Broeder prior Isaac in 'ZOUT!': ‘Corebusiness is ‘monnik-zijn’

Sinds de stichting van de abdij Abdij Onze Lieve Vrouw van Koningshoeven in 1881 is er al 140 jaar een kloosterorde gevestigd in Berkel Enschot, ten oosten van Tilburg. Maar de animo voor een leven als monnik neemt verder af en de orde denkt na over alternatieve invullingen van het klooster.

Voor de podcast ZOUT! reist Marieke Meijer af naar Brabant om over de toekomst van het kloosterleven te praten met broeder Prior Isaac en cultuurtheoloog Frank Bosman. Maar liefst zeven keer per dag komen de 18 monniken naar de kloosterkerk om samen te bidden. De abdij is echter geen bedelorde.

Monnikenbestaan iets van vroeger?

Het klooster is een ambachtelijk bedrijf dat geld moet verdienen. Daarom brouwt Koningshoeven bier, het beroemde La Trappe in allerlei varianten. Verder kun je in de kloosterwinkel terecht voor onder meer worstenbroodjes, kaas, honing van eigen imkerij en chocola van eigen fabricaat.

(Tekst loopt door onder de foto.)

Prior Isaac was 43 toen hij intrede deed in de abdij Abdij Onze Lieve Vrouw van Koningshoeven. Hij vindt dat het leven van een monnik niet iets is uit een grijs verleden: “We zijn als het ware een uit de kluiten gewassen gezin.” Een mannengemeenschap als een monniksorde is een intiem gebeuren waarin we veel met elkaar delen. “Het kost wel wat, je kiest de mensen met wie je samenleeft niet uit. Maar ik ben de mensen die het verst bij me vandaan leken te staan, het meest gaan waarderen” aldus broeder prior Isaak.

We zijn als het ware een uit de kluiten gewassen gezin

De animo voor een monnikenbestaan neemt echter al jarenlang af en het klooster zoekt dan ook actief voor alternatieve manieren om invulling te vinden. “Ik denk dat er verschillende vormen van spiritualiteit zijn waar behoefte  aan zal blijven. Er zal altijd een vorm van contemplatief samenzijn voort blijven bestaan” aldus broeder prior Isaac. “Zo komt er wekelijks een groep Anonieme Alcoholisten langs om gebruik te maken van dit klooster, in die hoek moeten we het zoeken”.