Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Wilbert overleefde 40 uur op zee na een schipbreuk

Nieuw seizoen EO-YouTubeserie Wonder

Een zomerse boottocht in Indonesië verandert voor Wilbert van Haneghem, zijn vriendin Marjan en 23 anderen in een ongekend drama als de boot zinkt. Het enige wat ze kunnen doen: zien te overleven. Veertig uur, op open zee, zonder hulp in zicht.

Deel:

Een donderdagmiddag in augustus 2014. Wilbert en zijn vriendin Marjan zijn op vakantie in Indonesië. Het plan: een trip met de boot vanaf Lombok via Komodo naar Flores. De bootreis zou vier dagen duren. Het onheilspellende onderbuikgevoel van Wilbert houdt hem niet tegen op de boot te stappen. Vijf bemanningsleden en achttien internationale vakantiegangers voegen zich bij het stel.

Vijf uur later. De boot loopt vast op een koraalrif. Na twee uur – het wordt weer vloed – komt de boot los. Er gaan nog geen alarmbellen rinkelen bij de passagiers; het is immers geen moderne boot, dus hij heeft al wat meegemaakt. Na een goede nacht komen ze aan bij de eerste stop. Een groen eiland, een waterval: het lijkt een paradijs!

Het is vrijdagmiddag. Een bemanningslid roept iedereen bij elkaar en kondigt aan: we gaan zestien uur lang op open zee varen. Dat stond niet in het foldertje… Nog geen uur later worden de golven hoger en hoger. Mensen geven over of komen hun bed niet meer uit. Marjan voorziet dat dit weleens de ergste nacht van haar leven kan gaan worden.

Rond tien uur ’s avonds zit Wilbert op zijn kletsnatte matras in zijn hut. Het water loopt door de spleten in de boot naar binnen. Marjan is nat van de hoge golven die door het open raampje naar binnen klotsen. Na drie uur ligt de boot stil en zwalkt Wilbert richting de wc. Hij komt een matroos tegen die hem geschrokken aankijkt. Eenmaal terug ziet Wilbert zijn vriendin al hun spullen bij elkaar graaien: de hut ziet blauw van de dieseloliewolken. Ze begeven zich naar het voordek en zien daar tot hun grote verbazing alle passagiers staan. Wat blijkt: de bemanning was hen én een ander koppel vergeten te wekken. En dat terwijl de boot volloopt met water.

Met man en macht doet iedereen wat hij kan. De passagiers hozen, emmers vol. De bemanning is in paniek. Er is geen telefoonbereik. En een radio? Nee, die hebben ze niet. Ondertussen rennen twee matrozen over de smalle reling van de natte, houten boot met brandende fakkels – dit blijken later hun enige roeispanen te zijn. Wilbert ziet dat de bagageruimte en machinekamer volstromen met water. De boot zinkt.

Een grote golf slaat iedereen overboord

De passagiers zitten voor op de boot, op houten bankjes, en houden met zijn allen de boel in evenwicht. De bemanning is niet te zien, alleen af en toe te horen – schreeuwend. Een van de matrozen verschijnt: “Namens de kapitein deel ik mede dat deze boot niet kan zinken, want hij is van hout.” Een stilte van onbegrip volgt. Iedereen weet: wij zitten op een zinkende boot. Met als enig houvast in de verte de oranje lavastroom van een vulkaan.

De paniek slaat toe. Tussen het geschreeuw en gehuil door, deelt Wilbert snorkels en duikmaskers uit. Met zijn achttien jaar aan luchtvaarttraining en ervaring als steward, neemt hij de leiding over. Zijn instructies worden even later overstemd door een grote golf die iedereen overboord slaat. Behalve Wilbert. Hij belandt in een klein bevoorradingssloepje, dat de bemanning tevoorschijn had gehaald. De anderen klampen zich vast aan touwen, aan de zijkant van de zinkende boot. Met een duikmes snijden ze een touw door, zodat het sloepje loskomt. Er drijven acht ananassen voorbij, en ook wat flessen met een bodempje water. Ze leggen deze in het bootje.

De ochtend breekt aan. Er vaart geen andere boot in de buurt, want het is Onafhankelijkheidsdag. Wilbert is bang, maar de adrenalinekick overheerst. De groep besluit richting de vulkaan te zwemmen. Het bootje dat geschikt is voor vier personen gaat mee, om in te kunnen rusten. Algauw maken enkele snelle zwemmers zich los van de groep. Draaikolken en sterke stromingen liggen op de loer. De drenkelingen zijn gewond, hongerig, uitgedroogd, verbrand en uitgeput. 

Met het vallen van de avond wordt het gitzwart op zee. De vulkaan raakt steeds verder uit beeld. Wilbert voelt al zijn energie uit zijn lichaam verdwijnen. Hij en Marjan zien aan elkaar dat ze niet lang meer te leven hebben. Terwijl hij rust in het sloepje flitst Wilberts leven voorbij: Gaat hij het overleven? Moet hij thuis zijn broer en diens gezin en andere familieleden achterlaten? Hij denkt aan zijn ouders, die overleden zijn toen hij jong was – zijn moeder nota bene in het water. Toch komt de zon weer op: ze hebben de tweede nacht overleefd. Dat biedt hoop.

Hoe loopt dit af?

Wil je weten hoe dit verhaal verdergaat? Wilbert vertelt het woensdag 12 juni in de online EO-serie Wonder. Daarna verschijnen elke woensdag zeven andere wonderbaarlijke gebeurtenissen op het YouTubekanaal van de EO. Lees Wilberts hele verhaal in zijn boek Schipbreuk in het paradijs.

Geschreven door

Anouk van de Schootbrugge

--:--