Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Column van een pleegmoeder (6): ‘Je bent altijd dat baken, maar heel soms ben je dat niet’

Amy* (41) is moeder van zes kinderen; drie biologische kinderen en drie pleegkinderen. Ze schrijft regelmatig over haar gewoon bijzondere gezin.

Deel:

Als pleegmoeder moet je altijd het hoofd cool houden voor je kinderen. Je bent een rots in de branding, een baken in de storm. Ook al twijfel je, niets laten merken, want anders volgt de hele kudde je in jouw twijfel. Ook als je bang bent kan je dat niet laten zien. Je bent altijd die rots en dat baken. En soms, heel soms ben je dat totaal niet. 

Mama de superheld

“Mam een spin!!! Een hele grote en een hele enge. Kom gauw want ik ben bang.” Als een superheld, zonder cape maar met pantoffels, loop ik naar het gevaarte toe. Eerlijk hij is groter dan ik dacht. Maar ik zit zo in mijn superheldenrol dat ik hem gewoon pak. Zo met mijn blote hand zonder een spoortje van angst. Ik ontvang het applaus en de verwonderde blikken van de kinderen. Ik ben een held. Een echt superheld. 

De pleegkinderen hebben geleerd dat ze alleen op zichzelf kunnen vertrouwen

Als de pleegkinderen voor het eerst bij ons komen is hun vertrouwen weg. Ze hebben geleerd dat ze alleen kunnen vertrouwen op zichzelf en dat gevaar in een klein hoekje schuilt. Ze schrikken als er een brommer langsrijdt, een onverwacht geluid klinkt of iemand zijn stem verheft. Het is zo’n mooie en dankbare taak om hen het vertrouwen terug te geven. Om ze te leren dat niet alle mensen slaan, schreeuwen en je pijn doen. Als pleegmoeder is het dan zo mooi om te zien dat het vertrouwen groeit. Dat ze op je bouwen en zich steeds meer aan je overgeven.  

Mama de pantoffelheld 

“Mam een muis!!! Een hele snelle bruine. Hij zit onder mijn bed.” Oké eerlijk deze held zonder cape en met pantoffels kent toch één heel klein zwak plekje. Dat zwakke plekje zit nu in mijn huis onder het bed. Collin is weg, dus ik sta er helemaal alleen voor. Ik loop naar boven en doe de slaapkamerdeur dicht. Ik ga naar beneden naar mijn kudde en zeg dat ik de deur dicht heb gedaan en de muis er niet uit kan komen.

Ik heb ernstig gefaald

Vervolgens loop ik met Finn en Faya naar boven. Ik open de deur naar de zolder. Ik laat niets merken van mijn angst. Ineens springt de veldmuis vanaf de trap over mijn schouder en schiet weg. Ik gil heel hard en heel lang. Ik pak Finn en Faya en duw ze aan de kant. Instinctief red ik ze van dit vreselijk gevaarlijke dier.

Dit alles gebeurt in een paar seconden. Ik zie dat ze zo geschrokken zijn. Finn trilt over zijn hele lijfje en Faya zegt niets meer. Ik ben zo verdrietig ik heb ernstig gefaald als superheld. Ik ben niets anders dan een angstige pantoffelheld. 

De enige echte superheld 

Ik bel mijn moeder en mijn dochter, de helden in dit verhaal. Ze vangen de muis met een emmer en laten hem vrij in het park. ‘s Avonds breng ik de kinderen naar bed. Ze liggen voor één keer allemaal bij elkaar op de kamer. Dat mag na zo’n spannende avond. Ze vragen mij om extra te bidden dat God ze beschermt en weer rustig maakt. Nog belangrijker of Hij de muis buiten de deur wil houden. Daarna vallen ze meteen in slaap. Ik bid en besef me dat maar één echte superheld er altijd voor ze is: onze Hemelse Vader. 

Lees ook het vorige artikel van Amy: Column van een pleegmoeder (5): ‘de kinderen komen bij ons als een verfrommeld hoopje klei’

Geschreven door

Amy

--:--