Onze Vader krijgt nieuwe versie
Nieuwe vertaling van het gebed wordt 27 november 2016 ingevoerd
Het bekendste gebed uit de christelijke traditie, het Onze Vader, krijgt een 'update'. De nieuwe vertaling van het gebed wordt 27 november 2016 ingevoerd in de Rooms-Katholieke Kerk in het Nederlands taalgebied. Dat meldt de Nederlandse Bisschoppenconferentie.
Gezamenlijke tekst
Decennia lang bleek het niet mogelijk om tot een gezamenlijke tekst van het Onze Vader te komen voor het Nederlandse taalgebied. Een speciale commissie heeft nu van de beste vertalingen uit de Vlaamse en de Nederlandse versie één gebed gemaakt. Zowel de Nederlandse en Belgische Bisschoppenconferenties, alsook de Romeinse Congregatie voor de Eredienst hun goedkeuring verleend.
Gewenning
“De bisschoppen begrijpen dat het niet gemakkelijk is voor sommige gelovigen van de oude vertrouwde versie van het Onze Vader over te gaan naar de nieuwe vertaling”, zegt bisschop Jan Liesen van Breda, referent voor de liturgie. “Een gelijkaardige moeilijkheid deed zich ook voor, toen bij het verschijnen van het Altaarmissaal in 1979 vertrouwde teksten werden vervangen door andere formuleringen in de eucharistie. Maar uiteindelijk is ook toen een snelle gewenning mogelijk gebleken. Het is mooi en verheugend dat Nederland en Vlaanderen nu dezelfde tekst van het Onze Vader kunnen gaan bidden.”
Gebedskaartjes
Geplastificeerde gebedskaartjes met de nieuwe vertaling van het Onze Vader zijn beschikbaar via de Nationale Raad voor liturgie. De NRL zal van de herziene vertaling van het Onze Vader bovendien enkele toonzettingen beschikbaar stellen, die na de vakantieperiode (zomer) van dit jaar al kunnen worden ingestudeerd door de zangkoren.
Dit is de nieuwe versie van het Onze Vader:
Onze Vader, die in de hemel zijt,
uw naam worde geheiligd,
uw rijk kome,
uw wil geschiede
op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren,
en breng ons niet in beproeving
maar verlos ons van het kwade.
Bron: Katholiek.nl