Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Zo pak je de seksuele opvoeding aan: 5 adviezen van een seksuoloog

‘Seksuele opvoeding begint al bij de geboorte’

Wat is het goede moment om met je kind over seksualiteit te praten? Begin zo jong mogelijk, want dan wordt zo'n gesprek heel gewoon, adviseert psycholoog en seksuoloog Sanderijn van der Doef. Lees hier haar vijf opvoedingslessen.

Deel:

1. Seksuele opvoeding is méér dan het ‘bloemetjes en bijtjes-gesprek’ 

“De afgelopen coronajaren heb ik aangegrepen om nieuwe boeken over seksuele opvoeding te schrijven. Een van die boeken heeft de titel Going beyond the talk (‘Verder gaan dan het gesprek’, uitgegeven door een Engelstalige uitgever, red.). Dat verwoordt meteen mijn belangrijkste boodschap: opvoeden doe je de hele dag door, en dat geldt net zo goed voor de seksuele opvoeding.

Wie is Sanderijn van der Doef?

Sanderijn van der Doef is psycholoog en seksuoloog. Ze is de auteur van verschillende boeken over seksuele opvoeding voor kinderen en ouders, waaronder het bekroonde Ben jij ook op mij? en haar recente boeken Can I have babies too? over kinderen tot 12 jaar en Going beyond the talk over pubers (beiden alleen in het Engels uitgegeven).

Je bent een rolmodel voor je kind, zéker in hun jonge jaren. Ze leren door je te observeren en te kopiëren. En daarmee is alles wat je doet onderdeel van de seksuele opvoeding. Want seksuele opvoeding gaat niet alleen over waar baby’s vandaan komen – nog zo’n wijdverbreid misverstand. Als je je alleen maar richt op het onderwerp voortplanting, begrijp ik heel goed dat je liever wacht tot je kind wat ouder is. Maar seksuele opvoeding is zoveel breder. Het gaat óók over wat je voelt, hoe je die gevoelens kunt uitdrukken, positief omgaan met elkaar en weten wat je wel en niet wil. Voor kleine kinderen is het bijvoorbeeld belangrijk dat ze beseffen dat ze gewenst en geliefd zijn. Zo leert een kind ook van zichzelf te houden. Dat vormt wat mij betreft dé basis van een gezonde seksuele opvoeding.”

Het beste van Opgroeien & Gezin tweewekelijks in je mail?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!

Voornaam
E-mailadres

Lees onze privacyverklaring.

2. Begin zo jong mogelijk

“Het goede moment om met gesprekken over seksualiteit te beginnen? Altijd! Dat is echt mijn motto. Begin zo jong mogelijk. Want zo maak je een gesprek over seksualiteit heel gewoon, en voelt je kind zich altijd vrij om vragen te stellen. Zeker zolang ze jong zijn, heb jij nog in de hand welke informatie je kroost krijgt. Je zult merken dat zo’n gesprek moeilijker wordt als de puberteit aanbreekt. Maar dan nog blijft zo’n gesprek toegankelijker en gewoner dan met pubers die hun ouders er dan pas voor het eerst over horen.

Vanaf de geboorte kun je al beginnen met de seksuele opvoeding. Of beter gezegd: dan bén je er al mee begonnen, of je er nu bewust mee bezig bent of niet. Want zelfs baby’s hebben al seksuele gevoelens – al weten ze dat zelf niet. Vanaf ongeveer een jaar oud ontdekken ze dat het een fijn gevoel oplevert als ze hun geslachtsdeel aanraken. Maar of dat een prettig gevoel blijft, hangt sterk af van de reactie van de buitenwereld. Als die van meet af aan die hand wegneemt of zegt dat het niet mag, leert een kind: ‘Dat prettige gevoel is fout, stout, of onhygiënisch.’ Op latere leeftijd kunnen ze hierdoor schuld- en schaamtegevoelens krijgen over hun seksuele gevoelens.

Dat betekent trouwens niet dat je alles goed moet vinden. Maak je kind vooral duidelijk dat je begrijpt dat het lekker is, maar dat het ook privé is. Nu is privé een moeilijk woord voor een kind. Je kunt er bijvoorbeeld bij vertellen dat je het beter kunt doen als je alleen bent, en bijvoorbeeld niet als je net een boterham aan het eten bent. Daarmee communiceer je dat het gevoel oké is, en geef je tegelijk jouw waarden en normen mee als ouders.”

