Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Anne schreef ‘Uit de kluwen’ over de onveilige gezinssituatie in haar jeugd

Beschadigd, maar niet gebroken

Anne van der Kaaden-Bouman (40) groeide op in een onveilige gezinssituatie. Na jaren weet zij zich hieraan te onttrekken en vindt zij de weg terug naar God en zichzelf. Aan de hand van dagboekfragmenten, literatuur, theorieën en feiten uit hulpverleningsdossiers uit haar jeugd, schrijft zij het boek ‘Uit de kluwen’ en komt zij tot de conclusie dat haar moeder het syndroom van Munchhäusen heeft.

Deel:

‘Ik heet Anne en ik ben tien jaar. Mijn moeder heeft een erge ziekte, een leverziekte. We hebben vier kinderen en ik ben de oudste. Ondanks mijn zieke moeder ben ik erg gelukkig. Ze is altijd aardig. Ik wil schrijven over de periodes dat mijn moeder ziek is en toch kan blijven lachen.’

Met bovenstaand dagboekfragment begint de autobiografie van Anne. Op tienjarige leeftijd vond zij in het schrijven een uitweg om te ontkomen aan de pijn en de onzekerheid van de omgeving waarin zij opgroeide. “Er gebeurde bij ons in het gezin zoveel dat ik een uitlaatklep zocht om met mijn gevoelens om te kunnen gaan. Zolang ik besta is mijn moeder al ziek en groeide ik op in de veronderstelling dat zij elk moment kon overlijden. Op tienjarige leeftijd besloot ik het boek ‘Een zieke moeder die toch blijft lachen’ te gaan schrijven. Het is er in de dertig daaropvolgende jaren nooit van gekomen om dit boek te schrijven, maar nu - op mijn veertigste - is het dan eindelijk zo ver.”

Kinderbescherming

Haar moeder werd gedurende haar jeugd regelmatig opgenomen in het ziekenhuis en in herstellingsoorden. Anne: “Pas later begreep ik dat mijn moeder, naast een leverziekte, ook psychische problemen had.

Ik creëerde een fantasiewereld waarin ik veilig was en vrienden had

Toen ik dertien was, gingen mijn ouders scheiden. Het ontaarde in een nare vechtscheiding waarbij de kinderbescherming moest ingrijpen. Wij werden onder toezicht geplaatst. Het verwarrende was dat mijn moeder in die periode ineens minder ziek leek en hard voor ons vocht. Zodra de ondertoezichtstelling werd opgeheven, verviel zij weer in haar oude patroon.”

Anne was gedurende haar hele jeugd bang dat haar moeder zou sterven, maar voelde aan de andere kant dat er bepaalde dingen niet klopten. Dat zorgde voor veel onrust in haar hoofd en zij liep rond met vragen en angsten. Anne: “Thuis kon ik niet terecht met mijn vragen en op school werd ik gepest. Nergens voelde ik me veilig. Het ergste van alles was nog wel de grote eenzaamheid die ik ervaarde. Doordat ik hooggevoelig ben, voelde ik onderliggende spanningen haarfijn aan. Ik sloot mezelf emotioneel af en ging schrijven en tekenen, waardoor ik een fantasiewereld creëerde waarin ik veilig was en vrienden had.”

Demonen

Anne groeide op in een kerkelijk gezin, maar begreep niks van wat zij daar hoorde. Ze had veel vragen, maar kreeg nergens antwoord op. Omdat zij alles letterlijk nam, beangstigde termen als ‘je hartje aan de Heer geven’ haar heel erg. “Als ik verhalen hoorde over de wederkomst van Jezus, werd ik erg bang, want ik dacht dat ik niet goed genoeg zou zijn voor God”.

Ik dacht dat de duivel in mij zat en dat ik slecht was.

Deze gedachten zijn ontstaan door een aantal voorvallen in Anne’s jeugd. “Mijn vader neemt de Bijbel ook heel letterlijk. Doordat ik niet goed in mijn vel zat en mij veel zorgen maakte, trok ik me uit zelfbescherming in mezelf terug. Ook kon ik gigantische huilbuien of boze buien krijgen, omdat ik geen idee had hoe ik me moest uiten. Op dat soort momenten dacht mijn vader - wellicht in zijn verwarring - dat ik bezeten was door demonen. Hij kwam dan voor me staan en proclameerde dat de demonen uit mij weg moesten gaan. Als kind was dat erg beangstigend. Ik dacht dat de duivel in mij zat en dat ik slecht was. Ik maakte mezelf wijs dat ik niks waard was, want ik kon het nooit goed doen in de ogen van mijn ouders.”

