar onder Gods volk.
Wees gewoon christen in de omgeving waar je bent. Bid voor de mensen die je ontmoet. God kan zo’n gesprek zegenen. Werken in Gods Koninkrijk kun je zien als een ketting: iedereen mag een schakeltje zijn in Gods plan. En God doet zijn werk. Dat is hier, maar dat is net zo goed als je in Amsterdam, in Zwolle, Kampen of in Grafhorst woont. Leef je leven biddend en sta ervoor open dat God je gebruikt naar de mensen om je heen!”
Lees ook: Joke adopteerde tijdens haar werk als missionaris zeven Cambodjaanse kinderen
Geschreven door
Corianne van der Werf