Esther Perel: 'Springlevende relaties? Dat zijn degenen die erotiek begrijpen'

Lees ook over:

Esther Perel: 'Springlevende relaties? Dat zijn degenen die erotiek begrijpen'

3. Ontdekkingsspelletjes horen bij de seksuele ontwikkeling

Jonge basisschoolkinderen spelen graag doktertje, of vadertje en moedertje. Besef dat die ontdekkingsspelletjes die je kind met een ander kind wil doen, horen bij de seksuele ontwikkeling. Elke ouder kan daarbij zelf bepalen wat hij goed of niet goed vindt bij zijn of haar kind. De ene ouder vindt alles prima, de ander krijgt er een naar gevoel van. Vaak hangt dit samen met hoe je zelf bent opgevoed en wat je eigen ervaringen zijn geweest.

Het is mooi als je het als een ontdekkingsreis kunt zien die je kind aan het maken is. De lading die we er als volwassenen al snel aan geven, zit er nog niet bij. Geef je kind wel bepaalde regels mee. Bijvoorbeeld: je mag elkaar niet dwingen en je mag elkaar geen pijn doen. Zo leren ze op een plezierige, bij hun leeftijd behorende manier dat zij de baas zijn over hun eigen lijf en dat ze ook rekening moeten houden met de grenzen van de ander. En dat is allemaal weer onderdeel van de seksuele opvoeding.”

4. Help schaamwoorden de wereld uit

“‘Waarom heet het schaam-haar?’ vragen kinderen me weleens als ik seksuele voorlichtingsles geef op basisscholen. Zodra kinderen ergens een vraag over stellen, houdt het ze blijkbaar bezig. En ze hebben groot gelijk. Want wat heeft seksualiteit met schamen te maken? Schaamlippen, schaamstreek, schaamhaar: ik ben fanatiek tegenstander van die ingeburgerde woorden. In mijn boeken gebruik ik ze pertinent niet. Ik zeg bijvoorbeeld vulvalippen, of ‘haartjes tussen de benen’.

'‘Waarom heet het schaam-haar?’ vragen kinderen me weleens'

Sommige kinderen krijgen rond een jaar of 6 een schaamtegevoel over hun lichaam. Dan willen ze zich niet meer uitkleden waar anderen bij zijn, op het strand of in de kleedkamer bijvoorbeeld. Die ontwikkeling hangt sterk samen met bewustwording over hun lichaam: ze gaan zich vergelijken met anderen. Soms – lang niet altijd – willen ze dan niet meer alles laten zien. Dat noemen we schaamtegevoel. Maar schaamte rondom seksualiteit? Wetenschappelijk gezien is daar geen enkele onderbouwing voor. Het is ons aangeleerd door onze omgeving. Laten we daarom met z’n allen die schaamwoorden uit de wereld helpen.”

5. Moeders én vaders: seksuele opvoeding doe je samen

“Uit onderzoek weten we dat moeders de grootste rol spelen in de algehele opvoeding, en zeker ook in de seksuele opvoeding. Gelukkig worden de rollen van vaders en moeders steeds gelijkwaardiger. Voor een kind is het goed als ‘ie van jongsaf aan merkt dat ze aan beide ouders vragen kunnen stellen over seksualiteit. Ook over vrouwenzaken als menstruatie en zwangerschap kunnen vaders iets vertellen vanuit hun perspectief. Bijvoorbeeld hoe hij het ervaarde toen hij hoorde dat mama zwanger was. Het is verrijkend voor een kind om dat ook van een man te horen.”

Wat moet je als ouder doen als je ontdekt dat je kind seksfilmpjes op YouTube bekijkt?

Sanderijn: “Dan zou ik daar eerst over doorvragen: ‘Hoe kom je hierop, en waarom wil je dit zien?’ Je kind kan er namelijk allerlei redenen voor hebben om die filmpjes te kijken. Afhankelijk van die reden kun je met je kind verder praten.

Is die reden bijvoorbeeld nieuwsgierigheid, dan kun je samen naar de bibliotheek om hier boeken over te lenen.
Of kijkt je kind omdat al zijn of haar vriendjes en vriendinnetjes het ook doen en ze erbij willen horen? Dan kun je uitleggen dat dit niet de juiste manier is: ‘Wat je ziet op die filmpjes, is niet hoe de meeste mensen elkaar liefhebben of seks hebben met elkaar.’ Je kunt erbij vertellen dat je het doet uit liefde, of pas als je getrouwd bent. Het is jouw keus wat je erbij vertelt, dat zijn de normen en waarden die je meegeeft als ouder.
Een andere reden kan ook zijn dat er iets bij je kind is gebeurd, en dat hij daardoor getriggerd wordt om op YouTube te kijken. Ook daarover kun je doorpraten en vervolgens maatregelen nemen.

In principe is het niet goed dat een basisschoolkind ernaar kijkt. Het is belangrijk dat je uitlegt dat je dat niet meer wilt en dat er andere manieren zijn om aan die nieuwsgierigheid te voldoen.

Geschreven door

Arianne Ramaker

--:--