Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Column Hanneke: 'In gesprek met deze hoogbejaarde vrouw lijkt het of alles terugkomt bij de essentie'

De allerlaatste column van Hanne Veurink

Vier jaar lang schrijft Hanneke voor Eva. In al die jaren heeft ze al zo veel voorbij zien komen, dat ze zich een beetje voelt zoals Queen Elizabeth. Of zoals de honderdjarige mevrouw Jansen.

Deel:

Er zijn mensen die een leeftijd bereiken waarop ze zo’n beetje alles wel gezien hebben wat er in het leven te zien valt. De Queen bijvoorbeeld, was zo iemand. Als je zowat een eeuw oud bent en ook nog staatshoofd, dan ga je ongetwijfeld zien dat bepaalde patronen in de samenleving, en in hoe mensen zijn en doen, zich herhalen. En dat er, zoals Prediker zegt, niets nieuws is onder de zon.

Ik heb de eer – een van de grote voorrechten van een pastorale taak hebben in de kerk – met enige regelmaat een vrouw te mogen bezoeken die in mijn ogen ook een beetje de Queen is. Niet vanwege haar statige ondoorgrondelijkheid (integendeel), maar omdat ook zij alles wat het leven biedt wel zo’n beetje langs heeft zien komen. Laat ik haar voor de gelegenheid mevrouw Jansen noemen. Honderd jaar werd ze deze zomer. En ieder bezoek aan haar voelt een beetje als een audiëntie en feestje tegelijk.

Wat is het relativerend en bemoedigend om te praten met iemand die al een eeuw de tijd heeft gehad om mensen te observeren

Ze woont in het bejaardenhuis om de hoek. Wanneer ik even bij mevrouw Jansen aanwip, bijvoorbeeld om de afgedrukte versie van de preek van de hand van mijn man bij haar langs te brengen, is er altijd even tijd voor een praatje, een kop thee en een chocolaatje. Ik kan het iedereen aanraden. Wat is het relativerend en bemoedigend om te praten met iemand die al een eeuw de tijd heeft gehad om mensen te observeren, die je alles kan vertellen over het goede en het kwade in de wereld en die dan toch nog glimlacht als je binnenstapt: ‘Kind, wat heb je toch een práchtige jurk aan.’ Echt, er zijn heel veel mensen van wie ik zo’n compliment nauwelijks aanvaard. Er zijn zelfs mensen die met die woorden zouden veroorzaken dat ik de betreffende jurk nooit meer zou dragen.

Maar als mevrouw Jansen dat zegt, gelóóf je het.

Op de ochtend na de uitslagenavond van de verkiezingen dit voorjaar, de slaap nog in mijn ogen, ging ik naar mevrouw Jansen. Er zijn veel dingen die je denkt na zo’n avond en het was een rommeltje in mijn hoofd. Mooie en minder mooie, hoopvolle en radeloze gedachtes. Maar bij mevrouw Jansen was dat allemaal even helemaal niet belangrijk. In gesprek met deze hoogbejaarde vrouw lijkt het wel of alles terugkomt bij de essentie. Zij heeft alles allang eens gezien. Meer dan de helft van haar leven is ze weduwe. Haar generatiegenoten zijn vrijwel allemaal gestorven. Ze heeft regeringen zien komen en gaan en technische ontwikkelingen gezien die toen zij jong was nog volstrekt ondenkbaar waren.

Laatst was ik bij haar met mijn dochter, die vijf jaar is. Ze begonnen meteen een praatje met elkaar, niet malend over het feit dat mevrouw Jansen twintig keer zo oud is als mijn dochter.

‘Ik ben ook vijf geweest, wist je dat?’ vroeg mevrouw Jansen.

Natuurlijk wisten we dat. Maar we waren er toch even stil van. Mevrouw Jansen was vijf in 1927. Duizelingwekkend lang geleden. En toch zaten we hier gemoedelijk te kletsen, zusterlijk verbonden.

Ik heb al over zoveel geschreven dat ik op het punt sta mezelf te herhalen

Zelf ben ik nog niet bepaald hoogbejaard. Dit voorjaar was ik precies een derde van de leeftijd van mevrouw Jansen. Toch voelt het in mijn schrijfwerk wel een beetje alsof ik alles al eens heb gezien. Ik heb al over zoveel dingen geschreven dat ik op het punt sta mezelf te gaan herhalen. Er is al zoveel gepasseerd, van mijn appelboom tot zwemles, van wintertenen tot storm op de camping, van danken tot rouw. Soms weet ik gewoon niet meer waarover ik nu nog weer moet schrijven.

Mijn kinderen boden nog heel behulpzaam aan: ‘Zullen we anders weer eens iets geks uitspoken, dan kan je daarover schrijven!’ Maar dat leek mij toch ook geen goed idee. Het is gewoon tijd om te stoppen. Dat is jammer, want ik heb met heel veel plezier geschreven en genoten van de reacties. Maar het is ook goed. Het geeft weer ruimte voor veel ander moois.

Als ik de deur uit ga bij mevrouw Jansen, besef ik bij haar meer dan bij anderen dat ieder afscheid het laatste kan zijn. Daarom zeg ik dan vaak: ‘Tot ziens! En als het niet hier is, dan wel in het Nieuwe Jeruzalem.’ En zij geeft mij dan soms nog een chocolaatje, of twee: ‘Hier, neem maar mee. Een voor onderweg, en een voor een moeilijk moment.’

Na vier jaar stoppen met schrijven is echt zo’n moment voor een chocolaatje van mevrouw Jansen.

Bedankt lieve mensen voor het lezen en het reageren. Tot ziens! En als het hier niet is, dan wel in het Nieuwe Jeruzalem.

Geschreven door

Hanneke Veurink

--:--