Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Column #21 Wilfred: Mannengriep

'Ik heb griep. En niet zomaar griep: mánnengriep'

Wilfred Hermans is getrouwd, vader van twee kinderen en freelance journalist en tekstschrijver. Voor Eva schrijft hij over zijn wisselende successen als echtgenoot en vader. Deze keer over een ernstige aangelegenheid: griep. Mannengriep!

Deel:

Ik heb griep. En niet zomaar griep: mánnengriep. Dat is een serieuze aangelegenheid, maar vrouwen doen er vaak nogal laconiek over. Daarom zal ik een eerlijk inkijkje geven in wat we nu precies doormaken, om toch íets van dat broodnodige stukje begrip te kweken.

Kijk. Het begint vaak in de ochtend. Onze benen voelen lam, we slepen onszelf naar het toilet, steunen met één hand tegen de muur terwijl we staand – ik herhaal: staand – afscheid nemen van onze ochtendplas. We wankelen terug naar bed. Hoofdpijn. Wat zeg ik? Het is alsof als iemand met volle kracht een natte leren riem om ons hoofd trekt.

Mannengriep is een serieuze aangelegenheid, maar vrouwen doen er nogal laconiek over

Ondanks dat we terminaal zijn, zijn onze vrouwen niet bereid een ontbijtje te maken. Ook niet nadat we expliciet hebben aangegeven dát we terminaal zijn. Blijkbaar geloven vrouwen ons pas als het niet meer hoeft. ‘Ja, hij zei wel dat ‘ie bijna doodging, maar dat zei hij wel vaker, snif-snif’. Nee schat, huilen is voor jou te laat.

Niemand die ons naar beneden tilt, dus tillen we onszelf naar beneden. Onze armen wegen opeens 45 kilo. Per stuk. Elk moment kunnen we door onze pijnlijke rug gaan. Een hernia, ook dat nog. Onderweg krijgen we koortsachtige flashbacks naar trauma’s uit onze jeugd. Onze jeugd, waarin we overigens wel een ‘bedje op de bank’ kregen, en heet water met honing, en dropjes, van onze moeder. Maar die moederfiguur is nu in geen velden of wegen te bekennen. 

Niemand ziet hoe slecht het daadwerkelijk met ons gaat

We flansen iets ontbijterigs in elkaar, maar hebben er na twee happen alweer genoeg van. We storten ineen op de bank, hoewel we liever terug naar bed gaan, maar hallo, heb je ooit iemand die terminaal is de trap zien oplopen? Nee? Nou, daarom dus. We proberen onszelf met dubbele kleedjes warm te krijgen, maar we blijven bibberen, waarschijnlijk ook doordat ons hart koud is, omdat niemand ziet hoe slecht het daadwerkelijk met ons gaat.

Er is iets vreemds aan de hand met onze huid. Een griephuid, dát hebben we. Het laatste waar we op dit moment behoefte aan hebben, is seks. Of nee, dat is het een-na-laatste. 

Het allerlaatste waar we behoefte aan hebben, is een echtgenoot die onze griep niet serieus neemt.

PS. Gelukkig hoort mijn vrouw niet bij deze groep echtgenotes. (Ik zit hier met een mes op m’n keel, stuur hulp!)

Geschreven door

Wilfred Hermans

--:--