Ga naar submenu Ga naar zoekveld

9 Bijbelteksten over kou

Voor de doorgewinterde Bijbellezer

IJs en sneeuw: de een geniet met volle teugen en blozende wangen, de ander trekt zich het liefst terug onder de dekens voor een lange winterslaap. Hoe dan ook, terwijl jij je neus, vingers en tenen warm probeert te houden, dook Visie in de Bijbel en vond 9 teksten over kou.

Deel:

1. Zolang de aarde bestaat, zal er een tijd zijn om te zaaien en een tijd om te oogsten, zal er koude zijn en hitte, zomer en winter, dag en nacht – nooit komt daar een einde aan.
Genesis 8:22

2. Wat heb ik niet moeten doorstaan? Overdag werd ik bevangen door de hitte, ’s nachts door de kou, en ik deed geen oog dicht.
Genesis 31:40

3. Uit zijn kamers komt de storm tevoorschijn, de noordelijke winden voeren koude aan.
Job 37:9

Lees ook: 17 bemoedigende Bijbelteksten voor als je erdoorheen zit
Lees ook: 17 bemoedigende Bijbelteksten voor als je erdoorheen zit

4. Hagel werpt hij in brokken neer, wie is tegen zijn koude bestand?
Psalm 147:17

5. Als je zingt voor iemand die bedroefd is, is het of je je ontkleedt op een koude dag, of azijn op loog giet.
Spreuken 25:20

6. Daarom – dit zegt de HEER over koning Jojakim van Juda: Er zal geen nakomeling van hem op de troon van David zitten. Zijn lijk zal naar buiten worden gegooid, en overdag zijn blootgesteld aan de hitte en ’s nachts aan de kou.
Jeremia 36:30

7. Je leiders zijn als bidsprinkhanen, je ambtenaren als een zwerm vliegen. Op een koude dag zitten ze op de muren, maar zodra de zon schijnt vliegen ze weg, niemand weet waarheen. Waar zijn ze?
Nahum 3:17

Lees ook: 45 bijbelteksten over liefde
Lees ook: 45 bijbelteksten over liefde

8. De slaven en de gerechtsdienaars stonden zich te warmen bij een vuur dat ze hadden aangelegd omdat het koud was; ook Petrus ging zich erbij staan warmen.
Johannes 18:18

9. Ik weet wat u doet, hoe u niet koud bent en niet warm. Was u maar koud of warm! Maar nu u lauw bent in plaats van warm of koud, zal ik u uitspuwen.
Openbaring 3:15-16

Beeld: Shutterstock

Geschreven door

Mirjam Hollebrandse

--:--