Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Waarom we het verhaal van Tamar moeten doorvertellen

Ken je het Bijbelse verhaal van Tamar, de dochter van David? Grote kans dat je er nog nooit iets over hebt gehoord. Maar het is tijd dat daar verandering in komt, vindt Jen.

Deel:

Het afgelopen jaar heb ik een bijbelstudieserie geleid over het boek Samuël voor een groep vrouwen in mijn kerk. We gingen er hoofdstuk voor hoofdstuk, vers voor vers doorheen, en ik daagde hen uit om kritisch na te denken over wat we aan het lezen waren.
Het boek Samuël zit vol verhalen die ons laten worstelen met de soevereiniteit van God en de hevigheid van zonde. Toch is niet een van die verhalen zo schokkend als het verhaal over Tamar en Amnon in 2 Samuël 13.

Amnon, een van de zonen van David, verkracht zijn halfzus Tamar en zet haar vervolgens aan de kant. Als haar broer Absalom erachter komt wat Amnon heeft gedaan, zegt hij tegen haar: ‘Is Amnon je te na gekomen? Zwijg dan, zusje, hij is je broer; je doet er beter aan het te laten rusten.’ Dat sussen en wegwuiven van Absalom is ronduit verachtelijk, maar de reactie van David is verbijsterend: ‘Toen koning David hoorde wat er gebeurd was, werd hij woedend.’ (vers 21)

Woedend. Dat is het dan. Geen openbare beschuldiging van Amnon, geen rehabilitatie van Tamar. Geen gerechtigheid, geen troostende of vriendelijke woorden voor zijn dochter, slechts machteloze, sprakeloze woede. David zwijgt. Hij neemt geen maatregelen tegen Amnon, daarmee biedt hij Absalom de gelegenheid om zijn broer uiteindelijk te laten doden als wraak, met alle gevolgen van dien. En van Tamar lezen we alleen nog dat ze eenzaam is, van het leven afgesneden.

Versterkte effect van eigen zonden

Waarom vertaalt Davids woede zich in stilzwijgen en lijdelijke passiviteit? Omdat David in zijn zonen het versterkte effect van zijn eigen grove zonden ziet. David offerde Batseba aan zijn eigen wellust en vermoordde daarna haar man om zijn sporen uit te wissen. En nu doen zijn eigen zonen Gods oordeelsprofetie in vervulling gaan door binnen hun eigen familie een uitvergrote versie van Davids eigen zonden te begaan.

Davids schuldgevoel legt hem het zwijgen op. Tamars smeekbede aan Amnon als hij haar overweldigt, blijven naklinken: Want ik, waar zou ik mijn schande brengen? En het doodse zwijgen van David geeft ons het antwoord: Nergens.

Geen ‘gepast’ onderwerp

Als je complete Bijbelboeken vers voor vers bestudeert, kun je de ongemakkelijke stukken niet overslaan. Dat zou opvallen. Dus worstelden we ons tijdens de studieavonden door de tekstpassage, in de wetenschap dat het zeker een gevoelig onderwerp zou zijn voor de vrouwen onder ons met soortgelijke ervaringen. En we probeerden iedereen te helpen die hulp nodig had. Het brak mijn hart dat Tamars verhaal zo gewoon bleek te zijn, zo vaak bleek voor te komen.

Ik realiseerde me dat ik al die jaren die ik in de kerk kwam, nog nooit één preek had gehoord over Tamar. De andere vrouwen in mijn bijbelstudiegroep konden zich ook niet herinneren dat ze er weleens over hadden horen spreken. En dat is ook niet zo verwonderlijk - het is niet bepaald een ‘gepast’ onderwerp voor de zondagochtend.
Tamar verschijnt maar heel zelden in preken of Bijbels onderwijs, en als ze dan al eens verschijnt, wordt haar verhaal er een beetje tussen gefrommeld, gedempt óf gebagatelliseerd door onze pogingen om Davids reputatie als ‘man naar Gods hart’ in stand te houden.

Niet spreken is spreken

Er is een bekend citaat dat wordt toegeschreven aan Dietrich Bonhoeffer: Stilte oog in oog met het kwaad, is kwaad: God zal ons niet onschuldig houden. Niet spreken is spreken, niet handelen is handelen.

De stilte die klinkt vanaf onze preekstoel en lessenaar spreekt tot vrouwen die Tamars verhaal delen: jouw schande is verdiend. Jouw verhaal is schokkend en zedeloos. Het bezorgt ons een ongemakkelijk gevoel en we gaan er liever aan voorbij.

Door het verhaal van Tamar trouw, openhartig en vol mededogen te onderwijzen, brengen we precies de tegenovergestelde boodschap over aan vrouwen: jouw verhaal verdient het om gehoord te worden. Jouw verdriet is ons verdriet. Jouw schande is onverdiend. We willen jou helpen om het bij het kruis te brengen.

Tamar was onteerd en verstoten door de zoon van David, en niemand schoot haar te hulp. De ware zoon van David was onteerd en verstoten om ons, opdat geen enkele dochter in Gods gezin ooit nog de schande zou hoeven dragen van het misbruik waarvan ze slachtoffer was geworden.

Pleitbezorgers voor andere vrouwen

Davids lijdelijke passiviteit zou ons moeten aansporen tot handelen. Davids sprakeloosheid zou ons moeten aanzetten tot spreken. In de kerk zouden er geen eenzame, verlaten vrouwen moeten zijn, alleen maar dochters van God die gezien worden en gekoesterd.

Door te spreken over Tamar, spreken we tot de vrouwen in onze kerken en daarbuiten van wie de stemmen stilvallen door hun schande. We nodigen hen uit om erover te vertellen en om genezing te ontvangen. Wanneer we Tamars verhaal hardop vertellen, gaan we waardig om met haar verdriet. En we worden de pleitbezorgers voor onze zussen, pleitbezorgers die Tamar had moeten hebben.

Dit stuk is geschreven door Jen Wilkin, gepubliceerd op christianitytoday.com en met toestemming van de auteur vertaald en overgenomen.  

--:--