Gastgezin

Tijdens één van de vele ziekenhuisopnames van haar moeder, heeft Anne in een gastgezin gewoond. In die periode kwam zij in contact met tienerleidster Heleen. “Zij was van onschatbare waarde voor mij. Heleen nam mij onvoorwaardelijk in haar gezin op en opende haar hart voor mij. Dankzij haar ben ik weer teruggekeerd bij God. Ik leerde van haar wat liefde is en hoe het er in een normaal gezin aan toe hoort te gaan.”

Heleen liet mij zien wat onvoorwaardelijke liefde was

Door alles wat Anne had meegemaakt, duurde het lange tijd voordat zij haar verlatingsangst achter zich kon laten: “Ik was zo bang dat ik de mensen waarvan ik begon te houden weer kwijt zou raken en opnieuw eenzaam zou zijn, dat ik niet zomaar mijn hart aan ze durfde te geven. Doordat Heleen mij liet zien wat onvoorwaardelijke liefde was, ging ik langzaam beseffen dat zij geen dubbele agenda had en niks van mij terugverwachtte. Zij hield van mij zoals als ik was en keek zonder oordeel naar mij.”

Verkeerde referentiekaders

Op de achterkant van het boek van Anne staat treffend: ‘Mijn reis naar bevrijding door vernieuwing van mijn denken’. “Om beter te kunnen begrijpen wat er zich allemaal heeft afgespeeld in mijn jeugd, ben ik op mijn twintigste drie maanden opgenomen geweest in een GGZ instelling. Ik had PTSS, door het trauma van alles wat ik heb meegemaakt. Daardoor moest ik na mijn opname nog bijna twee jaar lang, vier dagen in de week naar een dagbehandeling. Ik had allerlei gedragingen en overlevingsmechanismen ontwikkeld om door mijn jeugd- en tienerjaren heen te kunnen komen. Deze stagneerden mij om normaal te kunnen leven.”

Syndroom van Munchhäusen

Om haar leven te reconstrueren en zodoende zichzelf beter te leren begrijpen, heeft Anne grondig onderzoek gedaan. “Ik heb mijn dossiers en rapportages bij de kinderbescherming en bij jeugdzorg opgevraagd. Daarnaast heb ik mijn dagboekfragmenten erbij gepakt om zo helder te krijgen wat waar was, of waar mijn verbeelding met mij op de loop was gegaan. Ik was na mijn jeugd zo verward, dat ik talloze therapieën moest volgen om te gaan begrijpen waar ik allemaal doorheen ben gegaan en welke impact dit op mij heeft gehad.

Ik moest concluderen dat mijn moeder aan narcisme en het syndroom van Münchhausen leed

Naar aanleiding van gesprekken met therapeuten en de informatie die ik ter beschikking had, restte mij niks anders dan te concluderen dat mijn moeder aan narcisme leed en daarnaast het syndroom van Munchhäusen had. Dat verklaarde de talloze ziekenhuisopnames en haar doorlopend ‘ziekzijn’.”

Vader

Na jaren nauwelijks contact met haar vader te hebben gehad, kreeg Anne toen ze begin twintig was opnieuw contact met hem. Het duurde vervolgens nog veertien jaar voordat zij eindelijk een gesprek van hart tot hart hebben kunnen voeren en er veel onduidelijkheden uit haar jeugd werden verhelderd. Anne: “Mede, omdat hij compleet werd buitengesloten door mijn moeder en lange dagen van huis was, heeft hij nooit beseft hoe intens deze jaren voor mij zijn geweest.

Op mijn moeder ben ik lange tijd boos geweest, maar deze boosheid is gelukkig verdwenen. In plaats daarvan heb ik de situatie nu aanvaard. Ik ben niet verantwoordelijk voor wat er in het verleden is gebeurd, maar wel voor hoe ik hiermee om ga en in welke mate ik dit mijn leven laat beïnvloeden.”

De genadige

Na veertig jaar en heel veel strijd, heeft Anne zich een weg terug kunnen vinden naar zichzelf. “Ik begon mijn boek met de woorden ‘Ik heet Anne...’ Inmiddels ben ik veertig en heet ik nog steeds Anne, maar met het verschil dat ik nu ook Anne bén. Mijn naam betekent ‘de genadige’ en zo is het: ik leef door Genade!

Pas sinds kort durf ik te geloven dat God er ook voor mij is en dat Hij onvoorwaardelijk van mij houdt. Ik kan nu zien dat Hij op belangrijke kruispunten in mijn leven telkens mensen op mijn pad plaatste die mij hebben laten zien wie God ten diepste is.”

Uit de kluwen, Anne van der Kaaden-Bouman, Uitgeverij Lente, ISBN 9789492783202

Lees ook: 'Petrina: ik ben een KOPP kind'

Geschreven door

Rita Maris

--:--