Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Overdaad schaadt?

Deel:

Rikko geeft op de vroege ochtend inspiratie om de dag bewust te beginnen. Hij leest om 6 uur de teksten uit een oud kerkelijk leesrooster en zo rond 7 uur deelt hij de gedachte die dan op-popt. Elke werkdag te lezen en te beluisteren.

PopUpGedachte maandag 15 april 2019 – Overdaad

Het is maandag. Een nieuwe week is begonnen. En nogal een relevante week voor christendom. De grootste viering van het jaar, het allerbelangrijkste schakelmoment in de geschiedenis is voor hen Pasen. Aankomende zondag is het zover. Maar eerst moet Witte Donderdag plaatsvinden – en gaan heel veel mensen genieten en een aantal mensen gruwen van het Passion-spel in de straten van Dordrecht. Dan Goede Vrijdag, Stille Zaterdag, Paaszondag, Paasmaandag en daarmee is dan de nieuwe wereld begonnen. Een andere manier van denken wordt geboren, iets met onbegrensde mogelijkheden en niet meer kapot te krijgen hoopvolheid.

Een vriend van mij zei dat hij Goede Vrijdag nog wel trok. Maar Pasen? Op goede vrijdag kun je gewoon lijden met de lijdenden, lijden met de wereld, maar Pasen? Dat idee over een opstanding, over einde als begin, over metafysische verwarring in de dagelijkse realiteit? Je kunt er een mooi idee van maken, dat helpt om het klein te krijgen dat Pasen. In dat geval is Jezus in de harten van mensen opgestaan. Dan is die gewoon doodgemarteld en dan is dát wat er gebeurt met idealisten en goedheden of godheden, dat ze uit de wereld worden weggedrongen maar dan leeft het in het hart voort. Dan heb je Pasen klein gekregen. Of als je stelt dat er een lijk rondwandelt, dat Jezus van Nazareth weer net zo naar buiten wandelt als hij er ooit is binnengaan, alleen dan met een kloppend hart. Ook dat klopt niet. Er is iets anders aan de hand. JC verschijnt, verdwijnt, is aanwezig, onherkenbaar tenzij je zijn littekens ziet. Helemaal nieuw en heel, behalve die wonden dan. Het verhaal is niet helder, onaf en vol van verbazing en extreme hoopvolheid.

In de dagen vooraf gaand aan die kruisiging duiken er wat mensen op in de verhalen die de geest van dat werk van de rabbi te pakken hebben én zij die het niet hebben. Met dat het spannend wordt komt er het een en ander aan het licht. Deze scene lees ik vanochtend:

Maria nu nam een pond nardusbal­sem, echte en heel kostbare, zalfde daarmee Jezus’ voeten en droogde ze met haar haren af. Het huis hing vol balsem­geur.Daarop zei Judas Iskariot, een van zijn leerlingen, dezelfde die Hem zou uitleveren: ‘Waarom is die balsem niet voor driehon­derd denaries verkocht en het geld aan de armen gege­ven?’ Hij zei dat, niet omdat hij bezorgd was voor armen, maar omdat hij een dief was en uit de beurs die hij bewaarde, wegnam wat erin kwam.

Het is een waanzinnig gebaar van Maria. Men stikt haast in de geur, zoveel parfum dat het op je stembanden slaat. En er gaan driehonderd daglonen doorheen. Een jaarsalaris (6 dagen per week werken, geen vakantie). En de reactie van Judas is fascinerend. Maria geeft alles, vrij helder. Ze is tot op het bot bezorgd én wil alles geven. Judas vindt het allemaal wat overdreven, dat alles geven. Zijn argumentatie is bijzonder. Had die 300 denarie aan de armen gegeven. Een argument van mededogen wat gebruikt wordt om een overdaad klein te krijgen. Een redelijk argument van mededogen met armen dat gebruikt om een liefdevolle overdaad van een vrouw met een scherpe intuïtie kleiner te maken, uiteen te breken, weg te doen. En het argument van mededogen blijkt geen mededogen maar de man is een dief. Met 300 denarie in de beurs had hij mooie dingen kunnen doen. De rabbi trekt rond met een stelende penningmeester. Genant ook eigenlijk.

En herkenbaar hè? Voor calvinisten en zuinige hollanders. Gebaren moeten een doel dienen en praktisch zijn. Symbolen zijn mooi maar je moet ze niet overdrijven. Prima om iets te investeren maar kijk wel wat het oplevert. Judas is de rekenende hollander in optima forma én zijn stelende aard staat daar niet haaks op maar ligt in het verlengde. What’s in it for me? En als er te weinig ‘for me’ in zit dan moet ik dat desnoods eigenhandig rechtzetten met een greep uit de kas.

Maria is het tegenovergestelde. Er zit absoluut iets voor haar in. In haar gebaar. Maar wat er voor haar in zit is het mogen geven. Het kunnen en willen uiten van de diepe bevrijding en heling die zij voelt in nabijheid van de man uit Nazareth, de bezorgdheid die ze voelt voor de komende dagen en zij is blij iets gevonden te hebben wat matcht met haar diepe, overlopende gevoelens en wat er voor haar inzit? Dat ze kan geven.

Of het nu gaat om een klimaatdiscussie (het moet niet teveel kosten, wel slim investeren versus mensen die hun leven drastisch omgooien terwijl dat op wereldschaal een druppel op een gloeiende plaat is (gebaar van liefde) of in een liefdesrelatie (is het wel in evenwicht? Wordt er wel voldoende ontvangen ten opzichte van het geven? Versus: wat kan ik doen om de ander weer een momentje te zien stralen – want als íets me gelukkig maakt is het dat.)

Er is altijd iets voor de gever. Maar de één zit mokkend in de hoek bij deze vorm van overdaad en de ander is blij eindelijk expressie gevonden te hebben voor de eigen overvloed aan emotie. De een wil controle, dat er evenwicht is en zal zorgen dat hij krijgt wat hij nodig heeft, de man met de frons. De ander wil verbinden, geven en zich uitdrukken om aan zichzelf en de hele wereld duidelijk te maken waar ze voor staat, de vrouw met de tranen. De een is vol liefde de ander een dief. Nu eens ben ik de ene, dan weer de ander. Maar deze vrouw zal me altijd ten voorbeeld zijn.

Heb een goede week, deze goede week.

Hier vind je drie tekstgedeeltes die Rikko vanochtend las.


Rikko Voorberg

Rikko Voorberg (38) is theoloog, schrijver, ‘activist/kunstenaar’ en initiatiefnemer van o.a. ‘We gaan ze halen’.

Wil je betrokken raken bij het werk van Rikko? Kijk dan hier.  

Geschreven door

Rikko Voorberg

--:--