Ga naar submenu Ga naar zoekveld

De 5 moeilijkste tegenstrijdigheden in de Bijbel

Mét een suggestie voor een oplossing!

Regelmatig spreekt de Bijbel over hetzelfde onderwerp of dezelfde gebeurtenis, maar lijkt dat onderling te botsen. Het bekendste voorbeeld is dat David de ene keer door God en de andere keer door Satan tot zijn volkstelling wordt aangezet. Hier een top 5 van de lastigste tegenstrijdigheden door Reinier Sonneveld.

Deel:

Ik schreef met een groep Bijbelwetenschappers een serie boekjes over dit soort ‘ongemakkelijke’ teksten in de Bijbel, totaal zo’n 300. De 5 tegenstrijdigheden die mij het meest zijn bijgebleven bespreek ik hier – met een suggestie voor een oplossing.
 
5. Abjatar of Achimelech?
 
Dit lijkt een klein dingetje om een naam, maar het komt bij veel christenen binnen, omdat het om een uitspraak van Jezus gaat. Hij haalt een verhaal aan waarin ene Achimelech hogepriester is, maar stelt dat ene Abjatar die rol vervulde. Vergissinkje van Jezus?
 
Misschien. Andere opties zijn dat het eerste verhaal het foutje bevatte, dat de ooggetuige die dit doorvertelde zich vergiste, of diegene die dit noteerde, of iemand later die het manuscript kopieerde.
 
Er is ook de interessante optie dat Jezus bewust die naam noemde. Hij gebruikt een taalkundige constructie die niet strikt ‘ten tijde van’ hoeft te betekenen, maar ‘in de periode van’ Abjatar, en dat klopt op zich. In de context vergelijkt Jezus zich met David en Abjatar was iemand die ternauwernood ontsnapte en zich uiteindelijk bij deze David voegde. Jezus’ stekelige, indirecte suggestie aan zijn discussiepartners is dan dus dat zij alleen bij hem veilig zijn… 
 
4. Wel of niet enkel geloof?
 
Omdat dit raakt aan – volgens veel christenen – de kern van de Bijbel, hoort ook deze in de top 5: word je rechtvaardig ‘door geloof alleen’, zoals Paulus stelt, of ‘niet door geloof alleen’, zoals Jakobus stelt. Het kan niet allebei tegelijk waar zijn, toch?
 
De meeste Bijbelwetenschappers stellen dat, hoewel beide vroege christelijke denkers dezelfde termen gebruiken, deze niet hetzelfde betekenen. Paulus ziet geloof hier als ‘overgave’ en Jakobus als ‘wereldbeeld’. Paulus heeft het over onbekeerde Joden, Jakobus over bekeerde. In dat geval is er geen enkele tegenstrijdigheid, maar vullen ze elkaar gewoon aan.
 
3. Hangen of vallen?
 
Een andere klassieker is hoe Judas is overleden. Volgens Matteüs zou hij zich hebben verhangen, waarna de priesters een akker kochten en hem daar begroeven. Volgens Lucas had hij zelf al een land gekocht en viel hij erop en werd zijn buik daarbij opengereten.
 
Nu is het opvallend dat er strikt genomen van geen tegenstrijdigheid sprake is. Beide versies kunnen eenvoudigweg achter en door elkaar zijn gebeurd.
 
Er is van alles mogelijk, maar het kan bijvoorbeeld zo zijn gegaan: op de dag dat Jezus werd gekruisigd, kocht Judas de akker, maar hij kreeg spijt en gaf het geld terug aan de priesters, ging naar de akker en hing zich daar op. De tak brak, hij klungelde, het touw scheurde, wat dan ook, maar hij viel en zijn buik ging daarbij kapot. Ergens in dit proces stierf hij. Later besloten de priesters met het geld dat hij had teruggesmeten, de akker toch eerlijk te betalen en hem daar te begraven.
 
2. Eén of twee jongemannen of engelen zitten of staan in of buiten het graf?
 
Heel gevoelig omdat dit de opstanding van Jezus betreft, de belangrijkste gebeurtenis volgens het christendom. De vier evangeliën hebben elk andere details over de gebeurtenissen op de zondagochtend van de opstanding; zoveel zelfs dat het zelfs om vier tegenstrijdigheden lijkt te gaan: waren er nu één of twee figuren? Waren zij jongemannen of engelen? Stonden of zaten zij? En gebeurde het binnen of buiten het graf?
 
Over de oplossing zijn dikke boeken geschreven, maar je kunt het in een enkele zin uitleggen. Het is vrij eenvoudig een kleine gebeurtenis te beschrijven, waarbij alle vier de versies alle vier waar zijn, maar net een ander stadium beschrijven. Stel bijvoorbeeld dat er eerst in een enkele engel in het rotsgraf zelf zat, en later bij de ander buiten ging staan die eruit zag als een jongeman…?
 
1. God of Satan?
 
Dan de nummer 1, misschien wel de raarste. Dezelfde gebeurtenis – David inspireren tot het doen van een volkstelling – wordt in het ene Bijbelboek toegeschreven aan God en in het andere aan Satan. Dat is nogal een verschil!
 
Een mogelijke oplossing is dat de vertaling ‘Satan’ onjuist is. In het Hebreeuws staat er een woord dat zonder lidwoord algemeen ‘een tegenstander’ betekent en met lidwoord een specifiek wezen aanduidt, ‘de tegenstander’, ‘de Satan’. In dit geval staat er geen lidwoord bij en gaat het dus gewoon over ‘een tegenstander’ die David ertoe zet om die volkstelling te houden. Met die term kun je ook God aanduiden, die in deze tekst het David immers lastig maakt.

Auteur: Reinier Sonneveld

Geschreven door

Reinier Sonneveld

--:--