Alleen maar meiden, alleen maar jongens!
Hoe bijzonder is dat?
Hoewel de kans op een meisje even groot is als de kans op een jongen, zijn er in Nederland nogal wat gezinnen die alleen uit jongens, of alleen uit meisjes bestaan. Hoe bijzonder is dat? En wat zijn de voor- en nadelen?
In het noorden van het land, Andijk om precies te zijn, woont de familie Perton: een gezin met vier meiden. Het is er een gezellige boel; regelmatig barsten ze in lachen uit en vooral vader Jan (50) ligt nogal eens onder vuur. Maar Christa (20) maakt het goed als ze zegt: “Ik vind dat u het goed doet. U heeft nooit laten merken dat u liever een jongetje had gehad, of zo.” “Nee,” bevestigt Hester (11), “ik heb nooit gemerkt dat u een zoon wilde hebben.” De anderen knikken instemmend.
Vaatwerk
Jan komt zelf uit een jongensgezin, maar of het anders is met vier meiden? “Ik ben altijd heel beschermend geweest; met schoolfeesten bracht en haalde ik hen bijvoorbeeld.” Hij kijkt lachend de kring rond en zegt: “Ik heb hen steeds als ‘kostbaar vaatwerk’ behandeld. Dat had ik met jongens niet gedaan, vermoed ik.”
Hij gaf zijn dochters zelf seksuele voorlichting. Hoe vonden ze dat? “Verschrikkelijk!” roepen ze in koor en ze schieten allemaal in de lach. Marieke (18): “Vroeger was het gewoon anders, denk ik. Hester heeft nu bijvoorbeeld een boekje dat ze samen met mijn moeder leest. Dat is toch wat meer ontspannen.”
Ondanks het hoge vrouwengehalte in huize Perton vindt Jan het erg gezellig. “We voelen ons bijzonder gezegend. “Natuurlijk, als de eerste een meisje is, heb je de stille hoop dat de volgende een jongen is.” “Dat dachten we ook echt,” vult moeder Cobie (49) lachend aan, “want de tweede was veel drukker in mijn buik.” Jan: “Bij de vierde hoopte ik zelfs op een meisje. Stel je voor, een jongen met vier moeders!”
“Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik meer een meisjes- dan een jongensmoeder ben,” vertelt Cobie. “Ik weet niet hoe dat komt. Misschien omdat jongens veel wilder zijn? Ik geniet dan ook met volle teugen van hen. Natuurlijk is er wel eens ruzie, maar nooit lang.”
Ook tijdens vakanties komt iedereen in het gezin voldoende aan zijn trekken. Het zijn allemaal natuurliefhebbers, met wandelen als gedeelde hobby. Christa: “Pa heeft een verschrikkelijke hekel aan winkelen.” Ze grijnst: “Vroeger ging hij soms mee, maar dan zorgde hij er wel voor dat het niet leuk was.”
Voetbal
Vinden de meiden het zelf ook zo bijzonder als andere mensen het vaak vinden? Rianne (22): “Je weet wel dat het heel bijzonder is, met allemaal meiden in huis. We doen ook veel met elkaar; we winkelen, maken samen huiswerk.” “En we dubbeldaten,” vult Christa aan, die net als Rianne een vriend heeft. “We slapen bovendien op één kamer, dus we kunnen altijd lekker kletsen.”
Marieke (18): “Als ik zeg dat ik drie zussen heb, reageren sommige mensen: ‘Sneu voor je vader!’”
Is het inderdaad sneu voor vader?
Jan: “Nou, helaas doen de meiden hier aan korfbal, en laat ik nu net een hekel hebben aan korfbalkijken. Ik houd erg van voetbal, maar ik zit altijd alleen te kijken. De meiden praten er dan doorheen, of lopen door het beeld.” Enigszins verontwaardigd: “Maar als zij het programma Friends willen zien, moet ik stil zijn en kan ik in de keuken gaan zitten bellen! Maar gelukkig hebben de oudste twee nu een vriend. Dat zijn leuke jongens, met wie ik nog eens een biertje kan drinken en voetbal kijken.”
Wat zijn de nadelen van vier meiden in een gezin?
“Veel hormonen in huis,” lacht Christa. “En pa vindt zestien graden warm genoeg,” vult Hester aan, “maar wij niet.” Christa vervolgt: “Pa roept wel eens: ‘Het lijkt wel of jullie allemaal tegen mij zijn.’” Jan: “Dat klopt, ja. Dat komt omdat ik wel eens overdrijf. Zij spreken het dan tegen. En als ze vinden dat de kachel hoger moet, sta ik toch alleen.”
Hadden jullie graag een broer willen hebben?
Rianne: “Ik had wel een oudere broer gewild. Als een soort beschermer.” Hester: “Nee, ik wil juist wel een jonger broertje.” “Nee,” reageert Marieke, “kleine broertjes zijn vaak vervelend. Ik heb dan toch liever een oudere broer.”
Vier zoons
Net buiten Woudenberg ligt de veehouderij van de familie Liefting. Met vier jongens in één gezin, is de opvolging voor het gezin toch zeker geregeld? “’t Moet wél klikken tussen vader en zoon,” merkt vader Wout (48) nuchter op. “Bovendien heb ik nog een tijdje te gaan, en ik vind het ook goed voor hen als ze eerst een baan buiten het bedrijf hebben.”
