Ga naar submenu Ga naar zoekveld

10 vragen en antwoorden over de kerkdienst

Want zo vanzelfsprekend is het eigenlijk niet...

Wie denkt dat onze kerkdiensten ongelooflijk begrijpelijk zijn, kan het wel eens mis hebben. Van sommige kerkdiensten is weinig te begrijpen voor ongelovigen. Tien vragen van mensen die er werkelijk niets van begrijpen. Handig om bij de hand te hebben als het gesprek een keer over de kerk of gemeente gaat!

Deel:

1. Wie is die man in die zwarte jurk?
Dat is meestal de dominee. De jurk wordt ook wel ‘toga’ genoemd, dat is de ambtskleding van de predikant. In een aantal kerken hebben dominees een toga aan, in andere kerken preken dominees in een zwart of donkergrijs pak. In evangelische en pinkstergemeenten volstaat een coltrui of T-shirt.

2. Sommigen gaan plotseling staan vlak voor het bidden. Waarom is dat?
Er zijn mensen die het eerbiedig vinden om tijdens het gebed te gaan staan, maar het kan ook met een oud gebruik te maken hebben: de mannen stonden tijdens het gebed, de vrouwen zaten.

3. Ik zag op een bordje in de kerk een soort geheimtaal. Er stond: ‘PS 100:3’ Betekent dit 100 gedeeld door 3?
Nee. Het heeft niets met rekensommen of wiskunde te maken. ‘PS’ is de afkorting van ‘Psalm’. Dit zijn de berijmde psalmen die in veel kerken gezongen worden. ‘PS 100:3’ betekent dus: Psalm 100 vers 3 gaat straks gezongen worden.

4. Ik zat laatst in de kerk. Toen iedereen al zat, kwam er een aantal mannen binnen, tegelijk met de voorganger. Ze gingen vooraan zitten. Waren ze te laat?
Nee. In sommige kerken komen ouderlingen vlak voor de dienst achter elkaar naar voren lopen, samen met diakenen. In de kerk zijn er namelijk verschillende ambten: het ambt van voorganger, het ambt van ouderling en het ambt van diaken. De voorganger is de herder van de gemeente, die de gemeente onderwijst en leidt. De ouderlingen hebben als taak om gemeenteleden te bezoeken en vaak helpen ze mee om het beleid van een kerk vorm te geven. De diakenen dragen zorg voor de diaconale roeping. Zij stimuleren de gemeente tot diaconaat en dragen zorg voor de coördinatie ervan. Diakenen zamelen dus geld in, zodat de kerk leden die hulpbehoevend zijn, kan helpen. In evangelische kringen worden ouderlingen ook wel oudsten genoemd.

5. Soms zie ik mensen tijdens het zingen een hand opsteken. Willen ze dan een vraag stellen?
Sommige mensen steken hun hand op tijdens het zingen om God de eer te geven. Anderen voelen zich prettiger als ze dat niet doen, dat verschilt per persoon. Er zijn veel manieren om God te aanbidden: geknield, met de handen omhoog, de handen opengevouwen, enzovoort.

6. Ik hoor vaak de woorden ‘votum en zegengroet’. Wat betekent dat?
Een votum is als het ware een belijdenis van Gods hulp, die aan het begin van de dienst wordt uitgesproken door de voorganger. De gemeente belijdt dat ze afhankelijk is van Gods hulp. Dat gebeurt met deze woorden: “Onze hulp is in de naam van de Here, Die hemel en aarde gemaakt heeft.” Daarna volgt de zegengroet, als het ware Gods antwoord aan de gemeente: “Genade zij u en vrede van God onze Vader en van onze Here Jezus Christus, in de gemeenschap van de Heilige Geest.”

7. Ik zie sommige mensen op een podium met gekleurde lappen stof zwaaien. Wat betekent dat?
In sommige evangelische gemeenten wordt er gevlagd, vaak in combinatie met dansen. Het is een kleurrijk en wervelend geheel en mensen ervaren het als bevrijdend en ruimte gevend. Vlaggen is in bepaalde kringen een vorm van lofprijzing. Het beeldt de vrijheid uit die God ons wil geven. Je ziet dit veel meer in evangelische gemeenten dan in de traditionele kerken.

8. Wat is het Avondmaal? En waarom heet het ‘Avondmaal’ als het ook ‘s ochtends gevierd wordt?
Het Avondmaal wordt Avondmaal genoemd omdat het terugverwijst naar de maaltijd die de Here Jezus met Zijn discipelen nuttigde op de laatste avond voordat Hij gevangen genomen werd. Het avondmaal is niet door mensen bedacht. De Here Jezus heeft het avondmaal ingesteld op de laatste avond die Hij met Zijn leerlingen (discipelen) doorbracht. De volgende dag werd de Here Jezus gevangen genomen, gekruisigd en gedood. Als de Joden de Paasmaaltijd vierden, dachten zij terug aan de bevrijding van het Joodse volk uit Egypte. Zoals Gods volk uit de slavernij van Egypte werd bevrijd, zo wil God ons bevrijden van de slavernij van de zonde. Gods toorn om de zonden rust niet meer op ons, omdat Jezus deze toorn heeft gedragen door te sterven aan het kruis. Hij vraagt de discipelen tweemaal om bij de maaltijd aan Zijn dood te blijven denken. Dat doen Zijn volgelingen nu nog steeds.

9. In sommige kerken brandt er voor de dienst een groen of rood lampje. Waar dient dat voor?
Dat stamt van vroeger af. Een aantal mensen had een vaste, betaalde plaats in de kerk. Als het lampje uit was, mocht je niet op die plaatsen zitten. Ging het lampje (ongeveer vijf minuten voor de dienst) branden, dan mocht je overal vrij zitten. Tegenwoordig zijn in bijna alle kerken alle plaatsen vrij. Gelukkig maar, dat is wel zo gastvrij!

10. Waarom krijgt de dominee altijd een hand van de ouderling voordat hij de kansel opgaat? Maken ze dan kennis met elkaar?
Nee. Meestal kennen ze elkaar, of de voorganger moet uit een andere gemeente komen en als gastpredikant voorgaan. Als de ouderling de voorganger een hand geeft, wenst hij hem Gods zegen toe. Het schudden van de handen betekent ook het begin van de eredienst. De kerkenraad geeft dan symbolisch de verantwoordelijkheid die zij draagt voor de gemeente over aan de predikant. In sommige kerken is het de gewoonte dat een voorganger ook aan het einde van de dienst de gemeenteleden een hand geeft. Zo geeft de predikant in kwestie de verantwoordelijkheid weer terug aan de gemeente. In uitzonderlijke gevallen krijgt de dominee geen hand aan het eind van de dienst als hij dingen verkondigt waar de kerkenraad niet achter kan staan!

--:--