Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Column #24 van Wilfred over een fotolijstje dat onherstelbaar beschadigd is, echt!

'Dan ga jíj ‘m toch lekker repareren? zei ik tegen mijn vrouw'

Wilfred Hermans is getrouwd, vader van twee kinderen en freelance journalist en tekstschrijver. Voor Eva schrijft hij over zijn wisselende successen als echtgenoot en vader.

Deel:

Bij ons thuis viel laatst een fotolijstje inclusief glasplaatje van de muur. Zomaar vanzelf, en doe nou niet alsof er bij jullie nooit ‘zomaar vanzelf’ dingen van de muur vallen, want die dingen gebeuren.

Het was een lijstje dat ik hoogstpersoonlijk voor nog geen euro bij de kringloop had gekocht – in opdracht van de vrouw, want zo ben ik op sommige dagen dan ook wel weer. Het lijstje was in mijn ogen onherstelbaar beschadigd. Het departement ‘Fotobeheer’ valt bij ons thuis onder de verantwoordelijkheid van mijn vrouw, dus toen ik het glas had opgeruimd, zat mijn taak erop. Ik opperde dat ik binnenkort wel een nieuw fotolijstje zou zoeken en wilde het oude weggooien, maar dat was buiten mijn vrouw gerekend.

Er volgden teksten als: ‘Nee, dat lijstje is niet kapot, kunnen we zo weer maken, de kleur van dit lijstje paste precíes bij deze foto’s’, et cetera en dergelijke en zo verder. Daarop sprak ik de nu al legendarische woorden: oké, ík vind ‘m onherstelbaar kapot, maar als jij dat niet vindt, dan ga jíj ‘m toch lekker repareren? (Oké, dat was niet per se legendarisch. Maar toch.) 

Wat denk jij wat er víér-hele-weken-later nog op precíes dezelfde plek lag?

Met gepaste trots op deze vlotte, niet escalerende counter attack van mijn kant vervolgde ik de hobbelige weg van het leven. De volgende dag lag het lijstje – in stukken, on-her-stel-baar beschadigd in mijn ogen, had ik dat al gezegd? – nog op precies dezelfde plek als waar ik het de dag ervoor had neergelegd. Ook toen was het lijstje al onherstelbaar beschadigd. Althans, in mijn ogen. Maar omdat mijn vrouw van mening was dat het fotolijstje níet onherstelbaar beschadigd was, had ík het kapotte restant – en dat formuleer ik bewust zo omdat het lijstje naar mijn bescheiden mening immers onherstelbaar beschadigd was – maar op de plek des onheils laten liggen. Dit alles vanuit de gedachte, al dan niet legendarisch geformuleerd: als jíj ‘m niet onherstelbaar beschadigd vindt, dan mag jíj ‘m repareren.

Een week later lag het kapotte (!) lijstje er nóg. Twee weken later: nog! Drie weken later: idem dito.

Nu vraag ik je: wat denk jij wat er víér-hele-weken-later nog op precíes dezelfde plek lag? Een oude krant? Fout.

Een fotolijstje met slechts een paar beschadigingen? Bijna.

Zal ik het maar zeggen? Een fotolijstje, maar dan onherstelbaar beschadigd! In mijn ogen dan.
Goed.

Hoog tijd om hier wat van te zeggen, vond ik. ‘Waarom heb je dat lijstje nog niet weggegooid?’. Qua heftige reactie die daarop volgde, had ik net zo goed kunnen zeggen dat ik met de buurvrouw naar bed was geweest.

Over onherstelbare beschadigingen gesproken. Enfin. Omdat deze column toch vooral door vrouwen wordt gelezen, neem ik gewoon de proef op de som: wie is er hier nou gek? Zelf heb ik daar wel een idee over, maar ik wil jullie mening niet beïnvloeden.

Geschreven door

Wilfred Hermans

--:--