De nuchterheid van Wout zit ook in zijn zoons. Het viertal vindt hun gezin niet heel bijzonder. “We weten niet beter,” zegt Marcel (13). “We trekken wel met elkaar op, voetballen bijvoorbeeld ook samen, maar vooral Patrick en Rémon hebben toch hun eigen vrienden.” Ook echte nadelen komen er – zelfs na lang nadenken – niet uit. Jongens zijn blijkbaar niet zo moeilijk? “Onze jongens hebben best wel eens ruzie,” glimlacht moeder Wenda (42), “maar de volgende dag is het ook over. Ik denk dat meiden over het algemeen wat kattiger zijn. Zij kunnen ook heel lang over iets zeuren.”
Hoe vind jij dat, Wenda, tussen die mannen?
Wenda: “Ik moest er in het begin wel aan wennen, hoor. Met verjaardagen kwamen er allemaal jongens over de vloer en die waren veel wilder. Wout komt uit een gezin van jongens én meiden en mijn schoonmoeder zei altijd: ‘Ach, dat zijn jongens, die moeten een beetje stoeien.’ En ja, dat is wel zo. Alleen was ik dat niet gewend. Ik weet nog dat Rémon best heel wilde vriendjes had. Toen dacht ik: ‘O, help, er staat me nog wat te wachten!’ Maar dat viel gelukkig heel erg mee. Ik zal ook nooit vergeten dat we jaren geleden een keer met de jongens bij mijn ouders waren, waar barbiepoppen lagen. Daar speelden mijn zussen en ik vroeger altijd mee. Maar onze jongens zaten daar in de gang mee te spelen. Toen zei Wout wel: ‘Nou, dit wordt te gek. We moeten er geen meiden van maken.’
Verder denk ik er eigenlijk ook niet zoveel over na. Ik ben erin ingerold, ik ga ervoor en sta mijn mannetje wel. Vinden jullie niet, jongens? Ik ben soms misschien een zeurpiet als het om huiswerk gaat, maar ik houd bijvoorbeeld best van voetbal. En ik doe ook gewoon mee als ze gaan kanoën; ik ben overal voor in. En als ik wil winkelen of een leuke workshop wil volgen, vraag ik mijn zussen of een vriendin.”
Wat zijn de voordelen van een jongensgezin?
Jordy (12): “Jongens zijn goedkoper. Meisjes willen altijd tien paar schoenen!” Wenda: “Haha, heeft mama dat ook? Het voordeel vind ik dat bijvoorbeeld het speelgoed en de kleding al op jongens zijn gericht. Dat is wel handig als de derde jongen wordt geboren. Bovendien zet je twee jongens makkelijker bij elkaar op de kamer, dan een jongen en een meisje. Dus het scheelt ook ruimte.” “Iedereen heeft eigenlijk dezelfde hobby’s en denkt ook wel hetzelfde, waardoor je elkaar beter begrijpt,” vult Rémon (19) aan.”
Fikse discussie
Dat de eerste en de tweede een jongen zijn, vindt de omgeving heel leuk, maar toen de derde en de vierde kwamen, merkte Wenda dat anderen dat jammer voor haar vonden. “Natuurlijk had ik het heel leuk gevonden als ik een meisje had gekregen, maar er zijn zoveel mensen die niet eens kinderen kunnen krijgen, of een gehandicapt kindje krijgen. Dan denk ik: ‘Waar maken we ons eigenlijk druk om!’ Je kijkt altijd naar datgene wat je níet hebt en wat een ander wel heeft. Maar kijk eens naar wat je zélf hebt. Nu zeg ik zelfs: ‘Ik heb toch liever vier jongens dan vier meiden.’ Waarom weet ik niet, maar ik denk dat jongens toch iets makkelijker zijn. En weet je, je wilt ze toch voor geen goud missen?”
Hadden de jongens graag een zusje gehad? “Nee, meiden kunnen zo moeilijk doen over in mijn ogen onzinnige dingen – dan zou ik na een dag al fikse discussies hebben,” denkt Rémon. Jordy denkt er anders over. Hij had wel een zusje willen hebben. “Ik heb twee kleine nichtjes; dat is heel leuk.” “Ik heb liever een broertje of broer met wie ik dingen kan doen die we allebei leuk vinden,” reageert Patrick (17). Wenda: “Als er een meisje bij geweest zou zijn, was het toch een andere situatie, die je je niet echt kunt voorstellen. Ik kom uit een meidengezin, en dat is echt heel anders. Hoewel daar de leeftijdsverschillen groter zijn. Ik scheelde anderhalf jaar met mijn zusje, en daarna zat er weer twee keer zes jaar tussen. Dus in de tijd dat de jongste geboren werd, was ik al 12 en tegen de tijd dat je met haar leuke dingen kon doen, was ik al het huis uit. Ik weet nog wel dat wij kleren van elkaar leenden en ook wel veel met elkaar optrokken.”
“Ik had best één of twee dochters gewild,” vult vader Wout aan. “Maar ja, dat is niet zo. Ik kom zelf uit een gezin met jongens en meisjes, maar kan me er toch ook niet zoveel bij voorstellen hoe het is als er in ons gezin een meisje bij zou zijn.” Het valt hem wel op dat de jongens niet automatisch naar hun vader gaan als ze met iets zitten. “Je zou denken dat zoons meer tegen hun vader zeggen, maar dat is dus niet zo.”