Column #19 van Wilfred over confronterende campingontmoeting
Wilfred en zijn gezin staan op camping naast equivalent van Arie Boomsma: gespierd, sportief, brede lach en dito kaaklijn
Wilfred Hermans is getrouwd, vader van twee kinderen en freelance journalist en tekstschrijver. Voor Eva schrijft hij over zijn wisselende successen als echtgenoot en vader.
We kamperen momenteel in Denemarken en dat bevalt prima. Eens wat anders dan Frankrijk, dachten we. En zo dachten meer Nederlanders erover, bleek uit een gesprek dat we opvingen tussen twee mannen met Amsterdamse tongval.
‘Frankrijk? Warm joh. Frankrijk, dat is de drie T’s: tol, taal, troep.’
Enig nadeel van Denemarken was wel dat de boodschappen wat duurder zijn, vonden de heren. Maar daar had eentje wat op gevonden. ‘Ik heb de bank van m’n caravan thuis al vol gestouwd met boodschappen. De voedselbank, noem ik het, hahaha!’
Gelukkig staan er vooral Denen op de camping, en Duitsers, zoals onze buurman Sven. Hij heeft een vrouw en een zoon bij zich, én een hond. Bij aankomst bakende deze trouwe viervoeter z’n terrein alvast af door op onze plek z’n behoefte te doen. Met - terecht - veel Duits geschreeuw kwam Sven de kak opruimen.
Sven ist ein guter Kerl. In tegenstelling tot z’n hond is hij niet iemand die z’n terrein afbakent. Hij maakt juist gelijk contact. Omdat zijn camper ‘effe snel boodschappen doen’ bemoeilijkt, vroeg hij ons na een paar dagen of we twee sixpacks met flessen water wilden meenemen. Sven tikt namelijk gemakkelijk twee liter per dag weg. Hij is de Duitse equivalent van Arie Boomsma. Gespierd, sportief, een brede lach en dito kaaklijn. Sven is typisch zo iemand die je met z’n hond op een surfplank ziet staan, en dat zeg ik niet in de laatste plaats omdat hij me zelf vertelde dat hij recent met z’n hond op een surfplank had gestaan.
In datzelfde gesprekje vroeg ik of Sven veel sport - hij loopt meestal in z’n blote bast, dus dan mag je zoiets vragen, vind ik. Hij vertelde dat hij de triathlon doet. Dat is voor mensen die niet kunnen kiezen tussen zwemmen, fietsen en hardlopen en het daarom maar alle drie zo snel mogelijk achter elkaar doen. Trots vertelde hij ook nog dat ‘ie 56 jaar oud is, op zo’n toon dat dit verbazing moet wekken. Dat deed het bij mij ook. ‘Inspirerend’, zei ik, wat ik ergens meende, maar ergens anders weer he-le-maal niet.
Dat je op je 56e zo afgetraind bent, is natuurlijk een prestatie, want voor veel mannen vanaf een jaar of veertig is het een uitdaging om een beetje in vorm te blijven. Om dit voor mijzelf te monitoren, hanteer ik de buik-jodokus check. Die werkt zo: zolang ik rechtop sta, naar beneden kijk en m’n jodokus nog kan zien, kan ik prima leven met m’n buikje.
Overigens zou ik nu bijzonder graag een euro krijgen voor elke lezeres die haar geliefde vraagt: ‘Zeg schat, als jij naar beneden kijkt hè, en je bent naakt, wat zie je dan?’
Geschreven door
Wilfred Hermans