Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Alain Verheij: ‘Lazarusmensen eisen warme en vurige betrokkenheid van zichzelf, God en de ander.’

Scherpzinnig, humoristisch, vol passie, soms vilein en een beetje pijnlijk: jarenlang kon je op Lazarus blogs lezen van Alain Verheij. Dit is zijn afscheidsblog van Lazarus.

Deel:

‘Alles is nu nieuw en fris – we zullen oude schatten herontdekken en afstoffen, oude ballast links laten liggen, nieuwe wegen vinden en oude muren slechten. Natuurlijk zullen ook wij weer puinhopen verzamelen, maar het zullen onze eigen puinhopen zijn. Natuurlijk zullen ook wij dwaalsporen kiezen, nieuwe muren optrekken, maar niet vandaag.’

Met die enigszins pretentieuze woorden trapte ik mijn vriendschap met Lazarus af. In totaal heb ik misschien wel tweehonderd bijdragen geleverd aan dit platform. Zo zijn we in de loop der tijd zelf voorzichtig aan een bescheiden monumentje geworden. Dan is nu de tijd gekomen om te vervallen tot een, hopelijk tijdloos elegante, ruïne. Lazarus wordt ten grave gedragen… En ik kan maar slecht tegen afscheid.

Geen afkick- of afbraakcentrum

Wat wij met Lazarus hebben geprobeerd te doen, werd vanaf dag één al niet door iedereen begrepen. Sommigen dachten dat we gefrustreerde kerkverlaters waren, die hun gal wilden spuwen over hun minder fijne ervaringen met het geloof. Sommigen dachten dat we een of andere minutieus uitgedachte vrijzinnige agenda hadden, waarmee we de EO en de kerk wilden infiltreren. Anderen dachten dat we een soort tussenstation waren voor christelijk opgevoede millennials, die vandaag of morgen hun geloof wel aan de wilgen zouden hangen.

Nee.

Lazarus was geen afkickcentrum en ook geen afbraakcentrum. Lazarus was een plek waar je naartoe kon als je zag dat er een crisis bezig was in de wereld, in het (westerse) christendom of in je eigen leven. Lazarus was een plek waar je zonder oordeel kon zoeken, zwalken of rusten. Lotgenoten vonden elkaar en werden reisgenoten. Soms schreven we onzin, soms vonden we een nieuwe weg, soms herontdekten we een oude weg en soms liep er een route dood. Altijd opereerden we vanuit een diepe liefde voor de traditie waarin we stonden, voor God en de ander en onszelf en de schepping.

Betrokkenheid vs. Onverschilligheid

In de beginfase van Lazarus stond ik op een huwelijksjubileum waar een collega-auteur van Lazarus stond. Hij wilde mijn werk uitleggen aan een groepje andere gasten, en zei: ‘Alain haalt altijd naar twee kanten uit. Hij staat lijnrecht tegenover vastgeroeste kerkgangers, maar ook lijnrecht tegenover verstokte atheïsten. Met iedereen tussen die twee groepen in kan hij goed praten.’ Ik beaamde wat hij zei.

In de loop der jaren ben ik het net iets anders gaan zien.

Om dat duidelijk weer te geven heb ik deze woorden van Elie Wiesel nodig.

‘Het tegenovergestelde van liefde is niet haat – het is onverschilligheid.
Het tegenovergestelde van kunst is niet lelijkheid – het is onverschilligheid.
Het tegenovergestelde van geloof is niet ketterij – het is onverschilligheid.
En het tegenovergestelde van leven is niet dood – het is onverschilligheid.’

Al die jaren Lazarus hebben mij geleerd dat de tegenstellingen in ons wereldje niet altijd zo lopen als ze lijken te lopen. Op dit platform zijn heel inspirerende contacten ontstaan tussen allerlei verschillende mensen. Van gereformeerden die twee keer per zondag naar de kerk gaan, tot mensen die nooit meer een teen over de drempel willen zetten. De echte tegenstelling bleek niet tussen ongeloof en geloof te liggen, niet tussen orthodoxie en vrijzinnigheid of conservatisme en progressiviteit. De echte tegenstelling loopt, volgens mij, tussen betrokkenheid en onverschilligheid.

Marta, de zus van Lazarus, heeft in de Bijbel twee gesprekken met Jezus. Beide beginnen met een fraaie openingsfrase. ‘Heer, kan het u niets schelen…?’ is de eerste. ‘Als u hier was geweest, Heer…’ is de tweede. De familie Lazarus legt zich niet graag neer bij hoe de dingen nu eenmaal zijn – de Lazarusmensen eisen warme en vurige betrokkenheid van zichzelf, God en de ander. Omdat de dingen vaak helemaal niet zo hoeven te zijn als ze zijn – omdat, zo geloof ik, gelatenheid de grootste zonde is die je kunt opbrengen.

De kerk gaat niet kapot aan dogmatische gelovigen of militante atheïsten – de kerk gaat kapot aan mensen die het allemaal niets meer kan schelen

Niet onverschillig kunnen zijn

De kerk gaat niet kapot aan dogmatische gelovigen of militante atheïsten – de kerk gaat kapot aan mensen die het allemaal niets meer kan schelen. De aarde gaat er niet aan omdat een clubje gemene vervuilers veel geld wil verdienen – de aarde gaat eraan omdat het veel consumenten en zelfs politici simpelweg niets kan schelen. De schande in het verhaal van de Barmhartige Samaritaan zit hem niet in de struikrovers, maar in de voorbijgangers die getuigen zijn van pijn, en er verder niets mee doen.

In het belangrijkste moment van de Thora, vlak bij de brandende braambos, zegt God tegen Mozes: ‘Ik heb gezien hoe ellendig mijn volk eraan toe is, ik heb hun huilen gehoord, ik weet hoe ze lijden. Daarom ben ik afgedaald.’ Deze lijdende aardbol heeft mensen nodig die in Godsnaam willen kijken, luisteren, en in actie komen. Wie je ook bent, hoe en wat je ook gelooft, als jij een van die mensen bent die niet onverschillig kunnen zijn, zorg jij ervoor dat Lazarus elke dag blijft opstaan.

Want altijd hebben wij Lazarus gemaakt omdat het ons iets kon schelen.

Geschreven door

Alain Verheij

--:--