Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Column Hanneke: Een boze droom

‘Vanbinnen huil ik voor de meisjes voor wie de oorlog geen droom is’

Hannekes dochter komt huilend uit haar bed. Ze heeft een enge droom gehad. Een droom over oorlog.

Deel:

Het is laat in de avond en ik kom net terug van een vergadering. Ik rommel nog wat rond om de rommel in mijn hoofd te verjagen, zodat ik daarna de slaap wat gemakkelijker kan vatten. Terwijl ik, neergeploft op een stoel, op mijn dooie akkertje mijn schoenen losmaak en alvast nadenk over een to-do-list voor de volgende dag (heerlijk rustgevende activiteit ‘s avonds), hoor ik de bovenste traptreden kraken. Een wakker kind. Sluipend sprintend – anders staat de rest van het huishouden straks ook naast hun bed – begeef ik mij vlug naar boven om te voorkomen dat er een slaapdronken telg van de trap komt zeilen.

Ik droomde dat het oorlog was

Bovenaan de trap staat een inderdaad behoorlijk slaapdronken kleuter te snikken. ‘Ik heb heel erg eng gedroomd’ vertelt ze met benauwd stemmetje. Met een zwaai parkeer ik haar op de wc, wetend dat een lege blaas haar meestal kalmeert. Terwijl ze daar zit hangt ze tegen mij aan - haar behuilde wang tegen mijn been, haar armen er omheen - en vervolgt haar verslag: ‘Ik droomde dat het oorlog was.’ Ik laat het even op mij inwerken. ‘Oorlog, ach kind toch, hoe ingewikkeld werkt jouw hoofd?’, denk ik. Ik vraag hoe het dan gebeurde. ‘We waren op school en toen gingen we op stap, naar buiten met juf. Toen we buiten waren werd het ineens oorlog!’, snift ze tegen mijn been. In haar ogen zie ik hoe echt het was.

Met mijn vlakke hand wrijf ik zacht over haar rug, veeg haar natte haar uit haar gezicht. Ik knuffel haar en troost haar, sus haar met mijn woorden: ‘Oh lief meisje, lief, lief meisje van me, gelukkig, gelukkig is het hier geen oorlog! Stil maar, stil maar. Mama is bij je. Je bent hier veilig. Het is goed.’ Ik praat rustig en met kalme stem. Langzaam komt ze tot besef. Het was maar een droom. Het was niet echt. Ze ontspant. Ik help haar van de wc, til haar op en leg haar weer terug in bed. Een schoon en zacht bed, met een vrolijk gekleurd dekbedovertrek in een warm en heel huis op een plek waar vrede is. Ze krult zich om haar beer en ligt heerlijk.

Ik denk aan al die moeders die mijn sussende woorden niet na kunnen zeggen

Met mijn hoofd zit ik ergens anders. Ik denk aan al die moeders die mijn sussende woorden niet na kunnen zeggen. Mijn hart voelt zich verscheurd om hen. Vanbinnen huil ik voor de meisjes die niet wakker kunnen worden, omdat de oorlog geen droom is, die niet wakker kunnen worden zodat het allemaal voorbij is.

Het blonde haar van mijn kleuterdochter steekt boven de deken uit. Ik leg mijn hand op haar zijdezachte kruin en aai er overheen. Ik voel dat ik eerlijk wil zijn naar haar. Het was een droom, gelukkig maar. En er dreigt nu geen acuut gevaar. God dank! Maar wat de toekomst herbergt weet ik niet. Er is geen garantie dat haar leven altijd vredig zal zijn. En toch, toch ben ik hoopvol. In het halfdonker van haar kamertje zing ik daarom heel zacht:

Je hoeft niet bang te zijn,
al gaat de storm tekeer,
leg maar gewoon je hand,
in die van onze Heer.

Je hoeft niet bang te zijn,
als oorlog komt of pijn.
De Heer zal als een muur,
rondom je leven zijn.

Je hoeft niet bang te zijn,
al gaan de lichten uit.
God is er en Hij blijft,
als jij je ogen sluit.

Ik zing het voor mijn blonde kleutermeisje. Voor mezelf. Voor die andere moeders en meisjes, voor wie de nachtmerrie niet stopt. In mijn hart omhels ik hen. Dat de Heer als een muur rondom hun leven mag zijn.

Hanneke is kerkelijk werker voor een dag in de week, getrouwd en moeder van twee zoons en een dochter. Tijdens alle ritjes die ze maakt naar school, zwembad, pastorale gesprekken en peuterspeelzaal, denkt ze heel wat af. Al denkend worden de grote dingen klein en de kleine dingen groot. Van het resultaat van al dat denkwerk maakt ze graag een mooi verhaal zodat ook anderen ervan kunnen genieten.  Lees al haar columns hier.

Geschreven door

Hanneke Veurink

--:--